Mooie rondwandeling in het Leudal van Heythuysen, de kleine Bedelaar met uilentoren van prof. Eugene Dubois naar Haelen.
U start op de parkeerplaats van restaurant "De Busjop", Busschopsweg 9 in Heythuysen.
Pauzegelegenheid bij: Brasserie 't Koetshuys Kasteel Aldenghoor,
Kasteellaan 9
6081 AN Haelen
Vera Helwegen
Tel. 0475 - 203 247/0646593338
www.kasteelaldenghoor.nl
info@kasteelaldenghoor.nl
Heythuysen (Limburgs: Heitse) is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg, gemeente Leudal met ruim 6420 inwoners. De naam Heythuysen is afkomstig van 'heidehuizen', welke naam voor zichzelf spreekt. De lokale bevolking gebruikt als bijnaam voor Heythuysen de flatteuze term 'Klein Paries' (Klein Parijs).
Veel van de dorpse bebouwing in het centrum van Heythuysen is in de loop van de jaren vervangen door meer stedelijke nieuwbouw. Het oude gemeentehuis in het centrum is vervangen door een nieuw pand aan de rand van het dorp.
De kerk van Heythuysen is gebouwd in 1504. In 2002 was het 75 jaar geleden dat de kerk voor het laatst is verbouwd. In 1927 werd hij verbouwd door architect Caspar Franssen uit Roermond. De kerk werd langer gemaakt. Naast de kerk staat de Missiekapel. Die werd gebouwd van 1850 tot 1851 door Mathias Verkoelen.
Naast de kerk telt het dorp nog negen rijksmonumenten, waaronder de in 1861 gebouwde korenmolen Sint-Antonius. Op 13 november 2003 onthulde de ambassadeur van Nieuw-Zeeland het Lancastermonument ter herinnering aan het neerstorten van de Lancaster van de Nieuw-Zeelandse luchtmacht op 21 juli 1944. Bron: www.oorlogsmonumenten.nl.
Het Leudal is een natuurgebied in de Nederlandse provincie Limburg. Het is gelegen tussen de dorpskernen Haelen, Roggel, Neer, Nunhem en Heythuysen in de gemeente Leudal.
Het natuurgebied omvat zo'n 900 ha, waarvan een groot deel (500 ha) als reservaat beheerd wordt door Staatsbosbeheer. Het gebied is met name bekend vanwege zijn beekdalen. Een gebied van 315 ha is aangewezen als Natura 2000-gebied.
Door het gebied stromen de Tungelroyse Beek (ter plekke ook Leubeek genoemd) en de Zelsterbeek. Tussen Nunhem en Neer vloeien die samen tot de Neerbeek. Slechts enkele honderden meters verderop voegt zich ook de Haelense Beek daarbij, die kilometerslang net zuidelijk en oostelijk van het reservaat loopt. De Leubeek is in het verleden grotendeels gekanaliseerd. Maar aan het begin van 21e eeuw is een belangrijk stuk van de oude beekloop met zijn meanders weer hersteld. Bovenstrooms van het Leudal zijn of worden verschillende beektrajecten hersteld, met name delen van de Tungelroyse Beek en de Roggelse Beek.
Midden in het gebied ligt de Sint-Ursulamolen of Leumolen uit 1773 (vernoemd naar Sint-Ursula). Het is een watermolen, gebruikt voor graan en olie.
Het Leudal is een betrekkelijk hooggelegen dekzandgebied aan de westoever van de Maas, met afzettingen uit de laatste ijstijd. Je vindt er beekdalen, landduinen en bosvennen. Door de ligging in een landschap met Maasterrassen en vrij grote hoogteverschillen stromen de beken snel en zijn de beekdalen opvallend diep in het zand ingesneden.
De hoogste natuurwaarden van het Leudal vindt men in de beekdalen. De vegetatie is er zeer gevarieerd. Bijzonder zijn de diepst ingesneden dalen vanwege de daar optredende kwel en de daarbij behorende vegetatie. De natte bossen in de diepe beekdalen behoren tot bijzondere bostypen (elzenbroek, Vogelkers-Essenbos, Haagbeukenbos, berkenbroek). Daarin treft men vooral soorten aan die op diepe kwel wijzen, zoals grote hoeveelheden goudveil, dotterbloem en waterviolier. In poelen en moerasjes groeien verder slangenwortel, elzenzegge, stijve zegge, gagelstruwelen en adderwortel.
