Mooie rondwandeling vanuit Haelen via Hoogbroek, Kloppenven, Houterven, Kleine bede-laar, Langven en Nunhemmer-heide.
U start bij de kerk te Haelen, Parkeerplaats Kerkplein.
Pauzemogelijkheid na afspraak bij boerderijwinkel Heijerhof,
Beekkant 9,
6095 PE Baexem
Tel: 0475-451330
www.desmaakvanleudal.nl
Haelen (Limburgs: Hale) is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg. Het vormt sinds 2007 een deel van de gemeente Leudal. Daarvoor hoorde het bij de gelijknamige gemeente Haelen. Het telt circa 4300 inwoners. In het dorp spreekt men een Limburgs dialect, het 'Haeles'.
Geschiedenis
De omgeving van het dorp wordt al vanaf de steentijd bewoond. Dit is vastgesteld aan de hand van archeologische vondsten. De reden voor deze vroege bewoning is dat Haelen nabij de hoge(re) zandgronden langs het Leudal ligt.
In de feodale tijd behoorde Haelen tot het Prinsbisdom Luik, dat in de 18e eeuw onder Pruisisch toezicht kwam. In de Franse tijd behoorde het van 1800 tot 1814 tot het departement van de Beneden-Maas, daarna maakte het deel uit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, totdat het bij de Belgische Revolutie van 1830 ingedeeld werd bij Nederlands Limburg.
Het dorp is heden ten dage niet veel meer dan een gemeente-dorp. Het dorp is goed bereikbaar, mede daardoor is er een redelijk groot industriepark met lichte industrie.
Haelen heeft een eigen carnavalsvereniging, 'De Vreigeliers' genaamd. Rond de carnavalsperiode is Haelen even getransformeerd tot 't Vreigelriek.
De Heijerhof is een biologisch gemengd bedrijf in het Limburgse Baexem. De oude traditionele boerderij ligt in een bosrijke omgeving (tussen het Leudal en Exaten) in een zeer typisch landschap van laaglandbeken. De multifunctionele boerderij herbergt zoogkoeien met kalfjes, schapen, geiten, varkens en kippen.
In de moestuin vindt u allerlei vergeten en niet vergeten groenten. Ook kunt u een kijkje nemen in de boomgaard en de takkenbosoven. De boer en boerin verzorgen lunches, buffetten en barbecues op de boerderij en op locatie. Heijerhof is tevens een zorgboerderij.
Landgoed Exaten en het aangrenzende Haelense Beekdal omvat een oppervlakte van 211 ha, ten oosten van Baexem en Grathem. Naald- en eikenbos, lanen van beuk en Amerikaanse eik, hakhoutwallen, weilanden en akkers, deels grenzend aan de Haelense beek, wisselen elkaar af. Verder liggen er twee opvallende boerderijen: Stockxhof en Exatenhof. De Haelense beek en de n68 doorsnijden Landgoed Exaten. De zuidzijde grenst aan de Beegderheide, de noordzijde loopt via Landgoed Beijlshof over in het Leudal.De geschiedenis van Exaten is verbonden met enkele oude gebouwen. Het gebied ontleent zijn naam aan een van de drie kastelen die deze omgeving rijk was. Kasteel Exaten wordt voor het eerst in 1241 genoemd. Van dit kasteel resten slechts enkele delen die zijn opgenomen in een later gebouwd kloostercomplex [1872- 1967]. Dit klooster werd later politieschool en is nu in gebruik als asielzoekerscentrum. Uit een oude akte uit circa 1500 blijkt dat beide hoeves er toen al waren. Op de plaats van de Stockxhof stond in 1329 al een schuur. De huidige Exatenhof stamt uit de 19e eeuw, de Stockxhof uit de 17e eeuw. Uit de aanwezigheid van deze gebouwen blijkt dat het Haelense beekdal een gunstig gebied was voor landbouwers. Dit is ook af te leiden uit de ligging van de boerderijen, juist op de overgang van hoge zandgronden naar vochtige beekdalgronden. De hogere gronden werden benut als akker en hakhoutbos, de beekdalgronden als wei- en hooiland en water uit de beek diende als watervoorraad. Aanwezigheid van 'bruine enkeerdgronden' in het gebied, ontstaan door eeuwenlange bemesting met stalmest, bewijst het langdurig gebruik. Ondanks het nog relatief gave beekdallandschap zijn er toch diverse stevige ingrepen geweest. De aanleg van de n68 in de jaren '70 waarvoor de 