Rondwandeling vanuit Maasbree door het bosgebied Blerickse bergen naar Boekend (pauze) en weer retour via natuurgebeid Crayelheide en Kockersen. Onderweg loopt u door nieuw ontwikkelde natuurbegraafplaatsen, komt u langs het museum "Van wasrol tot DVD"en wandelt u langs een oude maasarm.
Startplaats: Parkeerplaats restaurant Boszicht
Provincialeweg
5993, Maasbree, Limburg, NLD
0774651204
Pauzeplaats: DE BEKKERIE
Heymansstraat 128a Venlo (Boekend) 5927 NS
http://www.debekkerie.nl/ E-mail: info@debekkerie.nl
Telefoon: 077-3968144
Maasbree (in de plaatselijke streektaal 'Bree') is een plaats en voormalige gemeente in Nederlands-Limburg. De plaats telt ongeveer 5000 inwoners (kern) en 1500 in het buitengebied. Maasbree maakt deel uit van de gemeente Peel en Maas.
Tot Maasbree worden ook 't Rooth, Dubbroek en Tongerlo gerekend.
In de Middeleeuwen behoorde Maasbree tot het graafschap Kessel, dat weer deel uitmaakte van het Overkwartier van Gelre of Spaans Opper-Gelre. Zoals overal in die tijd was ook in Baarlo landbouw en veeteelt het hoofdmiddel van bestaan. Tijdens de Spaanse Successieoorlog rond 1702 werd het gebied door Pruisische troepen bezet, en zo bleef het als deel van Pruisisch Opper-Gelre ongeveer een eeuw lang Duits.
Het dorp Bree wordt voor de eerste keer genoemd in een akte uit het jaar 1240 waarbij ene Diederik, Heer van Altena, vele rechten schonk aan de monniken van het pas gestichte klooster St. Elisabethsdal bij Nunhem. In Bree had heer Diederik bepaalde rechten die hij aan de kloosterlingen gaf, waaronder het recht om een persoon voor te dragen die in Bree het pastoorsambt mocht gaan bekleden. Uit deze oorkonde blijkt dus duidelijk, dat Bree in 1240 bestond als gemeenschap en dat er een kerk was.
Het bestuur van het dorp werd - tot de komst van de Fransen - gevormd door de Schepenbank. Aan het hoofd hiervan stond een schout, die door de Heer benoemd werd. Wat Bree betreft kwam dit recht, evenals de andere heerlijke rechten achtereenvolgens toe aan de graaf (later hertog) van Gelre, de hertog van Bourgondië en de koning van Spanje. In 1673 kocht de Heer van Arcen, die door erfenis in het bezit van Huis Bree gekomen was, deze rechten van de Spaanse koning.
Bijna alle bewoners voorzagen in hun levensonderhoud door te werken in de landbouw en veeteelt. Er lagen enkele grotere boerderijen in Bree, onder andere de Kerckenhof, hof Tongerlo, de hof aengen Eijnde, Baelshof, de grote en de kleine Westeringsehof en Haenenhof. Deze hoeven waren eigendom van adellijke heren of welgestelde burgers uit andere plaatsen en soms van kerken of kloosters. Ook hadden sommige inwoners een klein boerderijtje in eigendom, terwijl anderen als dagloner de kost moesten zien te verdienen. Natuurlijk waren er ambachtslieden, maar die hadden toch meestal ook een boerenbedrijfje.
Na 1794 bezette het Franse leger het gebied en een nieuwe bestuursorganisatie kwam tot stand. Gemeenten met minder dan 5000 inwoners werden bij elkaar gevoegd en zo vormden Blerick, Baarlo en Bree samen 'Mairie de Bree', later Maasbree genoemd. De gemeenteraad vergaderde in het Blerickse Raadhuis omdat Blerick het grootste dorp van die gemeente was. Sinds het einde van de negentiende eeuw heeft de stad Venlo verschillende pogingen ondernomen om Blerick uit de gemeente Maasbree los te weken en bij Venlo te voegen.
