Mooie rondwandeling door en in Kessel. U start op de parkeerplaats van het Wokpalace, Rijksweg 49 te Kessel. U wandelt eerst door het buitengebied van Kessel door De Donk, naar het Broek, passeert daar de molen van Kessel en via de weg naar het veer van Kessel naar Reuver arriveert u langs de Maas met prachtig uitzicht op de kerk en het in 2015 gerestaureerde kasteel De Keverberg.
Pauzegelegenheid bij: Cafe "Biej Ton en Marij"
Dorpstraat 36
5995AZ, Kessel, Limburg, NLD
Vervolgens wandelt u langs het Kasteel De Keverberg, de herbegraven Baron Frits en zijn zus, richting Hout weer terug naar uw startplaats.
Kessel is een plaats en voormalige gemeente in Limburg (Nederland), en maakt deel uit van de gemeente Peel en Maas.
Voormalige gemeente
De gemeente telde 4263 inwoners (nov. 2009, bron: CBS) en had een oppervlakte van 22,13 km² (waarvan 0,90 km² water). Kessel grenst aan de Heldense Bossen, een uitgestrekt bosgebied met stuifduinen. De stad Kessel kreeg in 1312 stadsrechten. Kessel maakt deel uit van de gemeente Peel en Maas.
Gemeenteraad
De laatste gemeenteraad bestond uit 11 zetels:
• Reëel Alternatief 5 zetels
• CDA 4 zetels
• Kessels Perspectief 2 zetels
Kernen
Kessel was een van de kleinste gemeenten van de provincie Limburg. De enige officiële kernen binnen de gemeente waren Kessel en het van oudsher bijbehorende Kessel-Eik. Ook de gehuchten Het Broek, Hout, Donk en Oijen behoorden tot de gemeente Kessel.
Geschiedenis
Kessel is een oud Maasdorp dat ontstaan is rond een wachttoren uit de 10e eeuw. De oudste geschriften over Kessel stammen mogelijk uit het eind van de elfde eeuw. De graven van Kessel, wonende in het vroegere kasteel Keverberg (nu een ruïne), zijn ook de stichters van de Duitse stad Grevenbroich bij Düsseldorf (omstreeks 1300).
Gedwongen door geldgebrek verkocht de laatste graaf van Kessel, Hendrik V, in 1279 Kessel (alles op de linkeroever van de Maas en het kasteel) aan Reinoud I, graaf van Gelder. Het kwam dus bij het Overkwartier van Gelder en later bij Spaans Opper-Gelre. Tijdens de Spaanse Successieoorlog werd het door Staatse troepen bezet, waarna het in 1713 werd overgedragen aan de Pruisische bondgenoot. Zo bleef het als deel van Pruisisch Opper-Gelre ongeveer een eeuw lang Duits (tot 1814).
Tijdens gevechten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden kasteel, kerk (een ontwerp van P.J.H. Cuypers) en de molens zwaar beschadigd. Van het kasteel resteert alleen nog de ringburcht. De kerk werd na de oorlog met enkele wijzigingen herbouwd. Van de molens ging de molen aan de Molenstraat in vlammen op en werd niet meer herbouwd. De Sint Anthoniusmolen werd meteen na de oorlog hersteld.
Op 1 januari 2010 is de gemeente opgeheven en opgegaan in Peel en Maas.
Het graafschap Kessel was een gebied in het noorden van het huidige Nederlands Limburg en enkele gebieden in Noordrijn-Westfalen. Het graafschap komt voort uit de Maasgouw, die na 900 uiteengevallen is in kleinere gebieden. De graven van Kessel zetelden in de burcht van Kessel aan de Maas, het latere kasteel Keverberg. Zij worden vermeld in het oudst bewaarde archiefstuk van Nederland: een oorkonde van 7 oktober 950, waarin koning Otto I (de latere keizer Otto I) aan zijn leenmanAnsfried het markt- en muntrecht van Cassalum schenkt. Graaf Ansfried mocht er ook tol gaan heffen. Later werd hij heilig verklaard. Zijn bastaardzoon Balderik volgde hem op als graaf van Kessel.
