Mooie rondwandeling vanaf Grashoek naar de resten van de Peel in Helenaveen met zijn vele kanalen. Pauzemogelijkheid bij Cafetaria 't Veen, Soemeersingel 3, 5759 RB Helenaveen, Tel: 0493-539219, www.cafetariatveen.nl; info@cafetariatveen.nl
Grashoek (in het eigen dialect De Grashook - klemtoon op tweede lettergreep met onuitgesproken h) is een dorp in de Nederlands-Limburgse gemeente Peel en Maas. Het dorp had op 1 januari 2012 1710 inwoners.
Grashoek is gelegen in het noordwesten van de Limburgse Gemeente Peel en Maas, aan de rand van de Peel. De meeste inwoners zijn werkzaam in de veehouderij en tuinbouw al wordt het aandeel forensen steeds groter. Per 1 januari 2010 maakt Grashoek, als kern uit de oud-gemeente Helden, deel uit van de gemeente Peel en Maas.
Aanzicht van Grashoek vanuit het noordoosten
Hoewel er van oudsher een Limburgs dialect wordt gesproken is de Brabantse invloed onmiskenbaar aanwezig.
In 2010 is onder de naam ‘Waar de Groote Molenbeek ontspringt’ een boek uitgebracht over de geschiedenis van Grashoek.
De naam Grashoek
Het dorp heeft zijn naam te danken aan de weilanden gelegen in het noorden van het huidige Grashoek, tegen de grens met de Peel. Een verhaal gaat dat de naam te danken is aan het graasland voor de trekpaarden van de Maatschappij Helenaveen die door de peelpioniers, vergeleken met de overige ruwe Peelgebieden, "de grashoek" of "de graashoek" werd genoemd. Dit graasland was gelegen op Limburgs grondgebied aan de zuidzijde van de Helenavaart. Maar de naam Grashoek werd voor dit gebied al gebruikt vóórdat in 1853 Helenaveen werd gesticht. Op de kadastrale kaart van 1820 (J.L. Reijnders) wordt al een gebied, globaal op dezelfde plaats gelegen,"den Gras hoek" genoemd. Ook op de Tranchotkaart uit 1814 (kaartnummer 31) werd Grashoek al genoemd.
Laeve Grashook
Onder de naam Laeve Grashook (NL: Leve Grashoek) is in 2006 door het Dorpsoverleg Grashoek een programma opgestart om in de jaren tot aan het honderdjarig bestaan in 2018, met alle inwoners samen aan de eigen leefomgeving te werken. Er is een Dorpsontwikkelingsvisie opgesteld en er zijn een aantal projecten van start gegaan. Hieronder het project Wandelpaden waarin een Grashoeks en Berings initiatief aan de basis heeft gestaan van het knooppunten-wandelroutenetwerk van de gemeente Peel en Maas. In 2010 is een ambitieus herinrichtingsplan voor de kern gepresenteerd. Andere projecten zijn de herinrichting van de Groote Molenbeek en de toegangswegen naar Grashoek. Laeve Grashook staat voor levendigheid, leefbaarheid en trots. Vanuit dit motto werden de afgelopen jaren vele zaken door de bewoners zelf opgepakt. Er heerst een grote gemeenschapszin wat zich laat zien in de relatief vele verenigingen en activiteiten in het dorp. Leefbaarheidsprojecten in Grashoek hebben landelijk model gestaan voor het project ‘Leven in het Dorp’, dat zelfs een landelijke prijs kreeg.
De geschiedenis van de huidige parochie Grashoek gaat terug tot het jaar 1402. In dat jaar kreeg de leenman van het hof te Groot Mares, een burger uit Roermond, van hertog Reinoud van Gelder 8,5 morgen grond ter beschikking. Dat is ongeveer 7,5 hectare in Gelderse maten. Rond die plaats is nu nog een Marisstraat, Marisveldweg en Marisbaan te vinden. Op de plaats van de eerste ontginningen aan de Marisstraat staat een infobordje. In het midden van de 19e eeuw waren er vlak bij de Maris meerdere gehuchten: Scherliet, Houwenberg, Vliegert, De Spiesberg (of Spitsbergen), De Hei, De Kwakvors, De Belgenhoek (Belzenhoek) en De Hoeve. Op de hei woonden mensen in plaggenhutten, maar al in 1843 stonden er enkele huizen in wat later de dorpskern Grashoek werd. Maar ook halverwege de Lorbaan tussen Beringe en Sevenum nog een zestal. Overigens is de Lorbaan één van de oudste nog gebruikte doorgaande wegen in dit gebied, onderdeel van een belangrijke handelsroute. Mogelijk is de naam ook daarvan afkomstig (afgeleid van "leuren"). In de middeleeuwen was de hooggelegen landrug van de Maris ook onderdeel van de doorgaande weg van Meijel naar Sevenum. De afstand tussen deze dorpen was hemelsbreed slechts 14 kilometer. Het doel was al snel zichtbaar maar, vanwege het moeilijk begaanbare moerassige Peelgebied, duurde de reis veel langer dan gedacht. De uitdrukking Mijl op Zeven is mogelijk hieraan te danken. Tot aan de periode rond 1900 bestond het huidige Grashoek grotendeels uit onontgonnen heide- bos- en veengebieden. De inwoners waren veelal arm. Pas nadat de school (1912) en de parochie (1918) waren gesticht (zie onder) kwam de ontwikkeling in een stroomversnelling.
