Mooie rondwandeling waarbij u zowel door de bebouwde kom als in open veld wandelt, met enkele mooie bezienswaardigheden zoals de Roertunnel in de A73, kasteeltje Hattem, het Nationaal Herdekningspunt en Indiëmonument met herinnering aan meerdere oorlogen.
U start op parkeerplaats 1, Oude Keulsebaan in Roermond.
Pauzegelegenheid bij cafë Hendrikx, Julianaplein 12 in Herten. Tel. 0475333619
Roermond (in het Limburgs: Remunj) is een stad in de Nederlandse provincie Limburg. Zij is de stedelijke kern van de gelijknamige gemeente Roermond. De gemeente had op 1 januari 2014 een inwoneraantal van 56.980. Roermond ligt aan de samenvloeiing van de Roer in de Maas. De stad heeft een rijk verleden: zij was in de late middeleeuwen een Hanzestad, en een van de vier hoofdsteden van het oude Hertogdom Gelre, tweede in omvang en grootste qua handel.
Hoewel de naam doet vermoeden dat zij naar de monding van de Roer verwijst, is dat niet zo. Aan de monding van de Roer lag de plaats aanvankelijk niet. Pas in 14e eeuw (1338 tot 1342) werd de Maas kunstmatig ongeveer 7 km oostelijk naar de stad toe verlegd.
Diverse andere verklaringen zijn evenmin voldoende onderbouwd en houdbaar. Zo heeft men wel gesteld, dat het tweede woorddeel zou komen van monte, een "landschappelijke verhoging", die dan wellicht versterkt was. Anderen leidden het terug op een Keltisch-Germaans monde, dat "brug" zou betekenen. De rivier de Roer zou voorts genoemd zijn naar Rura, een oude Keltisch-Germaanse godin, die met water in verband werd gebracht. De naam Roermond zou dan "brug van Rura" betekenen. Al deze verklaringen zijn halfbakken en schieten in meerdere of mindere mate tekort.
Het nu Limburgse Roermond was aanvankelijk een Gelderse stad (een deel van het huidige Roermond-Zuid lag echter binnen het toenmalige hertogdom Gulik.) Het later als Overkwartier van Gelre aangeduide gewest heeft aan de basis gelegen van het huidige Noord-Limburg, maar ook Roermond maakte er deel van uit. Roermond wordt voor het eerst vermeld in 1204 en in 1214 werd ze verwoest tijdens de Duitse troonstrijd. Graaf Gerard III stichtte er in 1224 een abdij. Aan deze Munsterabdij herinnert het voornaamste monument van de stad: de romaanse Munsterkerk. Roermond kreeg in 1231 stadsrechten van graaf Otto II. In 1441 werd de stad aan de Maas lid van de Hanze en in 1472 kreeg ze het muntrecht.
Ernst Casimir van Nassau-Dietz was vooral bekend als een uitstekend militair leider tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hij sneuvelde op 58 jarige leeftijd tijdens het beleg van Roermond in 1632. Tijdens het inspecteren van de loopgraven werd hij getroffen door een musketschot in zijn hoofd. De fatale kogel en de hoed die Ernst Casimir op had liggen opgeborgen in het historie huis van de Stad Roermond. Ernst Casimir word nog steeds geëerd in Roermond; zo staat er een monument ter ere van Ernst Casimir voor de ingang van het Designer outlet center. Op de plek waar Ernst Casimir is gesneuveld staat een kapelletje met een Maria beeldje er in (Kapellerlaan). De Ernst Casimir passage en de Ernst Casimir flat zijn naar hem vernoemd.
De hoofdstad van het Gelderse Overkwartier kwam in 1543 met de rest van Gelre in handen van keizer Karel V. In 1554 en 1665 vonden in Roermond grote stadsbranden plaats. In 1559 werd de stad een bisschopszetel. In 1572 werd Roermond veroverd door Willem van Oranje, maar datzelfde jaar nog heroverd door Don Frederik (zie Bezetting van Roermond (1572)). Na de ondertekening van het Eeuwig Edict door Don Juan in 1577 trokken de Spaanse troepen zich terug. Vanaf 1579 kwam ze als deel van de Zuidelijke Nederlanden onder Spaans bestuur te staan (Spaans Gelre), met een onderbreking van 1632 tot het beleg van 1637, waarin Roermond Staats was.