Graaf Hendrik V van Kessel, de laatste graaf die in Kessel resideerde, verkocht zijn bezittingen westelijk van de Maas in het latere Land van Kessel in 1279 aan graafReinald I van Gelre. De residentie van de "Graaf van Kessel" werd verplaatst naar Brüggen aan de andere zijde van de Maas, waar een nieuwe burcht werd gebouwd. De laatste graaf van Kessel, Walram van Kessel, stierf op 20 Oktober 1304 en ligt begraven in Grevenbroich.
De Kesselse gebieden ten oosten van de Maas (Steyl en Tegelen, Grevenbroich, Boisheim, Gladbach en Brüggen), vielen na het uitsterven van de Kesselse dynastie door erfenis en aankoop tussen 1304 en 1307 aan de graven van Gulik.
Het voormalige Land van Kessel komt ongeveer overeen met het ten westen van de Maas liggende deel van het huidige Noord-Limburg. Het omvatte in de 17e eeuw twintig dorpen die gezamenlijk hun belasting afdroegen aan het landsbestuur in Roermond (van noord naar zuid; schrijfwijze 21e eeuw): Geijsteren, Wanssum, Oostrum, Venray, Oirlo,Meerlo, Blitterswijck, Ooijen, Broekhuizenvorst, Swolgen, Tienray, Horst, Lottum, Grubbenvorst, Sevenum, Blerick, Maasbree, Baarlo, Helden en Kessel.
Graafschap Kessel
In de 13e eeuw was het latere Land van Kessel bestuurlijk gezien nog een lappendeken. Het merendeel van de dorpen behoorde tot 1279 tot het graafschap Kessel, maar Venray en Geijsteren hoorden bij het graafschap Gelre (Venray in ieder geval vanaf 1220 en Geijsteren vanaf 1236) en langs de Maas lagen hier en daar bezittingen van de heren van Cuijk (waaronder Ooijen), de heren van Millen (Grubbenvorst) en de heren van Broeckhuysen (onder andere Broekhuizen).
De graven van Kessel zetelden in het kasteel van Kessel aan de Maas, het latere kasteel Keverberg. Zij worden vermeld in het oudst bewaarde archiefstuk van Nederland: een akte gedateerd 7 oktober 950, waarin koning Otto I (de latere keizer Otto I de Grote) aan zijn leenman Ansfried het markt- en muntrecht van Cassalum schenkt.[1] Graaf Ansfried mocht er ook tol gaan heffen. Later werd hij heilig verklaard. Zijn bastaardzoon Balderik volgde hem op als graaf van Kessel.
Graaf Hendrik V van Kessel, de laatste graaf die in Kessel woonde, verkocht zijn bezittingen in het latere Land van Kessel in 1279 aan graaf Reinald I van Gelre. De residentie van de graaf werd verplaatst naar Brüggen in het huidige Duitsland. Na het uitsterven van de dynastie kwamen alle gebiedsdelen van het graafschap Kessel aan de oostkant van de Maas, Grevenbroich, Boisheim, Gladbach en Brüggen, door erfenis en aankoop tussen 1304 en 1307 aan de graven van Gulik.
Graafschap en hertogdom Gelre
De graven, sinds 1339 hertogen van Gelre, verwierven in de loop van de 14e en begin 15e eeuw de resterende heerlijkheden in het Land van Kessel. In 1311 verkocht de heer van Millen de heerlijkheid Grubbenvorst aan graaf Reinald I van Gelre. Omstreeks 1400 verkocht de heer van Cuijk zijn laatste bezittingen in het land van Kessel (onder andere in Maasbree en Ooijen) aan de hertog van Gelre. In 1402 droeg Willem van Broeckhuysen de heerlijkheid Broekhuizen in leen op aan hertog Reinoud IV van Gulik, die tevens hertog van Gelre was, en in 1434 werd het allodiale kasteel van Broekhuizendoor de familie van Broeckhuysen aan hertog Arnold van Egmond, hertog van Gelre, opgedragen.
