Mooie rondwandeling door het Leudal in Midden-Limburg, deels langs een mooi meanderende beek, waarbij u langs meerdere bijzondere lacaties komt als bijvoorbeeld de St. Servatiuskkapel in Nunhem, de Leudalmolen, de pas gerestuareerde watremolen nabij het Leudalmuseum, etc.
U start op de parkeerplaats nabij het Leudalmuseum in Haelen, Roggelseweg 56.
Pauzemogelijkheid bij: Rstaurant de Busjop
Busschopsweg 9
6093 AA, Heythuysen, Limburg, Nederland
475-491139
www.debusjop.nl
info@debusjop.nl
Deze wandeling draagt deels het premium wandelkwaliteitsteken. Premium staat voor het hoogste wandelgenot via gecertificeerde wandelroutes met een uitstekende bewegwijzering en afwisselende landschappen. In het Leudal stuit je overal op historisch interessante plaatsen en typische bijzonderheden van dit unieke landschap, waar het heerlijk toeven is en dat buitengewone belevenissen biedt. Zo ligt de watermolen St. Ursula, die al in de 16e eeuw als olie- en korenmolen werd gebruikt, midden in het landschap met beken en weiden met een prachtige oude boomgaard.
Het Kloosterhof St. Elisabethhof is een schitterende vierkante boerderij met bakhuis, vermoedelijk uit de 13e eeuw. Het Leudalmuseum wordt omgeven door een bloementuin. Iedere wandelaar zal van de rijke afwisseling van de routes tussen bossen en velden, weilanden en holle wegen genieten – niet alleen in de zomer, maar ook met alle bekoringen van de winter.Dit door water gekenmerkte landschap heeft niet alleen de wandelaar die op zoek is naar ontspanning heel veel te bieden, maar ook de liefhebber en kenner van de unieke dieren- en plantenwereld. De specifieke bodem- en klimaatomstandigheden bieden zeldzame planten een ideaal leefgebied. In de moerasbossen van de vochtige beekdalen komen onder andere de dotterbloem, de waterviolier en de goudveil voor. Ook vind je talrijke zeggevegetaties op allerlei vochtige plekken. In de drogere gebieden kunnen in het voorjaar onder andere bosanemonen en sleutelbloemen worden bewonderd.
De veelsoortige vogelwereld laat het hart van vogelaars sneller kloppen: onderweg kun je bijvoorbeeld de zwarte en de groene specht, de gele kwikstaart, de goudvink, de sperwer en de boomvalk tegenkomen. Aan de steile beekoevers tref je ook de ijsvogel aan. Reeën en vossen vinden hier ideale leefomstandigheden. Zelfs bevers hebben het gebied ontdekt. De Leumolen fingeert als korenmolen en oliemolen. Het betreft een onderslagmolen. De molen werd voor het eerst vermeld in 1461, hoewel er al een vermelding is van een molen te Nunhem uit 1276, maar het is niet zeker of dat dezelfde molen betrof. De molen is in bedrijf geweest tot de jaren '50 van de 20e eeuw, waarna ze is stilgelegd. In 1961 is ze gerestaureerd en was ze als korenmolen weer maalvaardig. Er kwam een nieuw houten waterrad. In 2008 werd ook de oliemolen gerestaureerd en kon er weer olie worden geslagen. Tussen Leubeek en Zelsterbeek, loop je langs de Groaveberg. Het is niet uitgesloten dat deze berg een motte of een grafheuvel is. In de loop van de 11e eeuw is bij de heersende elite het 'motte-kasteel' in zwang gekomen. Op een tot 16 m hoge opgeworpen of verhoogde heuvel met steile hellingen en vaak omgeven door een gracht, werd een gebouw of toren neergezet. Het plateau op de top was meestal omheind met een pallissade. Vele mottes werden in historische bronnen aangeduid als 'berg'. Deze mottes waren altijd uit militair oogpunt, dus op strategische plaatsen opgeworpen, ze varieerden sterk in grootte. De diameter aan de voet kon 20 tot 110 m zijn, de hoogte was minimaal 3 m. Mogelijk is de 8 m hoge Graoveberg een motte. De berg ligt strategisch bij een doorwaadbare plaats in de beek aan een van de oudste oost-west verbindingen in het Leudal, het Lange Pad. Bodemonderzoek in 2004 heeft echter geen aanwijzingen opgeleverd voor deze theorie. Alleen staat vast dat de heuveltop door mensenhanden is afgevlakt.