Ook van 1702 tot 1716 hoorde Roermond tot de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Spaanse successieoorlog, die in deze periode werd uitgevochten, leidde ertoe dat Roermond in 1716 deel ging uitmaken van Oostenrijks Gelre.
De Fransen onder leiding van Francisco de Miranda bezetten de stad in 1792. Ze verschenen opnieuw in 1794, waarna de stad tot 1814 Frans bleef. De laatste van de vele kloosters in de stad werden in deze periode opgeheven. Pas sinds 1814 is Roermond een Limburgse stad, inmiddels als deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Van 1830 tot 1839 maakte Roermond nog een periode onder Belgisch gezag door.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog lag Roermond enkele maanden in de frontlijn. De westoever van de Maas was al op 14 november 1944 bevrijd door de verovering van de sluis bij Panheel, en van daaruit werd de stad met artillerie beschoten. De bevolking werd geëvacueerd en de toren van de kathedraal werd door de Duitse bezetter opgeblazen. De stad werd bevrijd op 1 maart 1945 door soldaten van de US 9th Army tijdens de operatie Grenade.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de gemeente uitgebreid met het grondgebied van Maasniel en Herten. De opkomst van de textielindustrie (onder anderen Van de Kimmenade) maakte (tijdelijk) een einde aan de werkloosheid die hier na de Tweede Wereldoorlog heerste. De inmiddels tot een middelgrote stad uitgegroeide plaats kreeg in 1993 en 1995 te maken met overstromingen, waarbij delen van de bevolking werden geëvacueerd.
Na de Tweede Wereldoorlog had zo'n 90% van de bebouwing in Roermond schade opgelopen. Onder de algemene leus die in Nederland heerste, "Nederland zal herrijzen", begon de stad aan de herstelwerkzaamheden. Een belangrijke gebeurtenis was het gereedkomen van de tunnel onder het spoor in 1956, waarmee het centrum van de stad met de nieuwe, oostelijk gelegen wijken werd verbonden. Een van die wijken was het Roermondse Veld, en later ontstonden ook de Kemp (zuidoosten) en de villawijk Roer (zuidwesten). Deze grootschalige wijken zorgden voor een snelle bevolkingsgroei, maar hadden als keerzijde dat de aan woningbouw toegekende grond van de gemeente spoedig was volgebouwd. Ook werd in deze periode begonnen met de bouw van de 176-meter hoge radio-TV toren, deze kwam in 1964 gereed (in 2007 ingekort tot 156 m). Met de annexatie van Maasniel in 1959 kreeg de stad nieuwe grond, die zich uitstrekte tot aan de grens met Duitsland; de nieuwe gemeentegrens werd tevens Rijksgrens. Dat de plattelandsgemeente Maasniel bij het stedelijke Roermond werd gevoegd vormde in 1959 de eerste grote herindeling in Nederlands Limburg. De kwestie Maasniel geeft een doorkijk op de ontwikkeling van stad-land relaties in Midden-Limburg.