Gelre was opgedeeld in vier sectoren, die vanaf 1359 "kwartieren" werden genoemd. De Gelderse bezittingen in het land van Kessel behoorden tot het Overkwartier of Opper-Gelre. Men sprak ook wel van "Kwartier van Roermond". Dit kwartier was op zijn beurt, in ieder geval vanaf 1352, bestuurlijk in een aantal Ambten onderverdeeld. In het ambt van Kessel waren de landsheerlijkheden van het Land van Kessel verenigd, dat wil zeggen de heerlijkheden waar de hertog van Gelre zelf heer was (onder andere in Venray, Wanssum, Broekhuizenvorst, Swolgen, Sevenum, Blerick, Helden, Baarlo en Kessel). In deze landsheerlijkheden werd de hertog vertegenwoordigd door de ambtman van Kessel, ook wel drost of drossaard genoemd. In de andere heerlijkheden (Geijsteren, Oostrum-Spralant, Oirlo, Meerlo, Blitterswijck, Oijen, Broekhuizen, Lottum, Horst en Grubbenvorst) nam een leenman van de hertog het bestuur waar. Deze heerlijkheden lagen wel in het Land van Kessel, maar behoorden niet tot het ambt van Kessel.
Vanaf ongeveer 1400 tot 1639 woonde de ambtman van Kessel meestal in het kasteel van Horst.
Reinoud IV van Gulik draagt in 1402 zijn land Kessel op aan koning Karel VI van Frankrijk, terwijl hij voor het kasteel van Horst hertog Lodewijk I van Orléans, broer van de Franse koning, tot leenheer maakt. Van 1402 tot 1423 is het land van Kessel als het ware een apart land en heerlijkheid.
Habsburgse Nederlanden
Bij het Tractaat van Venlo in 1543 kwam heel Gelre aan keizer Karel V van Habsburg en in 1555 aan zijn zoon koning Filips II van Spanje, zodat het Land van Kessel deel uit ging maken van de Habsburgse Nederlanden.
Toen de drie noordelijke kwartieren van Gelre zich in 1579 bij de Unie van Utrecht aansloten en in 1581 de Akte van Verlatinghe ondertekenden, deed het Overkwartier niet mee. Ambtman Johann II van Wittenhorstwilde wel, maar dat mocht niet baten. Omstreeks 1580 was in het kasteel van Horst een garnizoen Spaanse soldaten gelegerd. Zijn zoon Walraven van Wittenhorst, die hem in 1585 als ambtman opvolgde, bleef trouw aan de koning van Spanje.
Aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog werd het voormalige Hertogdom Gelre bij de Vrede van Münster in 1648 definitief gesplitst. Opper-Gelre (met het Land van Kessel) bleef deel uit maken van de katholiekeSpaanse of Zuidelijke Nederlanden onder de Spaanse Habsburgers. De drie noordelijke kwartieren van Gelre kwamen als Gelderland bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De 12-jarige koning Karel II van Spanje bood ten tijde van het regentschap van zijn moeder Maria Anna van Oostenrijk in 1673 al zijn heerlijke rechten in Opper-Gelre te koop aan. Dit betrof de volgende landsheerlijkheden in het Land van Kessel (schrijfwijze 21e eeuw; tussen haakjes de opbrengst in gulden):
• Venray (30200)
• Sevenum (8900)
• Helden (9200)
• Kessel (8500)
• Blerick (6500)
• Swolgen (3025)
• Broekhuizenvorst (2925)
• Baarlo (5600)
• Wanssum (4600)
• Maasbree (4100)
Pruisen
Na de Spaanse Successieoorlog werd Opper-Gelre bij de Vrede van Utrecht in 1713 en het Barrièretractaat in 1715 verdeeld onder de overwinnaars. Het Land van Kessel kwam in 1713 aan Pruisen totdat het bij deVrede van Bazel in 1795 samen met alle andere Pruisische gebieden ten westen van de Rijn aan Frankrijk kwam.