Toen in 1938 burgemeester Janssens aantrad, werd de discussie opnieuw aangezwengeld, ditmaal door het provinciaal bestuur. Ondanks veel tegenstand van de meeste Blerickse raadsleden en veel Blerickenaren, keerde het getij langzaam ten gunste van Venlo. Ondertussen brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. En tijdens het eerste oorlogsjaar viel voor Blerick het doek. Op 1 oktober 1940 gebeurde waartegen veel Blerickenaren zich jarenlang hadden verzet: de samenvoeging met Venlo.
Het Dubbroek (125 ha) ligt in en bij een oude Maasbedding tussen Maasbree, Baarlo en Hout-Blerick. In de jaren '50 en '60 verdween veel elzenbroekbos en werd vervangen door aangeplante populieren. Ook werden zeer natte hooilanden met populierenproductiebos beplant. Er zijn archeologische bewijzen dat er zeker sinds de IJzertijd mensen wonen in de omgeving van het Dubbroek. Ongetwijfeld zal het toen een onherbergzaam, venig moerasbos zijn geweest dat hoogstens werd benut om hout te halen. Ook in de Romeinse tijd leefde de mens in het gebied. Aan de zuidkant zijn resten van een oude steenoven aangetroffen. Mogelijk is hout uit het Dubbroek gebruikt om de oven te stoken. Tot de Tweede Wereldoorlog werd het elzenbroekbos nog voor houtproductie gebruikt. Om de 8 à 10 jaar werden kaprijpe percelen broekbos geveild. De hoogste bieder kapte het bos en gebruikte het hout voor weipalen en ruiters. In de jaren vijftig en zestig werd veel elzenbroekbos vervangen door aangeplante populieren. Ook zeer natte hooilanden werden met populieren beplant. Zo kocht Het Limburgs Landschap de eerste delen van het Dubbroek van de gemeente Maasbree. Inmiddels zijn de populierenproductiebossen gekapt en omgevormd tot elzenbossen. Met financiële steun van beschermers zijn enkele fraaie rijbeplantingen met populieren van de gemeente aangekocht. In het Dubbroek ligt ook een oud kerkhof uit 1880. Hier zouden niet-katholieken begraven moeten worden uit Blerick, Baarlo en Maasbree, maar het is niet veel gebruikt. Toen het kerkhof na de Tweede Wereldoorlog in onbruik raakte, werd het langzaam maar zeker door groeiende bomen en struiken overwoekerd. Het Limburgs Landschap heeft de structuur van deze historische plaats weer herkenbaar gemaakt in het landschap. In de laagste delen van het Dubbroek, waar vrijwel permanent water boven of dicht bij het maaiveld staat [bijvoorbeeld in de zogenaamde Diepe Kuil], groeit elzenbroekbos gedomineerd door zwarte elzen. In het vroege voorjaar is de kruidlaag hier soms helemaal lichtpaars van de vele pinksterbloemen met daarin gele dotterbloemen. Andere karakteristieke plantensoorten zijn onder andere zeven zeggensoorten, holpijp, grote boterbloem, kleine valeriaan, gele lis en wateraardbei. Als het elzenbroekbos iets uitdroogt, vindt verruiging plaats met bramen en ruigtesoorten als moerasspirea. Koningsvaren kan zich in zulke situaties lang handhaven. Het populierenbos kent een relatief arme fauna maar is interessant voor wielewaal en spechtensoorten. Op de overgang van de natte naar de droge gronden groeit essen-eikenbos met vooral zomereik en gewone es. De struiklaag is soortenrijk met onder andere Gelderse roos en gewone vogelkers. De bossen op de enkele meters hoge steilrand aan de zuidwestzijde van het Dubbroek bestaan voornamelijk uit zomereik en ruwe berk. In singels van hardhout staan essen en elzen. Valse salie geeft wat kleur aan de van nature soortenarme kruidlaag. Verspreid door het gebied liggen graslanden, rietveldjes met kleine karekieten en rietgorzen, en een moerasje omringd met wilgenstruweel waar dodaars, wintertaling en waterral tot broeden komen. Eind jaren '90 zijn hier plaatselijk wilgen en riet verwijderd en is de waterbodem tot op de veenlaag afgegraven om enkele verdroogde broekbossen weer natter te maken. Een zeer geleidelijke verhoging van het grondwaterpeil en het af en toe laten droogvallen tijdens de zomer is optimaal voor zeldzame plantensoorten. Vooral dotterbloem en holpijp gingen onmiddellijk vooruit. In het zuidwesten van het Dubbroek ligt het brongebied van de Springbeek die ter hoogte van de watermolen van Hout-Blerick via de Romeinenweerd in de Maas uitkomt. Tegenwoordig is het stromende beekwater geheel geïsoleerd van het stilstaande water in het Dubbroek. Behalve rijk aan vogels is het Dubbroek rijk aan insecten. Er zijn 18 soorten dagvlinders gezien waaronder eikenpage, boomblauwtje en kleine vuurvlinder. Ook elf soorten sprinkhanen zijn waargenomen. Zoogdieren als das, wezel, bunzing, eekhoorn en waterspitsmuis leven in het gebied. De grote soortenrijkdom komt door de variatie in biotopen en de relatieve rust.
