Rondwandeling in en rondom Brunssum. U start op de parkeerplaats van Albert Heijn aan de Kennedylaan 90 te Brunssum. Onderweg passeert u de pas gerestaureerde en mooie Clemenskerk met alle bezienswaardigheden in Merkelbeek. Vervolgens gaat de route verder richting Schinveld. Aan de rand van Schinveld wandelt u daarna op de Heidenatuurpark-weg, een mooi stukje natuur, met aan de rechterzijde het Roode Beek-dal.
De route gaat op een gegeven moment niet meer verder vanwege de in aanleg zijnde Buitenring. Door noodgedwongen een lus te maken over de Boschstraat en daarna over de Bouwbergstraat, vervolgen wij onze weg door het mooie en oude Schutterspark, waar wij weer gedeeltelijk langs de Roode Beek lopen. Het is van oorsprong een volkspark, ooit aangelegd voor de mijnwerkers, die er ontspanning vonden. Na diverse vernieuwingen is het park nu nog steeds erg in trek voor groot en klein.
• een impressie van het Schutterspark en de roeivijver van de gezellige tijd in de vijftiger jaren: https://www.youtube.com/watch?v=kAWlvGltYEg
In dit park liggen de pompgebouwen. In de tijd van de mijnen werd hier grondwater gefilterd
Nu doen deze gebouwen dienst als feesthal en expositieruimte. De gebouwen werden oorspronkelijk aangelegd door de Staatsmijnen en werden gebruikt om grondwater te ontijzeren dat vervolgens werd getransporteerd naar twee watertorens bij de staatsmijn Hendrik.
Het water werd gebruikt voor bedrijfsdoeleinden, maar voorzag ook Brunssumse woningen van kraanwater.
De pompgebouwen, elk tussen de 350 en 375 vierkante meter groot, behoren tot de laatste historische industriële restanten van de Brunssumse mijngeschiedenis.
Wij passeren de grote roeivijver en komen aan bij de pauzeplaats Schuttershuske.(gebouwd in 1921).
Pauzeplaats:
http://www.schutterspark.com/huske.html
info@schutterspark.com
Tel:045-7506964
Mob: 06-55 19 88 17
Na de pauze wandelen wij door een oude mijnwerkerskolonie: Schuttersveld:
de huisvesting van de vele mijnwerkers. In de nabijheid van de mijn Hendrik werd tussen 1918 en 1920 het ‘Schuttersveld’ met 421 woningen volgebouwd. De bewoners deelden in de loop van de jaren lief en leed. Het harde mijnwerkersbestaan eiste zijn tol van de mannen. En men stond elkaar vooral bij toen de Hendrik op 13 juli 1926 en 27 maart 1947 werd getroffen door de grootste mijnwer¬kersrampen uit de Nederlandse mijnbouwgeschiedenis, waarbij beide keren 13 koempels om het leven kwamen. De saamhorigheid was ook merkbaar in het verenigingsleven in de wijk.
-Na het oversteken van de Prins Hendriklaan vervolgen wij de route door het mooie vijverpark van Brunssum. In 1919 is deze grote vijver ontstaan in een bruinkoolgroeve. Hij is erg diep (en alleen tijdens zeer strenge winters is het mogelijk om hier te schaatsen). Wij komen in het centrum van Brunssum.
Verderop ligt rechts het witte oude Raadhuis.
De route wordt vervolgd en komt uiteindelijk weer bij de parkeerplaats uit.
Clemenskerk, Lourdesgrot en Grafmonument De Negri
De Clemenskerk is de oorspronkelijke parochiekerk van Merkelbeek. De fundamenten van de kerk dateren uit de 10e eeuw. De muur aan de zuidzijde bestaat voor een gedeelte uit breeksteen (Maaskeien) en in het metselwerk zijn nog Romeinse dakpannen verwerkt.