Pruisisch Opper-Gelre werd bestuurd vanuit Geldern.
HISTORIE KASTEEL DE KEVERBERG
Kasteel De Keverberg is gelegen in het hart van het Noord-Limburgse dorp Kessel aan de Maas en kent een rijke historie. Het Rijksmonument is gelegen op een opgeworpen heuvel, direct aan de Maas en is daarmee een van de weinig nog overgebleven mottekastelen in Nederland.
De historie van Kasteel De Keverberg begint in de tiende eeuw. Toen werd op deze plek een vierkante natuurstenen toren gebouwd van vijftien meter hoog op een fundering van oersteen en maaskeien. Vanaf deze toren werd tol geheven voor zowel het scheepvaartverkeer als voor verkeer dat bij Kessel van Brabant naar Keulen trok of en vice versa. Van deze oorspronkelijke toren zijn tijdens de herbouw delen gevonden en blootgesteld. U kunt deze met eigen ogen aanschouwen tijdens een rondleiding door Kasteel De Keverberg.
Van toltoren naar woonkasteel
Later is deze vierkante toren deels afgebroken en is de motte verder verhoogd waardoor de negen meter hoge plateauheuvel ontstond. Op die heuvel, van waaruit u een uniek Maaspanorama ervaart, werd in de twaalfde eeuw een mergelstenen ringmuur gebouwd. Binnen die ringmuur is in de dertiende eeuw een zaal gebouwd met daarbij een poorttoren. Vervolgens werd in de veertiende eeuw een vierkante woontoren aan het bouwwerk toegevoegd en in de vijftiende eeuw de Maastoren. Beetje bij beetje ontstond zo de vorm van het kasteel zoals dat tot 17 november 1944 de skyline van Kessel markeerde.
Verwoest in de Tweede Wereldoorlog
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog staken de Duitsers het kasteel in brand en verwoestten het. De binnenmuren werden vernield en van het interieur bleef niets over. De toenmalige bewoners, de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, zagen geen kans om het kasteel te herbouwen en zo werd de burcht een ruïne. Een ruïne bestaande uit een ringmuur met nissen en kantelen, een gedeelte van de weergang, enkele muren van de grote zaal en de Maastoren en de Donjon (woontoren). In 1953 kocht de toenmalige gemeente Kessel de restanten aan. .Vervolgens werd de ruïne onder leiding van Professor Renaud geconsolideerd, er werden maatregelen genomen waardoor wind en regen de ruïne zo min als mogelijk zouden aantasten. Tevens reconstrueerde prof. Renaud zoveel mogelijk de oorspronkelijke versterking. Sindsdien zijn vele gemeentebesturen bezig geweest om de ruïne weer op te bouwen. Tot 18 november 2011 tevergeefs.
Herbouw gedragen door de inwoners van Kessel
Want die dag veranderde het perspectief van De Keverberg. Toen stemde de gemeenteraad van Peel en Maas (waar Kessel sinds 1 januari 2010 onderdeel van uit maakt) in met de herbouw van De Keverberg, met de helft van de kosten van de financiering hiervan én met de overdracht van het eigendom aan Stichting Behoud Kasteel De Keverberg. De provincie Limburg financierde de ontbrekende helft. Die stichting ging vervolgens aan de slag met de herbouw waarover hier alles te lezen is.