De groei zette zich voort in de aanleg van een tweetal grote industrieterreinen: in het noorden openden Prinses Beatrix en Prins Claus in 1967 de Willem-Alexanderhaven, genoemd naar hun zoon, omdat het de eerste officiële handeling was die ze na zijn geboorte verrichtten. In het zuidoosten werd het 450 ha grote industrieterrein Heide (nu beter bekend als Heide-Roerstreek) aangelegd, in samenwerking met vier andere Roerstreekgemeenten. Omdat de industriële ontwikkeling gelijk zou moeten lopen met de woningbouw, werd begonnen met de aanleg van de Donderberg. Deze wijk, die op grondgebied van de voormalige gemeente Maasniel werd gebouwd, bestond uit een vijftal grote flats, die samen met de omliggende laagbouw 13.000 bewoners huisvesten. Deze flats waren de eerste eerste hoogbouwprojecten van Roermond. Ook de aanleg van de N280 tussen Roermond en Baexem en de komst van Hema en V&D zorgden voor een impuls in de stad
Met de fusie van Herten in 1991, kreeg Roermond nieuwe uitbreidingsmogelijkheden. Het van oorsprong kleine dorpje groeide in 15 jaar uit tot een volwaardige woonwijk en zal na de voltooiing van de wijk Oolderveste (900 woningen) in 2012 nagenoeg zijn volgebouwd. De Maasplassen leggen de stad beperkingen op wat betreft uitbreiding in het westen, en hoewel er plannen bestaan voor woonwijken op het water (Nautisch Kwartier, 600 woningen), richt de stad zich momenteel op het oostelijk gebied. In 2009 wordt begonnen met de bouw van Tegelarijeveld Oost (200 woningen), waarmee de eerste aanzet tot een dergelijke uitbreiding is begonnen. Op de planning staat verder de woonwijk Kaleidos in het Melickerveld, globaal gelegen tussen de N293, Heinsbergerweg en de wijken Kitskensdal en Kitskensberg, waar 800 woningen moeten verrijzen. Hierdoor ontstaat een aaneengesloten bebouwd gebied tussen Roermond en Melick. De stad aast verder al lange tijd op het Leropperveld, een grootschalig natuurgebied tussen Roermond en Lerop, waar ruimte is voor woningbouw. Weerstand van de gemeente Roerdalen en natuurbeschermingsgroepen en politieke belemmeringen zorgen ervoor dat een woningbouwplan (maximaal 3100 woningen) hier voorlopig van de baan is. Verder krijgt de wijk Asenray er 2 buurten bij. Een wijk met 251 woningen en een (vedische) wijk met 71 woningen
In de stad zelf bouwt Roermond op een aantal locaties de hoogte in: Ernst Casimirtoren (44 meter), Kazernevoorterrein (45 meter), Kantoortoren Stationspark (69 meter), woontoren Toerist (40 meter) en Natalinitoren (61 meter) zijn enkele hoogbouwprojecten die tot 2011 worden gerealiseerd. Er bestaan plannen om het stationsgebied opnieuw in te richten. Zo is er ook de toekomstige woon/cultuurwijk Roerdelta (1500 woningen), waarvoor al sinds de eeuwwisseling plannen bestaan. Ook wordt in 2010 gestart met de bouw van het nieuwe ziekenhuis
Vier Australische toeristen werden op 27 mei 1990 op de markt in Roermond onder vuur genomen, terwijl zij foto's maakten van het stadhuis. Twee van hen, de 24-jarige Stephen Melrose en de 28-jarige Nicholas Spanos, vonden de dood. Later bleek het om een vergissing te gaan. Een dag later verklaarde het Noord-Ierse bevrijdingsleger IRA, dat zij het gemunt hadden op Britse militairen die in Duitsland, vlak bij Roermond, gelegerd waren.
De aardbeving in Roermond
In de vroege ochtend van 13 april 1992 werden om 03:20 uur veel Nederlanders opgeschrikt door een krachtige aardbeving. Het epicentrum lag enige kilometers ten zuidoosten van Roermond in Sint Odiliënberg. De aardbeving had een sterkte van 5,8 op de Schaal van Richter. De aardbeving werd gevoeld tot in België, Tsjechië, Zwitserland, Frankrijk en Engeland en is voor zover bekend de sterkste die ooit in Nederland is waargenomen. In het gebied tussen Roermond, Maaseik en Heinsberg is aanzienlijke schade aangericht met een intensiteit van ruim VII op de 12-delige Schaal van Mercalli. In het landschap traden landafschuivingen, oeververzakkingen en zandfonteinen op. Dergelijke verschijnselen ontstaan door het trillen van de met water verzadigde bodem. De schade aan gebouwen bleef beperkt omdat de aardbeving ongeveer op een diepte van 17 kilometer optrad.
Andere (lichte) aardbevingen bij Roermond waren de beving van 17 februari 2001 om 01.54 uur met een sterkte van 2,7 en de beving van dinsdag 28 november 2006 om 10.15 uur met een sterkte van 2,5 op de schaal van Richter. De beving van 2 september 2008 vond vlak voor 02.00 uur plaats en had een kracht van 2 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag ten noorden van de Duitse grensplaats Gangelt ter hoogte van Koningsbosch. De aardbeving, die geen schade aanrichtte, vond plaats op een diepte van 15,8 kilometer in de Peelrandbreuk.