De volksmond vertelt een ander verhaal over het ontstaan van de berg. In Roggel leefde eens een gravin die aangezien werd voor een heks. Toen ze stierf besloot men haar te begraven in het Leudal en het graf zo massief te bedekken dat haar geest er niet meer uit zou kunnen komen. Alle boeren werden opgeroepen mee te werken en zo ontstond grafheuvel de 'Graovinneberg', later afgesleten tot Graoveberg. De bijnaam van de bult bij de beek is dan ook niet onverwacht 'de Heksenberg'.
Haelen is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg. Het vormt sinds 2007 een deel van de gemeente Leudal. Daarvoor hoorde het bij de gelijknamige gemeente Haelen. Het telt circa 4300 inwoners. In het dorp spreekt men een Limburgs dialect, het 'Haeles'. De omgeving van het dorp wordt al vanaf de steentijd bewoond. Dit is vastgesteld aan de hand van archeologische vondsten. De reden voor deze vroege bewoning is dat Haelen nabij de hoge(re) zandgronden langs het Leudal ligt.
In de feodale tijd behoorde Haelen tot het Prinsbisdom Luik, dat in de 18e eeuw onder Pruisisch toezicht kwam. In de Franse tijd behoorde het van 1800 tot 1814 tot het departement van de Beneden-Maas, daarna maakte het deel uit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, totdat het bij de Belgische Revolutie van 1830 ingedeeld werd bij Nederlands Limburg.
Het dorp is heden ten dage niet veel meer dan een gemeente-dorp. Het dorp is goed bereikbaar, mede daardoor is er een redelijk groot industriepark met lichte industrie.
Het Leudal. Het gebied is met name bekend vanwege zijn beekdalen. Een gebied van 315 ha is aangewezen als Natura 2000-gebied.
Door het gebied stromen de Tungelroyse Beek (ter plekke ook Leubeek genoemd) en de Zelsterbeek. Tussen Nunhem en Neer vloeien die samen tot de Neerbeek. Slechts enkele honderden meters verderop voegt zich ook de Haelense Beek daarbij, die kilometerslang net zuidelijk en oostelijk van het reservaat loopt. De Leubeek is in het verleden grotendeels gekanaliseerd. Maar aan het begin van 21e eeuw is een belangrijk stuk van de oude beekloop met zijn meanders weer hersteld. Bovenstrooms van het Leudal zijn of worden verschillende beektrajecten hersteld, met name delen van de Tungelroyse Beek en de Roggelse Beek.
Midden in het gebied ligt de Sint-Ursulamolen of Leumolen uit 1773 (vernoemd naar Sint-Ursula). Het is een watermolen, gebruikt voor graan en olie.
Het Leudal is een betrekkelijk hooggelegen dekzandgebied aan de westoever van de Maas, met afzettingen uit de laatste ijstijd. Je vindt er beekdalen, landduinen en bosvennen. Door de ligging in een landschap met Maasterrassen en vrij grote hoogteverschillen stromen de beken snel en zijn de beekdalen opvallend diep in het zand ingesneden.
De hoogste natuurwaarden van het Leudal vindt men in de beekdalen. De vegetatie is er zeer gevarieerd. Bijzonder zijn de diepst ingesneden dalen vanwege de daar optredende kwel en de daarbij behorende vegetatie. De natte bossen in de diepe beekdalen behoren tot bijzondere bostypen (elzenbroek, Vogelkers-Essenbos, Haagbeukenbos, berkenbroek). Daarin treft men vooral soorten aan die op diepe kwel wijzen, zoals grote hoeveelheden goudveil, dotterbloem en waterviolier. In poelen en moerasjes groeien verder slangenwortel, elzenzegge, stijve zegge, gagelstruwelen en adderwortel.