De Clemenskerk was al een zelfstandige parochie in 1234. In dat jaar wordt in een verslag van het Landskapittel van Susteren van 1 juni 1234 "Joannes sacerdos de Merckelbeich" genoemd. De kerken van Brunssum, Schinveld en Jabeek waren ondergeschikt aan de Duitse gemeente Gangelt. Deze parochiekerk, oorspronkelijk een zaalkerk, werd regelmatig uitgebreid of aangepast. Uit de muurankers van de toren 1746 kunnen we opmaken dat toen groot herstelwerk aan deze toren heeft plaatsgevonden. De kerk had voorheen ook zijbeuken, maar deze zijn afgebroken. De kerk heeft tot 1878 dienst gedaan als parochiekerk totdat de parochiekerk in bovenste Merkelbeek werd ingewijd. De kerk hier werd vervolgens verbouwd tot nachtkoor voor de priesters: eerst Benedictijnen en later Karmelieten. Tevens werd de binnenzijde van het kerkje vanaf 1901 voorzien van nieuwe muurschilderingen, gemaakt door Dom Romanus Jacobs. Gelijktijdig werden de grenen koorbanken aangebracht in de Kapittelzaal of het nachtkoor. Hier werden de getijden door de monnikengemeenschap gebeden of gezongen. De 8 getijden of Uren vonden tussen 5 uur in de ochtend en 20.00 uur 's avonds plaats. Het klooster naast de kerk werd steeds verder uitgebouwd. In 1904 werden de leien op het dak vervangen door pannen en werd het 'oude kerkhof' naast de kerk, waarop een Lourdesgrot was gebouwd, ommuurd.
Na de Benedictijnen hebben de Karmelieten de kerk en het klooster bewoond en gebruikt van 1923 tot 1968. Vervolgens kwamen klooster en kerk in particuliere handen (bejaardenhuis) totdat in 1992 de gemeente Brunssum eigenaar werd van het hele complex. Door inspanningen van vrijwilligers werd de kerk en de Lourdesgrot onderhouden en vonden hier regelmatig activiteiten plaats.
Lourdesgrot
Deze grot werd gebouwd in 1887 op initiatief van emeritus pastoor Kamps. Na een bezoek aan het Franse Lourdes bracht hij een stukje steen van de rots, waar nog geen 30 jaar daarvoor in 1858 Maria aan Bernadette verscheen, mee voor deze grot. Pastoor Kamps verbleef in het Klooster van de zusters van het Kostbaar Bloed, gevestigd in de voormalige pastorie. De grot werd gebouwd met veldbrandstenen van de ringovens uit de buurt tussen Merkelbeek en Brunssum. Het Mariabeeld in de grot werd geschonken door barones De Negri, die verzorgd werd in het bejaardenhuis. Op 26 juni 1887 werd de grot onder enorme belangstelling ingezegend. Het succes van de grot als bedevaartplaats was de oorzaak dat de zusters het klooster in 1892 verkochten aan de Benedictijnen. Het werd rond de grot te druk en de rust, die de ouden van dagen wensten, werd verstoord door de bedevaartgangers.
De grot bleef een grote aantrekkingskracht uitoefenen op bedevaartgangers, omdat Lourdes of te ver of te duur was. Verder vormden de pelgrims een belangrijke inkomensbron voor het klooster, dat na de Benedictijnen vanaf 1923 gebruikt werd door de orde van de Karmelieten. Tot de zestiger jaren duurde die belangstelling . In die tijd na de 2e Vaticaans concilie en de veranderingen in de Kerk en in de maatschappij vertrokken de Karmelieten al snel en verstomde het Ave Maria van de pelgrims hier.
Grafmonument de Negri
Naast de kerk bevindt zich het grafmonument van het adellijk echtpaar de Negri (Josep Antoon de Negri en Pauline Catherina Gislena Gilliodts). In de laatste levensjaren woonden zij op "De Vossenhof", tegenwoordig "Onderste Hof" naast de kerk. Het praalgraf is onlangs gerestaureerd en bevat de nog altijd de 2 intacte lijkkisten met daarboven het wapen van de familie de Negri.
Paviljoen
Het gloednieuwe paviljoen werd gebouwd in 2014 en is dus een nieuwe aanwinst voor het Clemensdomein. Van binnen is er een mooi uitzicht over het Clemensdomein en omgeving door de enorme glazen wand.
In het paviljoen is een gezellige lichte ruimte met zitplaats voor 26 personen. Binnen is met regelmaat een kleine expositie te zien met fotografie.
Het paviljoen is ook geschikt voor bijeenkomsten van kleine groepen (tot max. 25 personen). U kunt dan denken aan bedrijfstrainingen, vergaderingen en workshops . Neem voor de mogelijkheden en prijs contact op via info@clemensdomein.nl
Brunssum (Limburgs: Broenssem) is een stad en gemeente in het zuidoosten van Nederlands Limburg. De gemeente telt 28.914 inwoners (1 januari 2014, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 17,30 km².