Op 20 januari 2013 vond een beving in Midden-Limburg plaats. Die werd onder meer gevoeld in Vlodrop, Haelen en Roermond, maar ook in Helden en Susteren. De beving was enkele minuten voor half acht en duurde een paar seconden. Het epicentrum lag volgens het European-Mediterranean Seismological Centre op vier kilometer van Maasbracht, op een diepte van 8 kilometer. De beving had een sterkte van 3,4 op de schaal van Richter. Het KNMI meldt dat de aardbeving een kracht van 3,1 had en dat het epicentrum bij Sint joost lag op een diepte van ruim 23 kilometer.
De Roertunnel is een landtunnel in de Rijksweg 73. De tunnel werd op 18 februari 2008 (gedeeltelijk) opengesteld voor verkeer. Het is met 2,45 kilometer de langste landtunnel voor autoverkeer van Nederland (de Boortunnel Groene Hart in de HSL-Zuid, voor treinen dus, is 7 km lang). De tunnel bestaat uit twee tunnelbuizen, gescheiden door een vluchtgang. In de tunnel geldt een maximumsnelheid van 100 km/uur. De tunnelbuizen zijn voorzien van een op afstand bestuurbaar blussysteem.
Sinds de opening van de tunnel hebben diverse veiligheidsafsluitingen plaatsgevonden. Daarnaast leiden noodafsluitingen af en toe tot files. Aannemerscombinatie Besix-Strukton was verantwoordelijk voor de bouw en het in ruw afleveren van de tunnel. Daarna volgde plaatsing van de veiligheidsvoorzieningen, asfaltering en installatie van de verlichting en alle andere apparatuur door VolkerWesselsTunnelTechniek (VWTT)
Omdat Rijksweg 73 bij Roermond door verschillende woonwijken en het natuurgebied Roerdal loopt, was het plan om hier een tunnel aan te leggen met een totale lengte van 2,4 kilometer. Daarvan loopt 1,2 kilometer onder stedelijk gebied; 900 meter onder de rivier de Roer, gebouwd met een bouwdok en een zinksleuf; en 300 meter in het Roerdal. Dit laatste gedeelte was het meest complex: grondwater dreigt naar boven te komen en zou de Rijksweg blank kunnen zetten. Om dat te voorkomen is zo'n 19.000 m² folie gelegd.
Het stedelijk gebied van de Roertunnel loopt vanaf de Heidebaan tot aan de Heinsbergerweg door de wijken Kitskensberg en De Kemp. Dit gedeelte is ruim 1,2 kilometer lang en beslaat dus de helft van de gehele lengte van de tunnel. In dit deel van de tunnel heeft de aannemer een lange bouwsleuf gegraven waarin vervolgens de tunnelmoten werden gemaakt van beton. Dit gebeurde met behulp van een mobiele bekisting in een drie-weken-schema, waarbij achtereenvolgens eerst de vloeren werden gestort, daarna de tussenwanden en vervolgens de zijwanden en het dek. Op die manier ontstond langzaam de betonnen ruwbouw van de tunnel. In juli 2006 waren de werkzaamheden betreft de ruwbouw hier afgerond en kon worden begonnen met de afwerking. Dit hield onder andere in het betegelen van de binnenwanden en het plaatsen van kozijnen en deuren bij de vluchtgangen en de hulpverleningsvoorzieningen. Bij de noordelijke ingang van de tunnel, die gelegen is in het stedelijk gebied, verrees een van de drie dienstgebouwen, waarin de technische apparatuur van de tunnel wordt geplaatst.
Nadat de tunnel hier gereed was, werd het afgedekt met een laag aarde, waardoor de tunnel aan het oog onttrokken is. Begin 2008 heeft de gemeente Roermond boven dit gedeelte van de tunnel de Sint Wirosingel opnieuw aangelegd en ligt er een nieuw fietspad langs deze weg. Daarnaast worden er woningen gebouwd en krijgt het gebied een groenachtig karakter.
Bouwdok. Met behulp van mobiele bekisting werden hier de tunnelmoten vervaardigd.