De visvijver 't Mortelsven ligt diep verborgen in een bos bij Maasbree. Ver van lawaai en overlast. Het is een zeer natuurlijk en aantrekkelijke visvijver met een oppervlakte van 1,5 ha.
Echter juist deze natuur zorgt voor grote problemen. Wild groei en verval maakt het vrijwel onmogelijk hier op een veilige manier je hengel uit te werpen. Voor de liefhebber van rust en natuur, is 't Mortelsven een echte aanrader.
Natuurbegraafplaats Venlo-Maasbree bestaat uit twee afzonderlijke en apart gelegen delen. Het deel wat op het gebied van de gemeente Venlo ligt is ruim (2.5 ha.) 25.000 m2 groot.
Het ligt direct achter het crematorium Venlo en wordt aan de oostzijde begrenst door het terrein van de gemeentelijke begraafplaats Blerickse Bergen.
Het andere, veel grotere deel, ligt op het gebied van Maasbree ingeklemd tussen de weg naar het Rooth en de gemeentegrens met Venlo, aan de zuidzijde grens loopt rijksweg N275 en aan de noordzijde door de onvoltooide Noordervaart. Dit hele gebied is ruim 11 ha. en ligt op 500 meter afstand van elkaar en is verbonden met een bosweg. Aan deze bosweg liggen ook diverse kleinere percelen die gebruikt gaan worden voor het verstrooien van crematie as.
Beide begraafplaatsen maken deel uit van het allesomvattende bosgebied Blerickse Bergen dat zich uitstrekt van het plaatsje Boekend behorend tot gemeente Venlo tot aan buurtschap het Rooth in Maasbree.
Het Venlose deel is sterk heuvelachtig en biedt daardoor een heel bijzondere sfeer. De noordzijde bestaat uit een langgerekte heuvelrug van ruim 250 meter met toppen tot boven 20 meter boven het maaiveld.
Een viertal natuurlijke trappen biedt de bezoeker toegang tot dit hoge deel.
Bij de ingang begint een rondweg waardoor alle graven op maximaal 50 meter vanaf deze rondweg bereikbaar zijn. Deze weg slingert door het hele terrein en komt uiteindelijk weer bij de parkeerplaats uit.
Het andere veel grotere deel is gelegen op het gebied Maasbree, gemeente Peel en Maas.
Het grote deel dat op het gebied van Maasbree gelegen is, is in tegenstelling tot Venlo niet heuvelachtig; op enkele kleine heuveltjes na is het hele terrein nagenoeg vlak.
Het terrein is ontsloten met enkele bestaande boswegen die indien nodig ook met een voertuig toegankelijk zijn, wel moet bij de hoofdingang dan wel eerst een slagboom worden geopend. Het streven is om dit bosgebied geheel in natuurlijke staat te laten. Men streeft er naar om hier een oerbos te laten ontstaan, geen houtkap of opruimen van omgevallen bomen. Hier dus zeker geen reguliere bosbouw, maar de boel de boel laten.