Naast Brunssum, zijn de buurtschappen Rumpen, Treebeek, Bouwberg en De Kling of Onder-Merkelbeek in de gemeente Brunssum opgegaan.
Brunssum maakt deel uit van het bestuurlijke samenwerkingsverband Parkstad Limburg en ligt in de Oostelijke Mijnstreek. De partnergemeente van Brunssum is het Duitse Alsdorf.
Brunssumerheide
Brunssum ligt in de overgangszone tussen de Noordwest-Europese laaglanden en de Rijnse Schiefergebergte. Het reliëf bestaat uit kleine heuvels en ontstond door erosie van de aardlagen, waarvan het bovenste deel voornamelijk uit het late tertiair dateert en voor het grootste deel uit zand en lössleem bestaan. De oorspronkelijke vegetatie bestaat uit Atlantische Heide op de zandbodem en uit bos op het löss, een zeer vruchtbare kleibodem. In het noordwesten van Brunssum vindt men tegenwoordig, op plekken waar de vroegere bossen stonden, voornamelijk agrarische bedrijven. De Brunssummerheide, die onder de Vereniging Natuurmonumenten valt, ligt voornamelijk in het zuiden en in het westen van Brunssum.
In het oosten van Brunssum vloeit door het stadsgebied de Roode Beek, deels gekanaliseerd en zelfs overkluist, van zuid naar noord. De beek ontspringt in het zuiden op de Brunssummerheide, in het Landgraafse deel van de heide. Van hieruit stroomt de beek via de industriegebieden Hendrik en Bouwberg. Hierbij loopt de beek door Schutterspark. Vervolgens passeert de beek op de westoever de wijken De Egge en Oeloven om uiteindelijk via het gelijknamige gebied Rode Beek naar Schinveld over te gaan. Uiteindelijk gaat de Roode Beek over in de Geleenbeek die weer overgaat in de Maas.
De bovenste geologische laag bestaat uit Tertiaire en Kwartaire sedimenten (kiezel, zand en leem), deels afgezet door de oude lopen van de Rijn en Maas en deels van periglaciale en eolische processen. Tussen het zand, grind en klei bevindt zich in de sedimentlagen veel bruinkool, die in de 20e eeuw gefaseerd afgegraven is. Hiernaast treft men diverse soorten zand en klei aan die voor het fabriceren van bakstenen wordt gebruikt. Reeds in de prehistorie gebruikte de bandkeramische cultuur dit materiaal om kruiken en potten te fabriceren. De naam van de Brunssumse schouwburg D'r Brikke Oave (de steenoven) herinnert nog aan deze geschiedenis. Onder de losse sedimentlagen bevinden zich in noordelijke richting in steeds grotere diepte, kalk- en mergellagen uit het Krijt die aansluiten op steenlagen uit het Carboon. Deze lagen bevatten steenkool van soms wel twee meter dik. De belangrijkste lagen bestaan voornamelijk uit het gasrijke vetkool en liggen op zo’n 100 tot 900 meter diepte. Bruinkool daarentegen bevindt zich in de Tertiaire laag en daarmee net onder het aardoppervlak. Dit geldt ook voor de zilverzandafzetting. Van het zuidoosten naar het noordwesten van Brunssum loopt een belangrijke geologische breuk, de Feldbiss. Deze breuk is tektonisch nog actief en was een hindernis in de periode van de steenkoolmijnbouw. Ten westen van deze breuk zit bruinkool en zilverzand van miocene ouderdom. Ten oosten van de breuk liggen de grinden van de Kiezeloöliet Formatie van pliocene ouderdom, noordelijk overgaand in kleien met bruinkool. In oude classificaties werden de vroegste pliocene lagen het Brunssumien genoemd, tegenwoordig noemt men ze het Laagpakket van Brunssum. De Feldbissbreuk deelt Brunssum in twee delen, met het noordoostelijke deel gelegen in het Bekken van de Roode Beek en het zuidwestelijke deel op het Plateau van Doenrade.
Er zijn aanwijzingen dat in de prehistorie reeds sprake was van bewoning in het gebied om Brunssum. Dit geldt ook voor de buurgemeenten Heerlen en Landgraaf. Over deze bewoning is nog weinig bekend. Bodemvondsten en middeleeuwse vermeldingen wijzen op een ononderbroken bewoning van dit gebied in de laatste 2.000 jaar.
