Mooie rondwandeling door de Ospelse Peel ("Nationaal Park De Groote Peel") die eventueel ook ingekort kan worden omdat start, pauzeplaats en finish gelijk zijn aan elkaar.
U start op de parkeerplaats van
Buitencentrum De Pelen
Moostdijk 15
6035 RB Ospel-Nederweert
tel: 0031 - (0)495-64 14 97
depelen@staatsbosbeheer.nl
(Volg borden Groote Peel). Hier kunt u ook pauzeren: Telefoon:0495 641 497 http://www.nationaal-parkdegrootepeel.nl/documents/bezoekerscentrum.xml
Buitencentrum De Pelen ligt aan de rand van Nationaal Park De Groote Peel. Het is het start- en eindpunt van verschillende wandel- en fietsroutes. In het Buitencentrum zijn fiets- en wandelkaarten, boeken en souvenirs te koop. Bij de informatiebalie worden doe- en ontdektochten verhuurd en starten diverse leuke activiteiten. Ook is er de mogelijkheid tot vergaderen.
Nationaal Park De Groote Peel.
Vanwege het broedseizoen van de vele vogels die in Nationaal Park De Groote Peel verblijven, is een groot deel van het gebied van 15 maart tot en met 15 juli gesloten. In het najaar doen veel trekvogels De Groote Peel aan en is er een najaarsluiting van 15 oktober tot 1 december. De uitgezette wandelroutes van 2, 3 en 6 kilometer en een gedeelte van het gebied aan de oostzijde met een wandeling van 7 kilometer blijven in deze periode open.
Ooit was er op de grens van Brabant en Limburg een gigantisch hoogveengebied van zo'n 30.000 hectare. Door turfwinning en de daarop volgende ontginning tot landbouwgrond, is het grootste deel van dit hoogveengebied verdwenen. Wat overbleef is nog ongeveer 4000 hectare. Nationaal Park De Groote Peel beslaat daarvan zo'n 1400 hectare. De andere hoogveengebieden die nog resteren zijn de Deurnsche Peel en de Mariapeel.
Tegenwoordig is De Groote Peel een belangrijk natuurgebied waar de rust en de weidsheid herinneren aan het vroegere veen. De 'littekens' van de turfwinning geven het gebied niet alleen een historische dimensie, ze hebben ook variatie toegevoegd aan het landschap dat bestaat uit water, moeras, heide en kleine stukjes bos. De grote waterplassen, de kleine veenputjes, de peelbanen en de peelvaarten vormen samen de zichtbare geschiedenis van de turfwinning. Natuur en cultuurerfgoed zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in Nationaal Park De Groote Peel.
Nationaal Park De Groote Peel bestaat grotendeels uit een aangesloten restant hoogveen en dat is best zeldzaam in Nederland. Deze bijzondere natuur kent uiteraard ook een grote verscheidenheid aan flora en fauna. Behalve talrijke algemene planten, ook specifieke hoogveenplanten zoals diverse soorten veenmos, zonnedauw en lavendelheide. Bijzondere broedvogels zijn de geoorde fuut, nachtzwaluw en roerdomp. Maar ook zeldzame vlinders en libellen zoals het spiegeldikkopje en de venwitsnuitlibel leven er.
Landschapstypen
De Groote Peel kent vele landschapstypen: moerassen, landschappelijk open terreinen met heide en pijpenstrootje, bossen en struwelen, kleine en grote waterplassen. Voor wandelaars is het een zeer gevarieerd weids gebied met vele vergezichten.
Ontwikkeling van het landschap
Na de laatste ijstijd (zo'n 10.000 jaar geleden) werd het klimaat warmer en vochtiger. Het ijs ten noorden van Nederland begon te smelten en ons land werd natter. In de Peelstreek kon op veel plaatsen het water niet goed weg vanwege allerlei in het verleden dichtgestoven afwateringsmogelijkheden. De eerste peelvennen kondigden zich aan. In die plassen groeide eenjarige planten zoals riet en en lisdodden. Het plantmateriaal dat stierf, verteerde niet vanwege zuurstofgebrek en zo vulden de plassen zich met dode planten. Op een gegeven moment bereikte het dode plantmateriaal het wateroppervlakte: er is sprake van laagveen.
Veenmos
Aan de randen van het laagveen begon veenmos te groeien. Veenmos is een plantje dat alleen maar goed kan gedijen in voedselarme, natte omstandigheden. Net als alle andere planten heeft veenmos water nodig om te leven, maar het heeft geen wortels om het op te nemen Dat gebeurt via het blad. Als het regent zuigt het zich helemaal vol met water. Vroegen was het regenwater voedselarm en zeer geschikt voor het veenmos. Dat is nu niet meer het geval.