Het bouwdok was gelegen nabij de Heinsbergerweg en was ca. 300 meter lang en 15 meter diep. Nadat dit dok was uitgegraven heeft de aannemer hier twee tunnelelementen, bestaande uit 6 tunnelmoten (25 meter lengte per moot) gebouwd. De bouwkuip is vervolgens onder water gezet waarna de elementen naar hun huidige plek in het Roerdal konden worden gebracht. Dit wordt de afzinkmethode genoemd. De aannemer herhaalde deze bouwmethode nog een keer en bouwde de tunnel vervolgens in het bouwdok af.
Het plaatsen van de eerste tunnelmoten verliep niet geheel vlekkeloos. Boomstronken en ander door de Roer meegevoerd "afval", zorgden ervoor dat de eerste tunnelmoot, Goedele genaamd, niet op de juiste plaats kon worden gezet. Nadat de aannemer met een speciale schraper over de bodem was gegaan en het afval had verwijderd, werd Goedele succesvol op zijn plaats gezet. Nadat de tunnel hier was afgemaakt, werd deze afgedekt met een laag zand. Hiermee is de tunnel aan het zicht onttrokken en kan de natuur zich weer herstellen.
Bij de Heinsbergerweg werd eveneens een dienstgebouw gebouwd, waarin technische apparatuur van de Roertunnel is geplaatst.
Bij de zuidingang van de Roertunnel werd een ca. 19.000 m² groot folie geplaatst.
Het Roerdal was het meest complexe gedeelte van de Roertunnel. Omdat het riviertje de Roer hier stroomt, moest daar rekening mee worden gehouden. Men wilde de Roer ongestoord laten stromen. De tunnel loopt onder de Roer door en bereikt hier het diepste punt, -12 meter. Na het passeren van de Roer stijgt de tunnel langzaam, om vervolgens weer boven maaiveld te komen. Om te zorgen dat het grondwater de autosnelweg niet kan bereiken heeft de aannemer hier een ca. 19.000 m² groot plasticfolie geplaatst. Daar werd vervolgens een laag zand overheen gelegd, waar later de weg op is aangelegd.
Ook bij de zuidelijke ingang van de tunnel, nabij de Roer, is een van de drie dienstgebouwen gebouwd.
Problemen bij openstelling
Doordat installatie van de vereiste veiligheidsvoorzieningen meer tijd vergde dan gepland, werd de oorspronkelijke openingsdatum 1 januari 2008 niet gehaald. Vanaf eind 2008 volgde een gedeeltelijke openstelling, met in beide richtingen één rijbaan, met een snelheidsbeperking; intussen kon de aannemer doorwerken. Begin 2009 volgde de uiteindelijke openstelling.
De noordelijke ingang van de Roertunnel in aanbouw.
Hoewel het in de planning lag de Rijksweg 73 en de daarbij behorende tunnels op 1 januari 2008 open te stellen, bleek in november 2007 dat zowel de tunnel bij Swalmen als de Roertunnel op die datum nog niet gereed zouden zijn. De aannemer had de werkzaamheden voor de installatie van een modern blussysteem onderschat. Zowel Rijkswaterstaat als de provincie Limburg en de gemeente Roermond reageerden verbaasd. In eerste instantie wilde Rijkswaterstaat de beide tunnels tot september 2008 afsluiten, zodat de aannemer voldoende tijd zou hebben om de klus te klaren. Na verzet vanuit de gemeente Roermond, die vreesde voor verstoppingen in de stad als de snelweg al wel, maar de tunnel nog niet open zou zijn, gingen de tunnels op 18 februari 2008 beperkt open: er was één rijbaan per rijrichting beschikbaar, met een maximumsnelheid van 70 km/uur, en alleen op werkdagen.
Op 18 februari 2008, de eerste dag van de openstelling, deed zich het eerste probleem voor. Het camerasysteem van de tunnel in Swalmen was in de noord-zuidtunnelbuis uitgevallen, waardoor Rijkswaterstaat geen zicht had in de tunnel. Besloten werd om de slagbomen voor de tunnel dicht te laten om te voorkomen dat zich onveilige situaties zouden voordoen. Het gevolg was een kilometerslange file voor de tunnel. Het verkeer richting het zuiden werd bij de afrit in Beesel van de weg geleid; automobilisten die deze afrit net gepasseerd waren stonden anderhalf uur vast voor de slagbomen. Daarna was het camerasysteem weer in werking gesteld en konden zij hun route vervolgen.