Afgebroken takken en omgewaaide bomen blijven gewoon liggen, er wordt pas ingegrepen als takken of bomen echt gevaar opleveren.
De toegankelijkheid zal in een aantal gedeelten van dit terrein veel moeilijker zijn.
Over de grafbedekking wordt een gepast beleid gevoerd, grafmarkeringen en herkenbaarheid zijn hier minimaal.
Het graf is herkenbaar aan een klein houten bordje of een kleine zwerfkei van hooguit 30 à 40 cm doorsnee, andere zaken worden in dit deel niet toegestaan. Hier heerst de natuur.
Bij de Bekkerie kunt u terecht voor een lekkere kop koffie, speciale warme chocomel, een heerlijk ontbijtje of lunch, cadeaubonnen, een fietsroutekaart, het opladen van uw elektrische fiets, het (her)installeren van uw computer, het lenen van een goed boek of het deelnemen aan activiteiten. En uiteraard is er ook brood en banket te koop.
Bijzonder aan de Bekkerie is de samenwerking tussen zorginstellingen, lokale ondernemers, publieke organisaties en de wijkbewoners. Op basis hiervan is het team medewerkers gevormd. Vol enthousiasme staan ze voor u klaar! Komt u dus zelf proeven van de sfeer.
De Bekkerie is dagelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur, ook in het weekend!
"Museum van Wasrol tot DVD". In dit nieuwe museum wordt de geschiedenis van beeld en geluid zichtbaar en hoorbaar gemaakt.
De collectie bevat vele bijzondere en zeldzame apparaten en is voor iedereen interessant. Tijdens een rondleiding worden vele van deze museumstukken gedemonstreerd. Uw ogen en oren zullen wijd opengaan!
Cultuurhistorisch erfgoed
Wie heeft er geen TV of radio? Ooit een LP, CD of DVD gekocht? Ooit een foto gezien? Beeld en Geluid, iedereen heeft ermee te maken. Toch is er bijzonder weinig aandacht voor de geschiedenis, voor het behoud van apparatuur.
Te weinig wordt beseft dat we het over belangrijk cultuurhistorisch erfgoed hebben, dat een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van onze huidige samenleving.
De kennismaking met dit stukje technisch verleden inspireert en ontwikkelt creativiteit.
U wordt geconfronteerd met buitengewoon innoverende technieken , revolutionaire vormgeving, ondernemersgeest en vlijt van honderdduizenden arbeiders van vaak niet meer bestaande ondernemingen.
Het Kerngebied Kraijelheide is in feite slechts een benaming van een samenhangend geheel van waardevolle natuurgebieden zoals Blerickse Heide, Blerickse Bergen en Koelbroek.
Blericksche Heide
Blerickse Heide bestaat uit loof- en naaldbossen op reliëfrijk dekzand. Door de afwisseling tussen open en gesloten komen hier veel bosgebonden vogelsoorten voor en is het een leefgebied voor de Levendbarende hagedis.
Blericksche Bergen
De Blericksche Bergen is een droog reliëfrijk bos op voormalige stuifduinen en bestaat uit naaldbos, Amerikaanse vogelkers, soortenarme loofhoutaanplant, oud loofbos en een klein deel droge vergraste heide. De Blerickse Bergen is een kerngebied voor aan bos gebonden vogelsoorten zoals roofvogels. In het noordelijkste deel komt de Gewone eikvaren voor. Aan de noordzijde liggen twee oude kampen. Behoud van de karakteristieke openheid van de kampen in het gebied 'Achter de Kockerse' is het uitgangspunt.