Hoogveenvorming
Dankzij het voedselarme regenwater gedijde het veenmos goed en langzaam maar zeker begon dat veenmos het gehele laagveen te bedekken: de hoogveenvorming was begonnen. Boven groeide het veenmospakket aan en onder stierf het af. Op sommige plaatsen ontstonden pakketten veen tot zes meter dik, maar toen waren we wel zes eeuwen verder.
De kracht van veenmos
Het veenmos groeide niet alleen over het laagveen, maar kroop ook langzaam het aangrenzende droge bos in. Omdat veenmos heel goed water kan vasthouden werd het bos steeds natter en daardoor nog geschikter voor het veenmos. Uiteindelijk stierf het bos af en viel om, terwijl het veenmos maar uitdijde. Dode bomen verdwenen uiteindelijk in het als maar doorgroeiende veenpakket. De turfstekers kwamen ze later weer tegen en namen ze mee voor de kachel. De stobben lieten ze zitten. Deze peelpuisten of veenstobben zijn in De Groote Peel, bij een niet al te hoge waterstand, nog te zien in het Meerbaansblaak.
Uiteindelijk ontwikkelde zich op deze manier op de grens van Brabant en Limburg een hoogveengebied van 30.000 hectare.
Huidige situatie
Tegenwoordig is De Groote Peel een aaneengesloten natuurgebied van 1400 hectare waar de rust en de weidsheid herinneren aan het vroegere veen. De 'littekens' van de turfwinning geven het gebied niet alleen een historische dimensie, ze hebben ook variatie toegevoegd aan het landschap dat bestaat uit water, moeras, heide en bossen en struwelen. De grote waterplassen, de kleine veenputjes, de peelbanen en de peelvaarten vormen samen de zichtbare geschiedenis van de turfwinning.
Erkend wetland
De Groote Peel is van groot belang voor watervogels, vandaar dat het park een internationaal erkend 'wetland' is. Een kleine honderd vogelsoorten broeden er en talloze trekvogels strijken er voor langere of kortere tijd neer in voor- en najaar.
Uitzonderlijke natuurkwaliteit
Vanwege zijn omvang en zijn uitzonderlijke natuurkwaliteit is De Groote Peel in 1993 aangewezen als Nationaal Park. De Groote Peel is ook aangewezen als Natura 2000 gebied. Nationaal Park De Groote Peel is in Limburg het enige zogenoemde 'Wetland'. Wetlands zijn moerassen die voor de natuur van grote betekenis zijn. De aanwijzing geschiedt op basis van een internationaal verdrag, namelijk de Ramsar-conventie.
Voor wandelaars is het gebied in werkelijkheid veel gevarieerder door allerlei overgangen tussen de verschillende landschappen.
Cultuurhistorie
In de Oude Steentijd woonden er al mensen in de Peelstreek. Aan de vondst van schrabbers, stekers, spitsen en voorwerpen van bot en hout valt af te leiden dat deze bewoners vooral leefden van de jacht en visserij.
De bewoners konden zich handhaven tot in de Jonge Steentijd. De doorzettende veengroei maakte het de mensen echter aldoor moeilijker waardoor steeds meer bewoners wegtrokken. Uit de Bronstijd en de IJzertijd zijn dan ook nauwelijks meer vondsten bekend. De bewoning was toen vrijwel onmogelijk geworden. Rond De Peel woonden overigens wel volop mensen.
Vondst
In 1910 vond turfgraver Gabriël (Gebbel) Smolenaars uit Meijel nabij Helenaveen een Romeinse verguld zilveren paradehelm. Waarschijnlijk is die helm daar als offer neergelegd.
Turfsteken
Al vanaf de 13 eeuw is bekend dat er turf gestoken werd. De turf werd vooral als brandstof gebruikt.
Halverwege de negentiende eeuw begon men grootschalig veen als brandstof (turf) te winnen. De sporen van de turfwinning in De Groote Peel zijn nog steeds duidelijk zichtbaar.