In de middeleeuwen werd er de landweer in het Schutterspark opgeworpen ter bescherming.
Heerlijkheid Brunssum is sinds 1150 bekend, en vormde met Schinveld en Jabeek een schepenbank. In 1609 werd de schepenbank van Brunssum, bestaande uit Brunssum, Schinveld en Jabeek, door de Spaanse regering verkocht aan Arnold III Huyn van Geleen. In 1664 ging deze heerlijkheid op in het graafschap Geleen en Amstenrade. Aan het einde van de Ancien Régime per 1794 werd Brunssum een zelfstandige gemeente.
De kerk in het centrum van Brunssum is de Heilige Gregoriuskerk. Noch van de schepenbank, noch van de parochie zijn zegels of zegelafbeeldingen bekend. Het wapen is daarom samengesteld uit het wapen van de familie Huyn en de parochieheilige.
In 1995 kreeg Brunssum landelijke bekendheid toen een Mariabeeld op miraculeuze wijze bloed zou zijn gaan huilen. Bij nader onderzoek bleek het te gaan om gesmolten lijm.
Mijnverleden
Tot het begin van de 20e eeuw was Brunssum een gehucht en leefden de bewoners voornamelijk van de landbouw. Na de oprichting van de staatsmijnen nam het aantal inwoners door vestiging van arbeiders uit andere delen van Nederland en gastarbeiders uit Zuid-Europa en Noord-Afrika snel toe. Brunssum werd een belangrijk centrum voor steen- en bruinkoolwinning. Ook werd in de nabijheid van Brunssum zilverzand afgegraven.
Voor Brunssum was in het bijzonder de staatsmijn Hendrik (1915 - 1963 / 1973), die de meeste Nederlandse mijnwerkers benodigde, het kloppend hart van stedelijke ontwikkeling. De Hendrik had de diepste mijn van Nederland. Schacht IV had een diepte van 1.058 meter.
Ook de staatsmijn Emma (1911 - 1973), in het huidige Treebeek, beïnvloedde ook de ontwikkeling van Brunssum. Tegenwoordig bevindt zich op het terrein van de Emma een immens natuurgebied met winkels, woningen, parken, een industriegebied en een verkeersader.
Steenkool
Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden knelpunten in de Nederlandse energieverzorging. Dit leidde ertoe dat Nederland een aantal staatsmijnen oprichtte. Op het gebied waar de staatsmijn Hendrik zou worden gebouwd begon men reeds in 1913 met het aanleggen van de eerste schachten. In 1917 kon men de eerste kolen delven.
Drie schachten (nummers I, II en IV) werden tussen de Brunssummerheide en de huidige wijk Rumpen opgericht. Een vierde (lucht)schacht werd op grondgebied van de gemeente Nieuwenhagen in de zuidelijke Brunssummerheide aangelegd. In de Hendrik werd namelijk het gasrijke vetkool gedolven, waarvan cokes werd gemaakt.
Door ontsnappend mijngas, technische mankementen en menselijk falen vonden in de Hendrik de meeste ongelukken van alle Nederlandse mijnen plaats. Het zwaarste ongeluk was op 24 maart 1947 en kostte 13 mensen het leven.
In het jaar 1963 fuseerden de staatsmijn Emma en de staatsmijn Hendrik. De samenwerking werd Emma-Hendrik genoemd. In 1973 stopte de mijnbouw in Brunssum. Op het voormalige mijnterrein werd de AFCENT legerbasis ingericht.
Bruinkool- en zilverzandgroeven tussen de Feldbiss en de Breuk van Heerlerheide
In de regio Brunssum bevonden zich meerdere dagbouw afgravingen. Naast bruinkool werd hier ook zand, grind en klei gedolven. Het hoogtepunt van de bruinkolenwinning lag in de jaren 50 van de 20e eeuw. Een belangrijke ontwikkeling van de bruinkolenwinning in Brunssum was de snel gestegen nationale behoefte aan primaire energiebronnen op grond van de teruggelopen import uit Engeland en Duitsland.