Koelbroek
Koelbroek is een grotendeels verlande oude Maasmeander die onder invloed staat van kwel vanuit de naastgelegen steilrand. Het grootste deel bestaat uit Elzenbroekbos. Het zuidelijk deel van de bocht is het vochtigst en het best ontwikkeld. Hier groeien onder meer de Grote boterbloem, Holpijp en Zwarte Bes, Dotterbloem en Elzenzegge. Koelbroek is een waardevol kerngebied voor vochtige en natte vegetaties. Verspreid over het gebied komen Welriekende agrimonie, Grote kaardenbol, Stinkende ballote, Donkergroene basterdwederik, Kruisbladige wolfsmelk, Moerasvaren en Waterpostelein voor. Door de rijkdom aan water en rust is het natuurgebied van groot belang als broedgebied van moeraswatervogels zoals Wintertaling, Kleine Karekiet en Waterral. De vochtige bossen zijn een leefgebied van Nachtegaal en Boomklever. Tot slot is Koelbroek een kerngebied voor amfibieën en reptielen met Levendbarende hagedis als meest bedreigde soort.
Cultuurhistorie en archeologie
In Kraijelheide zijn resten uit vrijwel elke archeologische hoofdperiode bekend. Het gaat om diverse kampementen (grotendeels gelegen op de terrasrand van Koelbroek) en allerhande losse vondsten uit het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum; nederzettingen uit het Neolithicum; nederzettingen en begravingen uit de Bronstijd; nederzettingen uit de IJzertijd; Romeinse nederzettingen (waaronder een villa), begravingen, een weg en mogelijk een depot/slagveld uit de Romeinse tijd; kampontginningen met houtwallen en wegen uit de Middeleeuwen; terechtstellingsplaatsen en grenzen uit de nieuwe tijd. In grote delen van de bosgebieden in Kraijelheide zijn de restanten van een Celtic Field (akkerareaal uit de IJzertijd; circa 40 hectare) zichtbaar. Dergelijke resten zijn zeer zeldzaam in Zuid-Nederland en van nationaal belang. Ook liggen de middeleeuwse ontginningsboerderijen de Voorste en de Achterste Kockersen, tezamen met hun akkerland in dit gebied. De boerderij de Achterste Kockerse (gemeentelijke monument) en de houtwallen die het akkerland van deze twee boerderijen vanaf de Middeleeuwen hebben begrensd, zijn tegenwoordig nog steeds (gedeeltelijk) zichtbaar. Dergelijke kampontginningen zijn weliswaar niet zeldzaam in Nederland. Omdat de genese van het landschap herkenbaar is gebleven in het geval van de kampontginning van de Kockerse, is dit toch een belangrijk cultuurhistorisch element.
Een belangrijk element uit de Nieuwe tijd in het gebied zijn de terechtstellingsplaatsen (met galg) bij het voormalige Galgenven en de Noordervaart, die het terrein in het zuiden doorsnijdt. In het natte dal van de Everlosche beek en Koelbroek kunnen archeologische organische resten en archeobotanische resten aanwezig zijn die de ensemblewaarde van dit gebied verder kunnen versterken.
De gaafheid van de bodem is in de bos- en heidegebieden hoog. Hier is de bodem niet diep omgezet en (grootschalige) afgravingen ontbreken geheel. In de Blericksche Bergen zijn grote delen van het historische landschap met stuifzand afgedekt. Op de (voormalige) akkerarealen is de bodem ook niet diep omgezet. De kwaliteit van de archeologische resten in dit gebied is dan ook naar verwachting in het algemeen hoog. Het gaat om resten van bewoning, begraving, beakkering, losse vondsten, industrie, etc. In dit gebied, dat een grote hoeveelheid archeologische en (zichtbare) cultuurhistorische resten uit veel archeologische perioden bevat is de archeologische verwachting over het algemeen hoog. In de jaren negentig heeft een waardering van archeologische monumenten plaatsgevonden (Van der Gaauw, 1994). Op basis van dit onderzoek zijn 6 archeologische terreinen van hoge archeologische waarde op de Kraijelheide aangewezen door de provincie Limburg en de RCE. Daarnaast is ook de Romeinse villa op de oever van de Springbeek als terrein van hoge archeologische waarde als zodanig aangewezen.
Túra fotóalbuma
Túratérkép és magasságprofil
Megjegyzések
GPS trackek
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Túralap (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download