Brabant-Limburg
Aan de Brabantse kant werd het veen grotendeels door de firma van der Griendt gewonnen. Voor afwatering en transport werden vaarten en kanalen gegraven. Deze vaarten werden ook gebruikt voor de afvoer van de turf. In het Limburgse deel werd voornamelijk door particulieren turf gestoken en met karren via de uitgespaarde 'peelbanen' afgevoerd. Iedere boer groef hier turf op zijn eigen (of jaarlijks gepachte) stukje grond, waardoor veenputten (ook wel eendagsputten genaamd) van verschillende grootte en vorm ontstonden. Sporen van de peelbanen en vaarten zijn tot op de dag van vandaag nog goed zichtbaar in Nationaal Park De Groote Peel.
Meeste turf gestoken
In de periode van 1850 tot 1930 is de meeste turf uit het gebied gehaald. Omdat er in Nederland niet veel bos meer was en hout dus schaars als brandstof, werd turf een belangrijke brandstof (zowel voor privégebruik als voor de industrie). Daarnaast groeide het aantal mensen en kwam er meer industrie. Dankzij de aanleg van de Zuid-Willemsvaart ontstond een verbinding naar Oost Brabant waarover het turf vervoerd kon worden. Bovendien bouwde de mens machines voor het turfsteken. Omstreeks 1930 was er niet veel veen over. Tot begin jaren tachtig werd er nog turfstrooisel uit De Peel gehaald.
Na de turfwinning
Toen de turfwinning niet meer rendabel was en grote gebieden waren afgegraven, ging men over tot ontginning van de afgegraven delen. De aanvankelijk voor de landbouw waardeloze zandgronden, werden met kunstmest geschikt gemaakt voor weilanden en akkers. Ook de huidige De Groote Peel dreigde omgevormd te worden tot landbouwgebied.
Dankzij initiatieven om het gebied te bewaren en er een natuurreservaat van te maken werd de laatste grote ontginning in de Peel begin jaren zestig beëindigd. In totaal is 4000 hectare bewaard gebleven, daarvan ligt 1400 hectare in Nationaal Park De Groote Peel.
Waar komt de naam Peel vandaan?
Waarschijnlijk ontleent dit gebied haar naam aan de Romeinse naam Locus paludosus, hetgeen 'moerassige streek' betekent.
Planten
Meerbaansblaak met pijpenstrootje en berken
Bijzondere soorten
Van oorsprong zijn hoogveengebieden voedselarm. Door de aanvoer van voedingsstoffen via de regen is daar wel verandering in gekomen. Daardoor zijn veel algemene plantensoorten in de Peel verschenen, ten koste van de hoogveensoorten. Maar veel van de specifieke hoogveenplanten groeien er nog wel. Daar zijn dan wel heel bijzondere soorten bij. Ze hebben zo hun eigen trucs om het karige menu aan te vullen. Zoals de vleesetende zonnedauw, die met kleverige tentakels op zijn bladeren insecten vangt. Andere hoogveensoorten zijn: diverse soorten veenmos, lavendelhei, kleine veenbes, witte snavelbies, eenarig wollegras en veenpluis. Op de droge delen van De Groote Peel groeit op veel plaatsen struikheide met hier en daar klokjesgentiaan en grote wolfsklauw. In de bossen vinden we bosbes en vossenbes.
Veenmos
Er worden de laatste jaren veel maatregelen genomen in en om de Peel om de waterstand hoger en stabieler te krijgen. En niet zonder succes. De oppervlakte veenmos is de laatste jaren toegenomen in De Groote Peel. Ook de lucht is schoner geworden, waardoor er minder voedingsstoffen via de regen in het gebied komen. Maar er is nog een lange weg te gaan voordat er weer sprake is van hoogveenvorming op uitgebreide schaal en de omstandigheden maken dat het niet meer zo kan zijn als 8000 tot 10.000 jaar geleden.
Bossen
Het landschapbeeld van De Groote Peel is na de Tweede Wereldoorlog ook sterk gewijzigd. Er zijn meer bossen gekomen omdat het droger is geworden en de bodem meer voedingsstoffen bevatten. Het grootste deel van het natuurlijk aanwezige bos in Nationaal Park De Groote Peel bestaat uit berk. In de jaren zestig, zeventig zijn naaldbossen geplant en in het centrale gedeelte van het Nationaal Park zijn die later weer weggehaald. Aan de randen zijn nog naaldbossen te vinden, hoewel het beheer van Staatsbosbeheer er wel op gericht is die bossen om te vormen naar meer gevarieerde bossen met meer loofbomen.
Dieren
In Nationaal Park De Groote Peel vindt u een uitgebreide fauna. Er broeden zo'n negentig tot honderd vogelsoorten!