In 1911 werd de N.V. Bergerode, Maatschappij tot Exploitatie van Mineralen in Brunssum opgericht. De N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Bruinkolenvelden "Carisborg" was in Heerlerheide actief en was de belangrijkste firma op het gebied van de Nederlandse bruinkolenwinning. Deze werd op 22 september 1917 opgericht.
Het Vijverpark in het centrum van Brunssum is een overblijfsel van de voormalige dagbouw van de bruinkoolconcessie Brunahilde II die door de firma Bergerode geëxploiteerd werd. Hier werd direct onder het aardoppervlak een bruinkoollaag afgegraven. Na het stilleggen van de afgraving vulde het gat zich met water. De vijver die hierdoor ontstond is nu het middelpunt van het Vijverpark.
Ook in het oosten, nabij de wijk Schuttersveld, werd bruinkool aangetroffen in de concessie Brunahilde I, maar deze is nooit tot ontginning gebracht.
De Koffiepoel op de Brunssummerheide is ook het restant van een bruinkoolontginning, namelijk de concessie Energie van de firma Bergerode.
Zand en grind
Aan de rand van de Brunssummerheide wordt door de bouwstoffenindustrie nog altijd zilverzand en grind afgegraven. Grote delen van deze voormalige afgravingsgebieden staan tegenwoordig onder natuurbescherming en verwilderen tot natuurgebieden, een gedeelte werd omgevormd tot Golfclub Brunssummerheide.
NAVO-basis
Op het terrein van de voormalige staatsmijn Hendrik is sinds 2004 het hoofdkwartier van Allied Joint Force Command Headquarters Brunssum (JFC HQ Brunssum) gevestigd. Dit hoofdkwartier is de voortzetting van het voormalige HQ AFCENT en RHQ AFNORTH.
Geschiedenis Hoofdkwartier
Na het besluit van Frankrijk in 1966 om niet meer mee te doen aan de geïntegreerde militaire commando structuur van de NAVO en na sluiting van de Staatsmijnen in Zuid-Limburg, werd door Nederland de staatsmijn Hendrik, de voormalige Staatsmijn Emma en de Tapijn Kazerne aangeboden als locatie voor de vestiging van het hoofdkwartier AFCENT (Allied Forces Central Europe), dat voorheen in Fontainebleau gevestigd was. Op 1 juni 1967 werd het hoofdkwartier weer officieel in gebruik genomen in Brunssum. Inmiddels zijn de staatsmijn Emma en de Tapijn Kazerne niet meer in gebruik als deel van het JFC HQ Brunssum hoofdkwartier. Alle activiteiten van dit hoofdkwartier zijn nu geconcentreerd in Brunssum.
De militairen en burgers die op het hoofdkwartier werken vertegenwoordigen 25 van de 28 NAVO-lidstaten:
Albanië, België, Bulgarije, Canada, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Economie
Op het International militaire hoofdkwartier, JFC HQ Brunssum, werken ongeveer 630 mensen. Met alle ondersteuning, inclusief NAPMA (NATO AWACS Programme Management Agency), NCSA Sector Brunssum, de nationale delegaties en de International School zijn dit ongeveer 1700 mensen. De internationale gemeenschap in Brunssum telt ongeveer 4000 mensen, die allen geïntegreerd wonen in de regio. Het hoofdkwartier en de internationale gemeenschap geven jaarlijks ca. € 100 miljoen uit in de regio Zuid-Limburg.
De NAVO-basis ontwikkelde zich sinds de sluiting van de mijnen tot de belangrijkste economische factor in Brunssum.
In het Duitse Teveren, in de gemeente Geilenkirchen, ligt de NAVO-luchtmachtbasis NAEWF met een aantal AWACS-vliegtuigen. In Brunssum en het nabij gelegen Schinveld demonstreert de Vereniging STOP awacs tegen de geluidsoverlast die door deze vliegtuigen wordt veroorzaakt.
Brunssum heeft een aantal bezienswaardige gebouwen en monumenten.
Aan de Dorpstraat liggen enkele oude boerderijen, die aan het agrarische verleden van de gemeente herinneren.
Aan de Grachtstraat ligt het oude gasthuis uit 1781.
De modernistische Heilige Gregoriuskerk, de vierde parochiekerk in deze plaats, werd anno 1963 gebouwd naar een ontwerp van Gottfried Böhm, die in 1986 de Pritzker-prize won.