Op betrekkelijk voedselarme plekken in het beekdal bloeien in het voorjaar de slanke sleutelbloem, bosanemoon, dalkruid en lelietjes-van-dalen. Ten oosten van het Elizabethklooster liggen schrale graslanden met o.a. gevlekte orchis. (Het kloostercomplex ligt in de natuur langs de weg Haelen-Roggel, bij de afslag Heythuysen. Vlakbij ligt de parkeerplaats voor het natuurgebied Leudal. Het complex is omgeven door een grote parkachtige tuin).
Ook de hogere gronden vormen een gevarieerd natuurgebied met bos (bestaande uit loofbomen en naaldbomen), kleine heideveldjes en droge graslanden. Ook zijn er akkers en weiden te vinden.
Ook de fauna is zeer gevarieerd. Naast vos en ree komen er dassen voor en andere marterachtigen; in de omgeving zwerft een groep wilde zwijnen rond. In 2002 zijn er bevers uitgezet die het goed lijken te doen.
Bijzondere vogelsoorten zijn zwarte specht, groene specht, middelste bonte specht, goudvink, grote gele kwikstaart, sperwer en boomvalk. Bovendien zijn er ijsvogels te vinden, die aan het gebied met steile zandoevers en visrijke beken een ideale habitat hebben. Verder verdient de phegeavlinder een vermelding.
Het hermeanderen van de beken in het Leudal is nog lang niet afgerond. Aan het herstel van een natuurlijke waterhuishouding in het Leudal en omgeving zitten nog meer problemen vast. Zo staan er verschillende watermolens in de omgeving: de Sint-Elisabethsmolen (ruïne), de Leumolen of Sint-Ursulamolen (gerestaureerd) en in Neer, direct benedenstrooms van het natuurgebied, de Friedesse Molen (gerestaureerd). Bij deze molens zijn vispassages nodig, die enkele jaren geleden zijn aangelegd.
Staatsbosbeheer laat een deel van de droge graslanden in het gebied begrazen door paarden.
Het Leudal is een zeer populair wandelgebied en wordt onder andere aangedaan door het Peellandpad, maar er zijn ook veel kortere wandelroutes te vinden, waarvan een aantal gemarkeerd is met gekleurde paaltjes. Deze beginnen vlak bij het Leudalmuseum, gevestigd in de Sint Elisabethshof. Dit museum geeft informatie over de flora en fauna, de archeologie, heemkunde en wat geschiedenis (met name de Tweede Wereldoorlog) van het gebied. Verder lopen er ruiterpaden door het gebied en fietspaden als onderdeel van het fietsroutenetwerk.
In het door Staatsbosbeheer beheerde gedeelte zijn weinig overnachtingsmogelijkheden (wel wat van Staatsbosbeheer zelf), maar in de directe omgeving zijn er onder meer campings.
De Bedelaar is de naam van een landgoed ten westen van Haelen. Het landgoed meet 38 ha.
Geschiedenis
Dit landgoed kreeg bekendheid door toedoen van de paleontoloog Eugène Dubois, ontdekker van de Homo erectus. Vanaf 1902 kreeg hij belangstelling voor de kleigroeven te Tegelen en liet daar opgravingen uitvoeren. Op het landgoed De Bedelaar wilde hij een reconstructie inrichten van het landschap zoals dat er bij Tegelen ooit uitgezien moest hebben. Het heidegebied werd in bos veranderd, er werden tal van exotische zaden ingevoerd en ook het ven werd door hem voedselrijk gemaakt en van exotische waterplanten voorzien.
Op het landgoed richtte hij aanvankelijk een houten huisje op, maar in 1910 kwam er een stenen villa met achthoekige toren, waarin zich de werkkamer van Dubois bevond. In 1931 werd de toren verhoogd en als vleermuisverblijf ingericht. In 1939 werd nog een extra verdieping op het huis geplaatst.