De bloei van Grashoek als dorp is voor een belangrijk deel te danken aan Pastoor Kengen. Hij pachtte 60 ha grond en gaf deze weer uit aan ontginningsboeren. Pionier Hein Gielen liet boerderijtjes, een winkel en een café bouwen en maakte in Holland reclame voor de goedkope grond die o.a. geschikt zou zijn voor de bloembollenteelt. Hierdoor vestigde zich diverse mensen uit de Haarlemmermeer en de Bollenstreek in Grashoek, waaronder Johannes (Jan) Spruijt, waar de latere Johan Spruijtstraat naar vernoemd is. De bollenteelt bleek géén succes op deze grond. Later werd de ontginning overgenomen door mensen van eigen streek die een beter resultaat konden bereiken. Grashoek heeft na de oorlog jaren een periode bekendgestaan om zijn pluimveesector. Op het ogenblik liggen er veel kassen en varkenshouderijen en richten steeds meer bedrijven zich op de recreatieve markt. Een steeds groot deel van haar inwoners is forens.
Rond 1900 stuurden de bewoners van dit gebied, hoewel officieel burger van de Limburgse Gemeente Helden, hun kinderen in het dichterbij gelegen Brabantse Helenaveen naar school. Na aandringen van een aantal mensen van de buurtschap de Vliegert, maar vooral ook van de gemeente Deurne (die van de gemeente Helden financiële compensatie wenste voor alle Grashoekse kinderen op de Helenaveense school) werd door de gemeente Helden op 30 december 1912 het definitief besluit genomen tot stichting van een eigen lagere school in Grashoek. De eerste steen van de nieuwe school werd anderhalf jaar later, op 16 juni 1914, gelegd door burgemeester J.W.J. Janssen van de gemeente Helden. De zegening en feestelijke ingebruikname was op 4 januari 1915. Op dit moment is Basisschool De Horizon verantwoordelijk voor het basisonderwijs in Grashoek.
Gezien de behoefte aan geestelijke begeleiding in de afgelegen gebieden, bevolkt door (citaat:) "ruwe en ongeletterde boeren", is er begin vorige eeuw een "commissie inzake stichting eener parochie te Grashoek" opgericht met als doel, de naam zegt het al, het stichten van een Roomsch Katholieke Parochie met een bijbehorende kerk. In 1918 was het dan zover. Hoewel er al eerder inwoners waren en al meerdere buurtschappen wordt dit jaar gezien als officieel stichtingsjaar van het dorp omdat dit de eerste keer was dat de verschillende buurtschappen als gezamenlijk afgebakend (parochie)gebied, de naam "Grashoek" kregen. Bij besluit van 16 december 1918 heeft Bisschop Schrijnen van Roermond de parochie onder de titel "Succuviale Kerk van het Allerheiligst Hart van Jezus" te Grashoek gesticht. Hierop hebben de eerdergenoemde buurtschappen en gehuchten op ongeveer gelijke geografische afstand van elkaar samen een eenvoudige stenen kerk gebouwd. De eerste pastoor was Pastoor H.J. Henri Vullinghs. Hij is in 1945 vanwege zijn verzetsactiviteiten door de Duitse bezetter gearresteerd en gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Hij stierf daar reeds enkele weken later.