Aan de Kloosterstraat ligt het voormalige Groene Kruisgebouw uit 1934 in de stijl van het Nieuwe Bouwen. Het is een zeer goed bewaard gebleven voorbeeld van deze architectuurstroming en heeft dan ook de status van rijksmonument. Momenteel is in dit gebouw een advocatenpraktijk gevestigd.
In het noordoosten van de gemeente lag vroeger het Kasteel Op Gen Hoes (of Genhoes), waarvan tegenwoordig alleen nog een (recent gerenoveerde) vleugel resteert.
De Brunssummer Molen is een bovenslagmolen en uit de 15e eeuw.
Op het Lindeplein, voor het nieuwe gemeentehuis van Brunssum staat een achttiende-eeuwse Oostenrijkse grenspaal, weliswaar niet op zijn oorspronkelijke plaats. Identieke grenspalen zijn ook te vinden op het grondgebied van de gemeente Landgraaf, en de plaatsen Moelingen, Wezet (Visé) en Lieze (Lixhe) in België. Ze markeerden de grens tussen De Republiek en de Oostenrijkse Nederlanden, waarvan Brunssum deel uitmaakte. Aan het Lindeplein staat ook het oude Raadhuis.
De kerk St. Vincentius à Paolo in de wijk Rumpen is de eerste kerk die ontworpen is door de architect Frits Peutz.
De oude Sint-Clemenskerk van Merkelbeek, thans op het grondgebied van Brunssum.
De Bovenste Hof en de Onderste Hof, twee historische hoeves aan de Merkelbekerbeek.
Op 21 januari 2009 wezen de ministers van OCW en VROM het gebied Mijnkoloniën Brunssum, dat bestaat uit vijf mijnwerkerswijken en twee parken uit de mijnperiode die aan elkaar zijn verbonden door het oude mijnspoortracé, officieel aan als beschermd dorpsgezicht. Zie Rijksbeschermd gezicht Mijnkoloniën Brunssum en ook de Lijst van rijksmonumenten in Brunssum.
Eind november 2010 werden de plannen voor een mega-attractiepark aan de oostkant van Brunssum bekendgemaakt. Het nog op te richten attractiepark kreeg de naam Grand Canyon Park Brunssum[1], de eerste van zeven natuurattractieparken die samen de naam Nature Wonder World moeten krijgen.
In juni 2012 werd het openluchttheater in het Vijverpark heropend. Het openluchttheater dateert uit 1951 en was ontworpen door architect Bergmans in opdracht van De Staatsmijnen. Het heeft 400 zitplaatsen en tussen de tribune en het podium ligt een kleine vijver, die bedoeld is om het geluid van het podium naar de tribune te versterken.
Vakwerkhuis langs de Bouwberg[bewerken]
Het vakwerkhuis langs de Bouwberg, ook wel het huisje van Duppessjurger genoemd, dateert van rond 1870.
In de 19e eeuw probeerden een aantal Duitsers onder de strenge dienstplicht uit te komen. Hierdoor ontvluchtte een aantal Duitsers het Pruisische Rijk. Een van deze personen, Mathias Smalschläger, vluchtte naar Brunssum.
Mathias handelde in oude vodden. Langs het bospad op de Bouwberg bouwde hij rond 1870 een vakwerk arbeidershuisje dat gemaakt was uit hout, stro en leem. Van de graaf van Amstenrade, voor wie hij had gewerkt, ontving hij eiken balken voor de houten constructie van de woning. Ook kreeg hij de rest van het hout voor de bouw van de woning.
Het vakwerkhuisje is momenteel nog steeds in goede staat en één van de weinig bewaarde voorbeelden van dit type bewoning.
Beambtencasino anno 2011
De beambtencasino, een verenigingsgebouw, werd in 1921 in de mijnwerkerskolonie te Treebeek gebouwd.
Het traditioneel ogende pand was ontworpen door het Bouwbureau van de Staatsmijnen. In het verenigingsgebouw vestigden zich een theater, een melksalon en twee winkels.
Rond 1935 werd de voorgevel uitgebreid met een galerij. In 1952 werd er een kegelbaan aan het complex toegevoegd, welke in 1956 nog eens werd uitgebreid. Tussen 1975 en 1995 werd het gebouw gebruikt door de AFCENT als club voor onderofficieren.
Tegenwoordig is naast een welnesscentrum ook een fysiotherapie praktijk in het pand gevestigd.