'Fransche Berg' van 42 m hoog en een aantal vennen moest wijken. Verdroging trad op door de normalisatie van de Haelense Beek in 1950 en de aanleg van een drinkwaterpompstation in 1958. In de periode 1930-1960 werd het heide- en stuifzandgebied, beplant met grove den, Corsicaanse den, lariks en fijnspar. In 1973 kocht Het Limburgs Landschap het landgoed aan met als doel een betere bescherming. In 2004 vond een gebiedsuitbreiding plaats toen via een ruilverkaveling beekdalgronden tussen Baexem en Grathem in eigendom kwamen.Exaten kan in drie delen worden gesplitst: de Haelense Beek, het dal eromheen en de hoge zandgronden ten oosten ervan. De in 1950 rechtgetrokken Haelense Beek kreeg in 2002 haar natuurlijke loop terug. Oude meanderbochten werden hersteld inclusief vlakke en steile oevers. De beek heeft nu een veel langere en ondiepere loop, met hier en daar afgetakte, niet stromende meanders. Deze afwisseling is ideaal voor allerlei water- en moerasplanten, amfibieën als de gewone pad, libellen en andere waterdieren, die geleidelijk het gebied weer koloniseren. In het beekdal staan enkele populierenbosjes met een struiklaag van zwarte elzen. Weilanden nemen echter de grootste oppervlakte van het dal in. Hierin zijn ten behoeve van de amfibieënfauna zeven poelen aangelegd. De graslanden in het gebied worden in de zomer gemaaid of begraasd. Bijzonder is dat er ook 's winters koeien lopen. Het zijn de galloways van de Stichting, uit natuurontwikkelingsgebieden in het Midden-Limburgse Maasdal, die vanwege overstromingsrisico naar deze hoogwatervrije winterverblijfplaats worden gebracht. Zo wordt overigens ook het vroegere trekgedrag van wilde runderen enigszins geïmiteerd. Ze trokken ooit van hoog- naar laaggelegen gebieden, in dat verre verleden niet gehinderd door bijvoorbeeld prikkeldraadrasters en drukke wegen. Op de overgang van het beekdal naar de zandgronden, is plaatselijk nog een steilrand van enkele meters hoog te zien. Dit is het leefgebied van de geelgors, een soort die zeker niet Zeldzaam is in het kleinschalige Limburgse cultuurlandschap. De kerkuil broedt regelmatig op de Stockxhof. Op de akkers vallen de velden met rode zonnehoed op. De pachter teelt ze voor de farmaceutische industrie. Behalve nuttig en mooi is dit gewas ook ideaal voor vlinders als atalanta, dagpauwoog, witjes, kleine vos en koninginnepages. Op de zandgronden staan vooral naaldbossen met een struiklaag van wilde lijsterbes en ruwe berk. Lanen van beuk en Amerikaanse eik doorsnijden het gebied. Het bos heeft een relatief open structuur. Hiervan profiteren de levendbarende hagedis, de boompieper en de geelgors. Aan de zuidzijde van Exaten, op de grens met de Beegderheide, liggen twee vennetjes met onder andere dopheide, bruine snavelbies, kleine zonnedauw en moeraswolfsklauw. Tevens leeft hier de heikikker.
Het Leudal is een natuurgebied in de Nederlandse provincie Limburg. Het is gelegen tussen de dorpskernen Haelen, Roggel, Neer, Nunhem en Heythuysen in de gemeente Leudal.
Het natuurgebied omvat zo'n 900 ha, waarvan een groot deel (500 ha) als reservaat beheerd wordt door Staatsbosbeheer. Het gebied is met name bekend vanwege zijn beekdalen. Een gebied van 315 ha is aangewezen als Natura 2000-gebied.
Door het gebied stromen de Tungelroyse Beek (ter plekke ook Leubeek genoemd) en de Zelsterbeek. Tussen Nunhem en Neer vloeien die samen tot de Neerbeek. Slechts enkele honderden meters verderop voegt zich ook de Haelense Beek daarbij, die kilometerslang net zuidelijk en oostelijk van het reservaat loopt. De Leubeek is in het verleden grotendeels gekanaliseerd. Maar aan het begin van 21e eeuw is een belangrijk stuk van de oude beekloop met zijn meanders weer hersteld. Bovenstrooms van het Leudal zijn of worden verschillende beektrajecten hersteld, met name delen van de Tungelroyse Beek en de Roggelse Beek.