Op betrekkelijk voedselarme plekken in het beekdal bloeien in het voorjaar de slanke sleutelbloem, bosanemoon, dalkruid en lelietjes-van-dalen. Ten oosten van het Elizabethklooster liggen schrale graslanden met o.a. gevlekte orchis. (Het kloostercomplex ligt in de natuur langs de weg Haelen-Roggel, bij de afslag Heythuysen. Vlakbij ligt de parkeerplaats voor het natuurgebied Leudal. Het complex is omgeven door een grote parkachtige tuin).
Ook de hogere gronden vormen een gevarieerd natuurgebied met bos (bestaande uit loofbomen en naaldbomen), kleine heideveldjes en droge graslanden. Ook zijn er akkers en weiden te vinden.
Ook de fauna is zeer gevarieerd. Naast vos en ree komen er dassen voor en andere marterachtigen; in de omgeving zwerft een groep wilde zwijnen rond. In 2002 zijn er bevers uitgezet die het goed lijken te doen.
Bijzondere vogelsoorten zijn zwarte specht, groene specht, middelste bonte specht, goudvink, grote gele kwikstaart, sperwer en boomvalk. Bovendien zijn er ijsvogels te vinden, die aan het gebied met steile zandoevers en visrijke beken een ideale habitat hebben. Verder verdient de phegeavlinder een vermelding.
Het hermeanderen van de beken in het Leudal is nog lang niet afgerond. Aan het herstel van een natuurlijke waterhuishouding in het Leudal en omgeving zitten nog meer problemen vast. Zo staan er verschillende watermolens in de omgeving: de Sint-Elisabethsmolen (ruïne), de Leumolen of Sint-Ursulamolen (gerestaureerd) en in Neer, direct benedenstrooms van het natuurgebied, de Friedesse Molen (gerestaureerd). Bij deze molens zijn vispassages nodig, die enkele jaren geleden zijn aangelegd.
Staatsbosbeheer laat een deel van de droge graslanden in het gebied begrazen door paarden.
Het Leudal is een zeer populair wandelgebied en wordt onder andere aangedaan door het Peellandpad, maar er zijn ook veel kortere wandelroutes te vinden, waarvan een aantal gemarkeerd is met gekleurde paaltjes. Deze beginnen vlak bij het Leudalmuseum, gevestigd in de Sint Elisabethshof. Dit museum geeft informatie over de flora en fauna, de archeologie, heemkunde en wat geschiedenis (met name de Tweede Wereldoorlog) van het gebied. Verder lopen er ruiterpaden door het gebied en fietspaden als onderdeel van het fietsroutenetwerk.
In het door Staatsbosbeheer beheerde gedeelte zijn weinig overnachtingsmogelijkheden (wel wat van Staatsbosbeheer zelf), maar in de directe omgeving zijn er onder meer campings.
Heythuysen (Limburgs: Heitse) is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg, gemeente Leudal met ruim 6420 inwoners. De naam Heythuysen is afkomstig van 'heidehuizen', welke naam voor zichzelf spreekt. De lokale bevolking gebruikt als bijnaam voor Heythuysen de flatteuze term 'Klein Paries' (Klein Parijs).
Veel van de dorpse bebouwing in het centrum van Heythuysen is in de loop van de jaren vervangen door meer stedelijke nieuwbouw. Het oude gemeentehuis in het centrum is vervangen door een nieuw pand aan de rand van het dorp.
De kerk van Heythuysen is gebouwd in 1504. In 2002 was het 75 jaar geleden dat de kerk voor het laatst is verbouwd. In 1927 werd hij verbouwd door architect Caspar Franssen uit Roermond. De kerk werd langer gemaakt. Naast de kerk staat de Missiekapel. Die werd gebouwd van 1850 tot 1851 door Mathias Verkoelen.
Naast de kerk telt het dorp nog negen rijksmonumenten, waaronder de in 1861 gebouwde korenmolen Sint-Antonius. Op 13 november 2003 onthulde de ambassadeur van Nieuw-Zeeland het Lancastermonument ter herinnering aan het neerstorten van de Lancaster van de Nieuw-Zeelandse luchtmacht op 21 juli 1944. Bron: www.oorlogsmonumenten.nl.
Further information at
http://www.leudal.nl/galéria trás
Mapa trasy a výškový profil
komentáre
GPS trasy
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
list trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download