In de gemeente binden zich ook verschillende kapellen, waaronder de Banneuxkapel aan de Schildstraat in Treebeek. Ook heeft Brunssum drie kloosters (gehad): het Barbaraklooster in Treebeek, het klooster Zonneborgh en het klooster met kapel 'Blauwe Zusters' van de Priorij van St. Benedictus.
Talen
De meest gesproken taal in Brunssum is het Nederlands, gevolgd door het Engels en het Limburgs. Het Limburgs wordt minder gesproken dan in de andere Limburgse gemeenten. Dit komt door de vestiging van inwoners van verschillende Nederlandse streken in Brunssum ten tijde van de mijnbouw. Het Engels wordt door ongeveer 3.000 mensen gesproken, de meeste van hen zijn bij het JFC HQ van de NAVO in Brunssum gevestigde buitenlandse militairen. Brunssum kent sinds de Tweede Wereldoorlog een Poolse gemeenschap. Vrije Polen die na de Tweede Wereldoorlog niet terug konden keren naar Polen vonden hier veelal emplooi in de mijnen.
Onderwijs[bewerken]
Brunssum kent geen instelling waar hoger onderwijs wordt gegeven, maar heeft als bijzonderheid wel de AFNorth International School. Zoals de naam al aangeeft is deze school bedoeld voor de kinderen van de medewerkers van de Brunssumse NAVO-basis. De naam van de school is met de naamsverandering van AFNORTH naar JFC HQ in 2004 niet mee veranderd.
De dichtstbijzijnde mbo-school is het Arcus College, die zich in Heerlen bevindt. De dichtstbijzijnde hogeschool ligt in Heerlen. De dichtstbijzijnde universiteit bevindt zich in Maastricht.
Folkloristische Parade
De Parade is een vierjaarlijks festival en vindt zijn oorsprong in 1953. Uit solidariteit met de slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland wordt het Carnaval dat jaar afgelast. Als alternatief vindt in de zomer een bescheiden driedaags folkloristisch festival plaats. In de loop van de jaren is dit initiatief uitgegroeid tot het grootste werelddansfestival in Nederland en één van de grootste in Europa. De 10de Internationale Folkloristische Parade in 1992 is zelfs het grootste CIOFF-festival ter wereld (ruim 35 deelnemende landen).
Met de eerste CIOFF Wereld Folkoriade in 1996 wordt een nieuw hoogtepunt bereikt. Hiervoor komen in totaal 75 groepen uit 60 verschillende landen naar Brunssum om gedurende 10 dagen samen te zingen, dansen en muziek te maken. In 2004 sloeg de Parade een nieuwe weg in door naast de traditionele elementen ook aandacht te schenken aan de hedendaagse dans- en muziekcultuur met de thema's Salsa en Flamenco. In 2012 gaat de Parade terug naar haar "roots", met een vijfdaags festival waarin veel aandacht is voor verbroedering en het thema "digging & dancing": een verwijzing naar het Zuid-Limburgse mijnverleden.
Sinds 30 en 31 oktober 2004 vindt jaarlijks het Brunssums Oktoberfeest plaats. De eerste drie jaren gebeurde dit in zaal D'r Brikke Oave. Na de feesten van 2006 stapte vrijwel het volledige bestuur op. Onder leiding van een nieuw bestuur werd in 2007 het feest georganiseerd in een grote tent op het Lindeplein in het centrum van Brunssum. Tevens werd het in plaats van een tweedaags evenement een driedaags evenement op de vrijdag, zaterdag en zondag. Dit bleek een gouden zet. Zowel in 2007 als 2008 was de zaterdagavond volledig uitverkocht. In 2008 trok het evenement bijna 4.000 bezoekers. De Brunssumse Oktoberfeesten vinden ieder jaar plaats in het laatste weekend van oktober. Vooral veel bekende en grote artiesten uit het Zillertal, een dal in de Oostenrijkse provincie Tirol, staan altijd op het programma. De vrijdagavond is vooral regionaal gericht. In 2009 stond een grote internationale artiest op het programma: DJ Ötzi.
Verdere informatie onder
http://clemensdomein.nl/index.phpFotogalerie van de tocht
Kaart en hoogteprofiel van de tocht
Commentaren
GPS-tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Pagina van de tocht (pdf) download
-
Origineel dossier van de auteur (gpx) download