Reeds in 1916 bouwde Dubois een houten vleermuistoren naar Amerikaans model. Dit is tegenwoordig een rijksmonument. In 1937 liet hij bovendien een vijftien meter hoge stenen toren bouwen, de Uilentoren. Deze werd verwarmd via een stookkanaal om uilen en vleermuizen in de winter een aangename temperatuur te bezorgen. De toren werd in 2011 gerestaureerd. De bedoeling van dergelijke torens was om insecten respectievelijk knaagdieren op biologische wijze te bestrijden.
In 1940 stierf Dubois. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de toren nog gebruikt als schuilplaats voor onderduikers. Na de oorlog werd het een rusthuis voor beambten van de Staatsmijnen, waartoe de villa werd uitgebreid. In de jaren '70 van de 20e eeuw werd het gekocht door de Zusters van Heythuysen, welke in 1993 weer vertrokken. Daarna was er leegstand, vervolgens was het ook groepshotel en vergaderaccommodatie. In 2008 kwam de villa aan de Stichting Wonen Limburg en werd het een beschermde woonvoorziening voor mensen met een psychiatrische achtergrond.
Legende
Het landgoed komt aan zijn ietwat merkwaardige naam door een legende. Ooit zou hier een kasteel hebben gestaan. Op een avond kwam een bedelaar langs, die echter op een uiterst hardvochtige wijze de deur werd gewezen. Daarop vervloekte de bedelaar het huis en zijn bewoners. Toen nu de torenklok 12 uur 's-nachts sloeg, verzonk het kasteel met zijn bewoners in het moeras. Daar ligt nu het ven: Groote Bedelaar. Er is ook nog een kleiner ven, Kleine Bedelaar geheten.
Haelen (Limburgs: Hale) is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg. Het vormt sinds 2007 een deel van de gemeente Leudal. Daarvoor hoorde het bij de gelijknamige gemeente Haelen. Het telt circa 4300 inwoners. In het dorp spreekt men een Limburgs dialect, het 'Haeles'.
De omgeving van het dorp wordt al vanaf de steentijd bewoond. Dit is vastgesteld aan de hand van archeologische vondsten. De reden voor deze vroege bewoning is dat Haelen nabij de hoge(re) zandgronden langs het Leudal ligt.
Haelen werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1240. In de feodale tijd behoorde Haelen tot het Graafschap Horn en vanaf circa 1570 bij het Prinsbisdom Luik. In 1679 werd Haelen een zelfstandige heerlijkheid. In de Franse tijd behoorde het van 1800 tot 1814 tot het departement van de Beneden-Maas, daarna maakte het deel uit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, totdat het als gevolg van de Belgische Revolutie van 1830 ingedeeld werd bij Nederlands Limburg.
In de loop van de 19e eeuw vormde zich, ten noorden van Kasteel Aldenghoor, een dorpskern, en vooral na de Tweede Wereldoorlog werd het dorp, vooral in westelijke richting, uitgebreid met diverse woonwijken.
Het huidige kasteel was oorspronkelijk een versterkt huis en stamt naar alle waarschijnlijkheid uit de twaalfde eeuw. Rond 1435 werd het huis uitgebreid met grachten en wallen. Sinds die tijd spreken we van een kasteel. Rond 1600 werden de woonvleugels opgetrokken en in 1750 de toegangspoort. Kasteel Aldenghoor ligt in het Midden-Limburgse Haelen en is gebouwd door de heren Van Ghoor en Van Horne.
Vroeger heette Kasteel Aldenghoor gewoon Kasteel Ghoor. Omdat er in Neer ook een kasteel Ghoor stond werd het kasteel in Haelen Kasteel Aldenghoor genoemd en het Kasteel in Neer Kasteel Neyenghoor. Kasteel Aldenghoor is gebouwd op een moeras. Vandaar de naam Ghoor wat in het Limburgse dialect moeras betekent.
Further information at
https://www.kasteelaldenghoor.nl/kasteelaldenghoorgaléria trás
Mapa trasy a výškový profil
komentáre
GPS trasy
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
list trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download