Midden in het gebied ligt de Sint-Ursulamolen of Leumolen uit 1773 (vernoemd naar Sint-Ursula). Het is een watermolen, gebruikt voor graan en olie.
Het Leudal is een betrekkelijk hooggelegen dekzandgebied aan de westoever van de Maas, met afzettingen uit de laatste ijstijd. Je vindt er beekdalen, landduinen en bosvennen. Door de ligging in een landschap met Maasterrassen en vrij grote hoogteverschillen stromen de beken snel en zijn de beekdalen opvallend diep in het zand ingesneden.
De hoogste natuurwaarden van het Leudal vindt men in de beekdalen. De vegetatie is er zeer gevarieerd. Bijzonder zijn de diepst ingesneden dalen vanwege de daar optredende kwel en de daarbij behorende vegetatie. De natte bossen in de diepe beekdalen behoren tot bijzondere bostypen (elzenbroek, Vogelkers-Essenbos, Haagbeukenbos, berkenbroek). Daarin treft men vooral soorten aan die op diepe kwel wijzen, zoals grote hoeveelheden goudveil, dotterbloem en waterviolier. In poelen en moerasjes groeien verder slangenwortel, elzenzegge, stijve zegge, gagelstruwelen en adderwortel.
Op betrekkelijk voedselarme plekken in het beekdal bloeien in het voorjaar de slanke sleutelbloem, bosanemoon, dalkruid en lelietjes-van-dalen. Ten oosten van het Elizabethklooster liggen schrale graslanden met o.a. gevlekte orchis. (Het kloostercomplex ligt in de natuur langs de weg Haelen-Roggel, bij de afslag Heythuysen. Vlakbij ligt de parkeerplaats voor het natuurgebied Leudal. Het complex is omgeven door een grote parkachtige tuin).
Ook de hogere gronden vormen een gevarieerd natuurgebied met bos (bestaande uit loofbomen en naaldbomen), kleine heideveldjes en droge graslanden. Ook zijn er akkers en weiden te vinden.
Ook de fauna is zeer gevarieerd. Naast vos en ree komen er dassen voor en andere marterachtigen; in de omgeving zwerft een groep wilde zwijnen rond. In 2002 zijn er bevers uitgezet die het goed lijken te doen.
Bijzondere vogelsoorten zijn zwarte specht, groene specht, middelste bonte specht, goudvink, grote gele kwikstaart, sperwer en boomvalk. Bovendien zijn er ijsvogels te vinden, die aan het gebied met steile zandoevers en visrijke beken een ideale habitat hebben. Verder verdient de phegeavlinder een vermelding.
Het hermeanderen van de beken in het Leudal is nog lang niet afgerond. Aan het herstel van een natuurlijke waterhuishouding in het Leudal en omgeving zitten nog meer problemen vast. Zo staan er verschillende watermolens in de omgeving: de Sint-Elisabethsmolen (ruïne), de Leumolen of Sint-Ursulamolen (gerestaureerd) en in Neer, direct benedenstrooms van het natuurgebied, de Friedesse Molen (gerestaureerd). Bij deze molens zijn vispassages nodig, die enkele jaren geleden zijn aangelegd.
Staatsbosbeheer laat een deel van de droge graslanden in het gebied begrazen door paarden.
Het Leudal is een zeer populair wandelgebied en wordt onder andere aangedaan door het Peellandpad, maar er zijn ook veel kortere wandelroutes te vinden, waarvan een aantal gemarkeerd is met gekleurde paaltjes. Deze beginnen vlak bij het Leudalmuseum, gevestigd in de Sint Elisabethshof. Dit museum geeft informatie over de flora en fauna, de archeologie, heemkunde en wat geschiedenis (met name de Tweede Wereldoorlog) van het gebied. Verder lopen er ruiterpaden door het gebied en fietspaden als onderdeel van het fietsroutenetwerk.
In het door Staatsbosbeheer beheerde gedeelte zijn weinig overnachtingsmogelijkheden (wel wat van Staatsbosbeheer zelf), maar in de directe omgeving zijn er onder meer campings.
Galeria trasy
Mapa trasy i profil wysokości
Komentarze
GPS tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Karta trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download