BEWONERS
De basis voor Kessel wordt gelegd in de oudste oorkonde van Nederland. In deze oorkonde, 7 oktober 950, schenkt de Duitse Koning Otto I namelijk de tolrechten van Kessel en Echt aan zijn leenman Ansfried. Deze oorkonde bevindt zich in het Regionaal Historisch Centrum te Maastricht. Nu er tol kan worden geheven vanuit de burcht in Kessel ontstaat er levendigheid en daarmee wordt de basis gelegd voor bewoning van De Keverberg dat tot halverwege de zestiende eeuw de naam Huys Kessel droeg. Bewoning die leidt tot de komst en afgang van vele bewoners.
De Graven van Kessel
Eind 11e eeuw vestigt zicht een adelijk geslacht uit de omgeving van Keulen in Kessel. Hoewel ze graven van Kessel genoemd worden, verblijven ze hier nauwelijks. Toch zijn het deze graven die op de plek van Kasteel De Keverberg een vierkante woontoren van 15×15 meter bouwen van keien, oerstenen en Romeins bouwmateriaal. Deze toren beschermde de mensen die in naam van de graven de tol inden. Een paar honderd meter richting het noorden realiseerden de graven een boerderij, Gravenhof genaamd. Op deze plek is tegenwoordig de gelijknamige watersportcamping gelegen. Deze boerderij diende als bron van voedsel en als verblijf voor de graven. Pas halverwege de 13e eeuw zijn deze namelijk pas in het kasteel gaan wonen.
Het Land van Kessel
Daarmee begint een tijdperk waarin Kessel een bovenregionale betekenis speelt. Graaf Hendrik I overlijdt bij de Slag van Andemach en daarna probeert zijn broer Walram tevergeefs Graafschap Kessel voort te zetten. uiteindelijk is het een nakomeling van Hendrik I, Hendrik V die zijn bezittingen op de linker Maasoever verkoopt aan de Graaf van Gelder. Dit gebied krijgt vervolgens de naam Land van Kessel en beslaat de huidige dorpen Kessel, Baarlo, Helden, Maasbree, Blerick, Sevenum, Swolgen en Wanssum Horst en Venray. In naam van de Graaf van Gelder komt er een kastelein in het kasteel die de Heer van Kessel wordt genaamd. Begin veertiende eeuw noemt deze familie zich Van Kessel. Hun wapenschild; vijf rode ruiten op een zilver veld wordt het wapen van de Heerlijkheid Kessel en is tegenwoordig het logo van Kasteel De Keverberg en dient als gemeentewapen van de Gemeente Peel en Maas. Deze familie beheert ook Kasteel Oijen, Huize den Oever aan het Veersepad én het goed Snaterbeek (Broek, Kessel) en realiseert een grafkelder in de parochiekerk. En bovenal zorgt deze familie ervoor dat het Limburgse Kasteel grotendeels de omvang kreeg zoals we het allemaal kennen.
Familie Van Merwijck
Als Willem II van Kessel in 1541 sterft en geen opvolger in rechte lijn nalaat, komt de familie Van Merwijck terecht op wat dan nog Huijs Kessel heet. Caspar van Merwijck is dan al 60 jaar en is dan overste onder Karel V. De periode dat de Familie van Merwijck op het Huijs Kessel woont kenmerkt zich door hoogte- en dieptepunten. Zo wordt het kasteel tijdens de 80-jarige Oorlog zwaar verwoest net als Huis Oijen en de kerk. In de eerste helft van de 17e eeuw worden deze gebouwen, het kasteel als laatste, hersteld. Hiervan zijn nog steeds stille getuigen aanwezig in het kasteel. Boven het poortje van de kasteeltuin naar de Maas en van de kasteeltuin naar de kerk zijn in deze tijd namelijk wapenstenen geplaatst. Hierin staat het jaartal 1651 én de wapens van Willem-Caspaer II van Merwijck en zijn echtgenote Judith van Lynden op. Willem Antoon Mathijs, baron van Merwijck is uiteindelijk de laatste telg van deze familie. Omdat hij geen nazaten heeft besluit hij Karel Kasper Emanuel van Keverberg aan te stellen als nieuwe bewoner van het kasteel.