Tien dagen na de openstelling werd geconstateerd dat de Roertunnel 11 keer was afgesloten. In de meeste gevallen was er niets aan de hand en sprongen stoplichten zomaar op rood of gingen slagbomen zonder enkele reden naar beneden. Op 28 februari 2008 reed een te hoge truck de Roertunnel in, met opnieuw files als gevolg. Rijkswaterstaat besloot daarop de tunnels in het weekend van 1 en 2 maart af te sluiten voor een grondige inspectie. Wethouder Jos van Rey uitte weer zijn ongenoegen, refererend aan de verkeersdrukte die de afsluiting in de stad teweegbracht.
Vervolgens gingen de tunnels vanaf 15 november 2008 tijdelijk weer alle dagen van de week open, na druk van lokale winkeliers. Vanaf 6 januari 2009 gingen de tunnels 9 weken helemaal dicht om de nieuw geïnstalleerde systemen te kunnen testen.
Kasteeltje Hattem is het kleinste kasteel van Nederland en ligt op 1 km van het centrum van Roermond. Het is gelegen in een schitterend park met eeuwenoude bomen, omgeven door een vijver en slotgracht.
Op het landgoed bevinden zich het kasteeltje en twee koetshuizen. In het kasteel bevindt zich een stijlvol restaurant voor lunch en diner, verder een gezellige proeverij-bar voor lichte lunch van de kleine kaart, borrel of heerlijk kopje koffie.
Vistrap ECI zeer succesvol
Voor het derde jaar op rij blijkt dat de vispassage bij de ECI-centrale in de Roer bij Roermond zeer succesvol is. Recente monitoringsgegevens van Waterschap Roer en Overmaas tonen dit aan. In 2011 zijn bij de passage maar liefst 16.764 vissen gevangen, verdeeld over 39 soorten. De meest voorkomende vissen in de Roer bij Roermond zijn de zalm, brasem, blankvoorn en aal. Dankzij de vispassage kunnen de vissen de waterkrachtcentrale goed passeren om stroomopwaarts te paaien.
Sinds de aanleg van de vispassage bij de ECI in 2008 houden vrijwilligers dagelijks bij hoeveel vissen stroomopwaarts en stroomafwaarts zwemmen. Met name de zalmachtigen gedijen goed in de Roer. In 2011 werden met name de Atlantische zalm, zeeforel, beekforel, regenboogforel en Elsässer saibling gezien. Van de overige vissoorten kwamen de blankvoorn, brasem en de aal het meest voor.
Opvallende vangsten
Opvallend waren de vangsten van drie zeeforellen (48, 58, 60 cm) en twee zalmen (70, 95 cm) die vermoedelijk afgepaaid waren. Dit kunnen de eerste tekenen zijn van een meer natuurlijke voortplantingscyclus van Atlantische zalm en zeeforel in de Roer. Er werden drie vissoorten gevangen die nog niet eerder in de vangkooi waren waargenomen, namelijk de giebel, karper en Europese meerval. De rivierprikken zijn aan een opmars bezig. In 2011 werden voor het eerst rivierprikken in de Roer gevangen. In totaal zijn er afgelopen jaar 105 rivierprikken geteld.
Vistrek mogelijk maken
Stuwen en dammen zijn onneembare barrières voor vissen in hun tocht stroomopwaarts om te paaien. De vispassage bij de ECI centrale is in 2008 aangelegd om vistrek mogelijk te maken. Dankzij de vispassage kunnen de vissen een hoogteverschil van 2,5 meter overbruggen en zo hun tocht door de Roer vervolgen.
Kijkvenster onder water
De ECI vispassage heeft een bezoekersruimte met kijkvenster onder water. Hier kunnen bezoekers de vissen door de Roer zien zwemmen. Een bezichtiging is te boeken via de VVV Midden-Limburg.
Galeria trasy
Mapa trasy i profil wysokości
Komentarze
GPS tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Karta trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download