Mooie rondwandeling aan weerszijden van de autosnelweg A67 door de zogenaamde Elsbeemden en Broek. Deze wandeling is grotendeels ontleend aan het gratis digitale tijdschrift "Limburg in Beeld" editie lente 2016, van de natuurfotograaf Bob Luiks en zijn echtgenote Ellen, werkzaam bij Ark Natuurontwikkeling.

Het digtale tijdschrift is gratis te dwonlaoden op de website http://www.natuurportret.nl/limburg-in-beeld/

Gestart wordt op de parkeerplaats van het wegrestaurant AC te Sevenum, Kleefsedijk direct bij de kruising van de A67 met de Midden-Peelweg.

Pauzemogelijkheid bij café-restaurant  De Flierenhof

Peter en Magda Janssen

Onderste Horst 1A

5993 NG Maasbree

Tel.: 077- 4654040

Fax.: 077 – 4652796

Mobiel: 06 22456365

flierenhof@onine.nl

www.deflierenhof.nl

Onderstaande tekst is afkomstig uit bovengenoemde digitale tijdschrift.

Elsbeek - Molenbeek
De Elsbeemden liggen aan weerszijden van de A67,
de autosnelweg van Eindhoven naar Venlo. Het
gebied ontleent zijn naam aan de Elsbeek die dwars
door het gebied stroomt. De Elsbeek is een zijbeek
van de Groote Molenbeek. Enkele honderden
meters stroomafwaarts van de A67 komen beide
beken samen.
Van els tot beemd
De Elsbeemden liggen in het dal van de Elsbeek
en laten op fraaie wijze zien hoe een beekdal er
eigenlijk uit hoort te zien. Kletsnatte elzenbroekbossen
en vochtige hooilanden (beemden) wisselen
elkaar af in een kleinschalig landschap. Hoe nat
ook, de mens zou de mens niet zijn om toch enige
gebruikswaarde toe te kennen aan het gebied. Op
de natste plekken bleef het elzenbroekbos gehandhaafd,
maar werden de bomen wel in cycli gekapt.
De bomen liepen daarop weer gewoon opnieuw
uit. Tegenwoordig laat men de bomen doorgroeien,
maar de sporen van het steeds weer terugzetten
zijn nog altijd duidelijk te zien aan de meerdere
stammen waaruit één enkele boom bestaat.
Net iets minder natte plekken werden omgevormd
tot hooiland. Voor begrazing met vee waren de
meeste graslanden te nat, waardoor het bij hooien
bleef. Eenmaal per jaar maaide men het gras,
iets dat alleen goed kon gebeuren op de droge
momenten van het jaar. Ook tegenwoordig maait
Staatsbosbeheer de graslanden jaarlijks. Dit gebeurt
met speciale voertuigen op rupsbanden. Normale
machines zouden diepe sporen trekken in de natte
bodem en daarmee grote schade aanrichten aan de
vegetatie. Het jaarlijks maaien en afvoeren van de
vegetatie voorkomt dat het gebied dichtgroeit met
bos of ‘minder gewenste’ ruigtesoorten.
Geel-groen
In het voorjaar ondergaat het gebied een razendsnelle
metamorfose. Een paar vriendelijke lentedagen
zijn genoeg om de wilgenkatjes tot bloei te
laten komen. Deze vroege bloeiers zijn essentieel
voor de eerste insecten zoals hommels, omdat er
verder nog weinig voedsel te vinden valt. Lang duurt
dat niet: op de natste plekken verschijnen spoedig
dotterbloemen, gevolgd door weer andere soorten.
In de hooilanden is de pinksterbloem één van de
eersten die zich laat zien. Klein geaderde witjes en
oranjetipjes maken hier dankbaar gebruik van. Echt
spectaculair wordt het wanneer de boterbloemen
in mei hun gele hoofdjes tonen. Hele graslanden
kleuren dan geel.
De meest bijzondere planten vallen een stuk minder
op, zoals holpijp en pluimzegge. In de greppels en
in de poelen staat hier en daar waterviolier, een
echt waterliefhebber die een beetje lijkt op de meer
bekende pinksterbloem. En dit is maar het topje van
de ijsberg die meer dan 200 soorten telt.
Bronnen van leven
Verspreid in de graslanden ligt een groot aantal
poelen, kraamkamers voor heel veel leven in het
gebied. De gewone pad komt als eerste tevoorschijn
na de lange winterrust, vergezeld door de nauwelijks
zichtbare kleine watersalamander. In de loop
van april krijgen ze gezelschap van de groene kikker,
of beter, de bastaardkikker. Dit is een kruising van de
poel- en meerkikker. Naar mate de dagen lengen en
de temperatuur stijgt neemt het kwaakvolume uit
de poelen toe.
De poelen, beken en greppels zorgen ook voor een
rijk libellenleven. In totaal zijn maar liefst 27 soorten
waargenomen, waaronder enkele bijzonderheden,
zoals kanaaljuffer en vuurlibel. Algemener zijn de
weidebeekjuffer, die nog niet zo heel lang geleden
behoorlijk zeldzaam was, azuurwaterjuffer en de
bruinrode heidelibel. Deze laatste komt massaal
voor in de tweede helft van de zomer. Zeker op wat
frissere momenten laten ze zich tamelijk gemakkelijk
van dichtbij bewonderen. Zolang de temperatuur
niet te ver weg zakt, kun je lang genieten van
deze (werkelijk) bruinrode libellen.
Kleurrijk akkertje
In de zomer herbergt de Elsbeemden nog een
aangename verrassing: een akker, ingezaaid met
akkeronkruiden. Het bonte kleurenpalet is een lust
voor het oog, met zeldzaamheden als bolderik, gele
ganzenbloem en korenbloem. Een dergelijke akker
vormt een snoepwinkel voor allerlei insecten en,
eenmaal uitgebloeid, voor zaadetende vogels zoals
vinken.
Kortom, in de Elsbeemden kom je ogen en oren te
kort. Trek de wandelschoenen aan en ga op een
heerlijke verkenningstocht door dit unieke stukje
natuur.

Weitere Informationen unter