Familie Van Keverberg
De familie Van Keverberg is daarmee het laatste adelijke geslacht dat De Keverberg bewoond. Baron Frits is de bekendste vertegenwoordiger van de familie en is eigenlijk de enige bewoner die zijn leven lang in het kasteel gewoond heeft. Zijn vader, Karel Lodewijk, heeft groot internationaal bestuurlijk aanzien. Karel Lodewijk is beambte bij de Franse regering, Onderprefect van Kleef, Prefect van Boven-Eems, Gouverneur van Antwerpen, Gouverneur van Oost-Vlaanderen en zelfs vicevoorzitter van de Raad van State en Lid van deze Raad. Baron Frits was voorbestemd voor een vergelijkbare, glanzende loopbaan. Het liep echter anders. Hij had veel te stellen met zijn familie en zijn dochter Mathilde, hij ruziede met de notabelen van Kessel en had wrok tegenover de Rooms Katholieke kerk. Dronkenschap en wanorde tekenen de laatste jaren van zijn leven die hij trouwens doorbrengt in Villa Oeverberg aan het Veersepad. Hij zou zijn lichaam na zijn dood ter beschikking hebben gesteld voor de wetenschap aan de Uninversiteit van Leiden maar daar is het vreemd genoeg nooit aangekomen…Mathilde van Keverberg is uiteindelijk de laatste telg van deze familie. Zij sterft in 1921 in Vaals. Sinds 2007 is haar grafkruis te vinden in de kasteeltuin.
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid
Na het overlijden van baron Frits staat het kasteel aan de Maas enige jaren leeg. Uiteindelijk komen de nieuwe bewoners uit Duitsland. De Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid beginnen er een internernaatvoor Duitse jongens. Nog later maken ze er een pensionaar voor schipperskinderen van en uiteindelijk wordt het een huishoudopleiding voor wat oudere meisjes. Dit blijft zo tot aan die vreselijke laatste oorlogsdagen in 1944 als de terugtrekkende Duitsers het kasteel en de kerk verwoesten. De zusters hebben geen geld voor de wederopbouw van het kasteel en verhuizen naar Steyl. En het kasteel wacht van 1944 tot 2015 op nieuwe bewoning…
DE TWEEDE WERELDOORLOG
De Tweede Wereldoorlog is een heel bijzonder hoofdstuk in de lange historie van het Limburgse Kasteel De Keverberg. Niet voor niets zijn rondom De Keverberg vele herinneringen aan deze periode te vinden. Zo treft u in De Kasteeltuin het oorlogsmonument van Kessel aan en kunt u hier het verhaal van de bevrijding van Kessel beluisteren bij de luistersteen van deLiberation Route. Nabij het kasteel vindt u ook een gedenksteen ter nagedachtenis aan het neerstorten van een Lancaster Bommenwerper in 1944 en als u de Maas oversteekt met het veerpont vindt u een gedenksteen die herinnert aan het kapseizen van het veerpont in 1944.
Stuk voor stuk bijzondere verhalen die zich in de Tweede Wereldoorlog afspeelden in en rond Kasteel De Keverberg, dat toen dienst deed als meisjespensionaat en als pensionaat voor schipperskinderen. Het kasteel was vanwege zijn unieke ligging op een negen meter hoge heuvel aan de Maas met uitzicht op de Duitse grens, een strategisch belangrijke plek. Niet vreemd dat zich hier bijzondere verhalen hebben afgespeeld. Verhalen die ook nu nog te beleven zijn in en rond het kasteel.