Nadat in 1918 de eerste kerk werd gebouwd zamelden de inwoners van Grashoek geld in om een definitief en passend kerkgebouw op te richten. Jos en Pierre Cuypers jr. maakten daartoe de plannen. De Tweede Wereldoorlog zette echter een streep door de rekening. Na de Tweede Wereldoorlog ging pastoor Van der Sterren onverdroten door met het inzamelen van geld. Er was al een aardige som bijeengebracht voor de oorlog, maar dat was niet meer toereikend. Een rondgang door het dorp bracht 39.000 gulden op. ‘…een staaltje van prachtige offervaardigheid en overtuiging geven de Limburgse katholieken…”, want Grashoek was geen rijke parochie. ‘Het waren kleine boeren en arbeiders die dit bedrag bij elkaar brachten’, aldus de Maas en Roerbode. Het plan van Cuypers was helaas niet uitvoerbaar gezien de hoge kosten die eraan verbonden waren. Er werd besloten een prijsvraag uit te schrijven onder jonge architecten. Het programma van eisen schreef voor dat er 550 zitplaatsen moesten zijn van 90 bij 50 cm. De kerk diende georiënteerd te worden en de bouwkosten mochten inclusief sacristie en toren de 185.000 gulden niet overstijgen. De keuze viel uiteindelijk op architect Schwencke. In 1953 werd met man en macht aan de bouw begonnen. Omdat de door de gemeente Helden aangewezen bouwlocatie zeer laag gelegen was werd het hele dorp opgetrommeld om zand vanaf de Houwenberg naar de bouwplaats te brengen. Omdat de Houwenberg, naar later bleek, een archeologisch belangrijk gebied was, kan worden gesteld dat met de karrenvrachten zand helaas ook een deel van de historie van Grashoek onder het kerkgebouw ligt. De ceremoniële eerste steen werd gelegd op 25 oktober 1953 en de kerk werd op 9 oktober 1954 in gebruik genomen. (Bron: http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/view.jsp?content=547)
Groote Molenbeek
In Grashoek ontspringt de Groote Molenbeek. Deze stroom loopt via Sevenum, Horst en Wanssum naar de Maas. Het Grashoekse deel is voor een groot deel gekanaliseerd, maar er zijn plannen om delen ervan in oorspronkelijke, meanderende, staat te herstellen.
Natuurgebieden
Het na de ontginningen inmiddels bosrijke westelijk deel van Grashoek wordt begrensd door de Helenavaart. Doordat deze niet meer voor de scheepvaart wordt gebruikt is het gebied daarlangs veranderd in een rustig wandel- en fietsgebied. Hier liggen ook twee kleine natuurgebieden, de Scherliet en Het Kwakvors. Verder bestaat de westzijde van Grashoek uit de Marisberg, het hoogste gedeelte van de Peel.
Het ten oosten van de Helenaveenseweg gelegen deel van Grashoek bestaat grotendeels uit lager gelegen weidegebied.
Er zijn in Grashoek een viertal wegkruisen, bij Helenaveenseweg 76, bij Marisstraat 43, aan de Ontginningsweg en aan de Marisbaan (ter herinnering aan de slachtoffers van het landmijndrama vlak na de oorlog). Aan de Roomweg, ter hoogte van Kapèlkeshof, staat een wegkapel.
Pioniersmonument
Aan de Pastoor Vullinghsstraat, tussen pastorie en Ankerplaats, is op de plaats van het oude kerkhof een monument opgericht ter herinnering aan de pioniers die Grashoek hebben ontgonnen. Het oude kerkhof is in 1953 opgeheven, maar nimmer geruimd.
Vliegtuigmonument[bewerken]
Op 15 juni 1943 is boven Grashoek een Lancaster bommenwerper neergeschoten door Duitse nachtjagers. Bij de crash in de bossen van Grashoek kwamen de zeven bemanningsleden om het leven. In 2002 heeft de Werkgroep Vliegtuigmonument bij de plek van de crash een monument opgericht. Dit monument is geadopteerd door de kinderen van Basisschool De Horizon. Deze zorgen voor het onderhoud. Ongeveer 50 meter achter het monument is in het landschap nog duidelijk de plaats van inslag te herkennen. De gedenking vindt iedere 5 jaar plaats. De eerstvolgende gedenking is op 15 juni 2013. In het Grashoeks jubileumjaar 2018 is het precies 75 jaar geleden dat de bommenwerper is neergeschoten.
Kerkrazzia in Grashoek
Op 8 oktober 1944 vonden er in heel Noord-Limburg zogenaamde kerkrazzia's plaats. De razzia van Grashoek vond plaats in de vroege morgen waardoor er relatief veel mannen werden opgepakt. Alle mannen tussen de zestien en vijfenzestig jaar moesten mee. Het merendeel werd tewerkgesteld bij de Hermann Göring-Werke.
Tegen de muur van Gemeenschapshuis De Ankerplaats is een plaquette aangebracht ter herdenking van de deportatie van de meer dan 100 Grashoekse mannen tijdens de kerkrazzia van 1944 en de zeven mannen die niet zijn teruggekomen… Het monument is genaamd “Sporen die bleven”.