Blauwborst
Vogels
De combinatie van veel water en de uitgestrektheid van het gebied, dat weinig verstoord wordt door mensen, maakt het gebied uitermate geschikt voor vogels. Bijzonder aan het gebied zijn dan ook de moeras- en watervogels en de vogels die leven in landschappelijk open gebieden, onder andere: dodaars, geoorde fuut, roerdomp, grauwe gans, winter- en zomertaling, bruine kiekendief, waterral, nachtzwaluw, blauwborst en roodborsttapuit.
Kokmeeuw
De kokmeeuw is een luidruchtige alleseter en broedt met honderden paren in kolonies door de gehele Groote Peel. Vaak zijn de broedende kokmeeuwen te zien vanuit de vogelkijkhut bij het Meerbaansblaak, de grote plas die vlakbij Buitencentrum De Pelen in ligt. Reeds in het vroege voorjaar arriveren de eerste kokmeeuwen in de Peel en begint de paarvorming en de nestbouw.
Bijzondere gasten
Naast de broedvogels kunnen in De Groote Peel ook de kraanvogel, de rietgans en de klapekster aanwezig zijn. In de maanden oktober, november en maart is de kans op kraanvogels het grootst. Omwille van de kraanvogels, die vooral rond de Filosche Peel pleisteren, is het gebied ook in de herfstperiode voor publiek gesloten. De drie wandelroutes zijn wel toegankelijk.
De ganzen (rietganzen en kolganzen) zoeken in vrij grote aantallen in de omgeving van De Groote Peel naar voedsel. De ganzen benutten de plassen in het reservaat als slaapplaats, maar gaan ook naar verderaf gelegen terreinen om te slapen.
De klapekster behoort tot de vaste wintergasten van Nationaal Park De Groote Peel.
Zoogdieren
In De Groote Peel komen ongeveer 25 soorten zoogdieren voor, onder andere: ree, diverse soorten vleermuizen, wezel, hermelijn, woelrat, bunzing en sinds enkele jaren ook het wild zwijn.
Reptielen, amfibieën en vissen
Van de reptielen en de amfibieën zijn de gladde slang, de levendbarende hagedis en de heikikker belangrijke en karakteristieke soorten van Nationaal Park De Groote Peel. De Amerikaanse hondvis komt voor in de plassen in De Groote Peel. Het is de enige vissoort die in het zure water kan overleven. Hoewel dit een exoot is, is hij van belang als voedsel voor visetende vogels, zoals de roerdomp en de fuut.
Vlinders, libellen en sprinkhanen
Nationaal Park De Groote Peel kent een groot aantal soorten vlinders (ongeveer 30), libellen (ongeveer 40) en sprinkhanen (ongeveer 18). Daar zitten bijzondere soorten bij als het spiegeldikkopje, bont dikkopje, venwitsnuitlibel,bruine winterjuffer, moerassprinkhaan en zompsprinkhaan.
Beheer
Nationaal Park De Groote Peel is een beschermd gebied waarin gerecreëerd mag worden. Om ervoor te zorgen dat dit gebied in de toekomst zal blijven voortbestaan en nog mooier wordt, zijn er verschillende afspraken gemaakt. Een Beheer- en Inrichtingsplan (BIP), in 2002 vastgesteld door het Overlegorgaan. Het beheer is er op gericht om het gebied nat te houden, voedselarm, met een open landschappelijk beeld. Om een open landschap te behouden, grazen er schapen, runderen en paarden. In het gebied worden voorzieningen getroffen voor bezoekers zodat zij van het gebied kunnen genieten (wandelpaden en knuppelbruggen), maar ook zijn er voorzieningen om de rust in het gebied te bewaren (beperkte openstelling van het gebied in het vogelbroed- en trekseizoen). Meer informatie omtrent het Beheers- en inrichtingsplan. (Hier vindt u een samenvatting. Onder de knop 'Publicaties' vindt u het complete plan.)
Natura 2000 is een Europees natuurbeschermingsproject waarin invulling wordt gegeven aan de verplichtingen die voor Nederland voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Nationaal Park De Groote Peel is één van de 161 gebieden in Nederland die beschermd worden via dit programma. In het kader van Natura 2000 wordt een beheerplan voor het gebied opgesteld. Het Beheers- en Inrichtingsplan van het nationaal park zal op termijn aan dit beheerplan worden aangepast
Fotogalerie van de tocht
Kaart en hoogteprofiel van de tocht
Commentaren
GPS-tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Pagina van de tocht (pdf) download
-
Origineel dossier van de auteur (gpx) download