Neergestorte Lancaster Bommenwerper
Een eerste memorabel moment rondom Kasteel De Keverberg vond plaats in de nacht van 21 juli 1944. Een Lancaster Bommenwerper stortte neer nadat een staartstuk met daarin boordschutter Fit. Sgt. Henry John Hiscox, afbrak. De zesduizend kilo zware bom aan boord van de bommenwerper ontplofte en verwoestte het Raadhuis en een groot aantal huizen aan de Markt. De boordschutter en vijf andere inzittenden overleefden de ramp niet. Enkel Sgt. Thomas Gilbert Little ontsnapte per parachute en kwam, zwaargewond, in het buurtschap Veers terecht. Hij werd korte tijd later door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en heeft, na een verblijf in een krijgsgevangenkamp, de oorlog overleefd. Nabij Kasteel De Keverberg is aan herdenksteen geplaatst die herinnert aan deze nacht.
Gekapseisd Veerpont
Later dat jaar, vanaf september 1944, vonden er in heel Midden- en Noord-Limburg gevechten plaats om deregio te bevrijden. Vanuit De Peel rukten de geallieerden op naar de Maas. Op 11 november 1944kapseisde als gevolg van deze gevechten het Kesselse veerpont op de Maas. Daarbijbij verdronken zeven inwoners van Belfeld en zes Duitse soldaten. Aan de Reuverse zijde van deze oversteek van de Maas is een plaquette te vinden die herinnert aan dit moment.
Verwoeste kerk en verwoest kasteel
Ruim een week later, op 17 november 1944, was de bevrijding van Kessel aanstaande en begonnen de Duitsers met veel geweld aan hun terugtrekking. ’s Middags om 15.00 uur werd de toren van de Parochiekerk, net als De Keverberg gelegen aan de Maas, opgeblazen. De toren stortte op het hoofdgebouw van de kerk waarna grijze stofwolken de hemel donker kleurden. Enkele uren later werd door de Duiters tweeduizend kilo dynamiet geplaatst in en rond Kasteel De Keverberg. Pogingen om het kasteel de laten ontploffen mislukten. Omdat het kasteel zo’n prominente ligging aan de Maas heeft, besloten de Duitsers over te gaan tot brandstichting. Van heinde en verre was de enorme vuurzee te zien. Kessel was in diepe rouw gedompeld.
De bevrijding van Kessel
Twee dagen later, 19 november 1944, volgde uiteindelijk de bevrijding. Vanuit Helden kwamen Engelse soldaten richting Kessel. Hun opmars verliep redelijk makkelijk, maar in de buitengebieden van Kessel verloren zes Schotse soldaten van het Regiment Gordon Highlanders het leven. Voor hen is er in de zogenoemde Donk (buitengebied Kessel) een oorlogsmonument geplaatst. De Kesselnaren waren blij met de bevrijding. Toch duurde het nog een tijd voordat de dreiging daadwerkelijk voorbij was. De Duitsers lagen namelijk tot maart 1945 aan de andere oever van de Maas.
ORGANISATIE
Tegenwoordig is Kasteel De Keverberg in handen van de inwoners van Kessel. Zij hebben jaren gewerkt om het kasteel te herbouwen. Nu is het eigendom van Stichting Behoud Kasteel De Keverberg. Een stichting die als doel heeft om de ruïne en haar erfgoed te bewaren voor toekomstige generaties en die bestaat uit Kesselse vrijwilligers. De stichting is door de belastingdienst aangemerkt als culturele Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
Om het behoud van de ruïne en haar erfgoed mogelijk te maken vinden er toeristische, culturele en commerciële activiteiten plaats in en rond het Limburgse Kasteel. Die activiteiten worden georganiseerd en gecoördineerd door de Stichting Keverberg die daarmee verantwoordelijk is voor de exploitatie van dit Rijksmonument aan de Maas. De dagelijkse werkzaamheden worden uitgevoerd binnen Kasteel De Keverberg b.v., die wordt aangestuurd door het bestuur van Stichting Keverberg.
Further information at
http://www.kasteeldekeverberg.nl/Túra fotóalbuma
Túratérkép és magasságprofil
Megjegyzések
GPS trackek
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Túralap (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download