Helenaveen is een dorp in het hoogveengebied van de Peel, gelegen in het zuidoosten van de gemeente Deurne.
Helenaveen werd in 1853 gesticht door de Bossche opzichter van Waterstaat Jan van de Griendt, wiens vrouw Helena Panis heette. Samen met zijn broer Nicolaas van de Griendt, en G.W.J. Carp uit Arnhem kocht hij 610 ha veengrond, die hier 3-7 meter dik was. De Maatschappij Helenaveen liet een particulier kanaal, de Helenavaart, graven. De zwarte turf die hier gewonnen werd, kon daar langs worden afgevoerd naar de Noordervaart. Later werd ook turfstrooisel vervaardigd en werd de concessie uitgebreid. Er bevond zich in Helenaveen zelfs een drijvende turfstrooiselfabriek. Het turfstrooisel werd uitgevoerd naar geheel Europa en diende ter vervanging van stro in de Londense en Parijse paardenstallen voor leger en tram.
Er werden zijkanalen (wijken) gegraven. Ook werden wegen aangelegd en huizen gebouwd voor de arbeiders. Oorspronkelijk waren dit deels strooijen keten. Zo ontstond Het Helena-Veen, bijgenaamd Het Strooijen Dorp. De huizen kregen ook een stuk grond waarop de bewoners land- en tuinbouw konden beoefenen.
Uiteindelijk is Helenaveen een tuinbouwdorp geworden. De vervening is nog doorgegaan tot in de jaren '70 van de 20e eeuw.
In het dorp werden zowel een hervormde als een katholieke kerk gesticht, omdat de bevolking, grotendeels afkomstig uit Drenthe en Overijssel, sterk gemengd was van religie. Dat is ook de reden dat er zoveel 'niet-Brabantse namen' uit Helenaveen komen, zoals Ugen en Schonewille. De katholieke kerk, die in 1944 uitbrandde, was een vroege creatie van de meester-kerkenbouwer Pierre Cuypers, die onder meer de St. Willibrorduskerk van Deurne verbouwde.
Toen de gemeente Deurne bemerkte dat het ontginnen van het hoogveen winstgevend was, begon ze er zelf ook mee. De gemeente mocht echter niet van de Helenavaart gebruikmaken, zodat min of meer parallel eraan een nieuw kanaal, het Kanaal van Deurne, werd gegraven.
De Helenavaart, waaraan zowel Helenaveen als het Limburgse Griendtsveen zijn gelegen, werd gegraven voor de afvoer van de turf. Aan dit kanaal werden zogenaamde drietandwijken verbonden, drie parallelle zijkanalen die aan het einde samenkwamen en zo in het kanaal overgingen. Deze verveningsstructuur en het bijbehorende geconcentreerde fabrieksdorp Helenaveen zijn van zulke grote culturele en historische betekenis, dat het dorp in 1999 het predicaat beschermd dorpsgezicht kreeg. Helenaveen en Griendtsveen zijn de enige veenkoloniën in Zuid-Nederland.
Ten noorden van Helenaveen liggen de grote Peelreservaten Deurnsche Peel en Mariapeel. en in het zuidwesten ligt Peelreservaat Het Zinkske. Helenaveen ligt tegen de grens met Limburg.
Enkele cultuurhistorische wandelingen door Helenaveen zijn beschreven en op diverse adressen in het dorp te koop.
Beschermde status
De beschermde status van Helenaveen, zowel de cultuurhistorische als de status van beschermd natuurgebied, heeft meerdere malen tot ophef geleid onder de merendeels agrarische bevolking en partijen die voor deze bevolkingsgroep opkomen.
Op 9 november 2005 maakte de CDA-fractie in de gemeenteraad van Deurne bijvoorbeeld bekend, dat als zij na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 weer bestuurlijke verantwoording zou gaan dragen, zij een poging zouden gaan wagen bij de nationale overheid om de status van 'beschermd dorpsgezicht' na 7 jaar alweer te laten vervallen. Het zou het dorp te veel belemmeringen opleveren. De partij heeft dit na de gemeenteraadsverkiezingen niet doorgezet. Voor zover bekend is een rijksbeschermd dorpsgezicht ook nog nooit op initiatief van een lokale politieke partij van deze status ontheven.
In Helenaveen woonde de Nederlandse liedschrijver en zanger Jules de Corte.
Kaart en hoogteprofiel van de tocht
Commentaren
GPS-tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Pagina van de tocht (pdf) download
-
Origineel dossier van de auteur (gpx) download