Rondwandeling vanaf de parkeerplaats van Eynderhoof in Nederweert-eind via natuurgebieden de Banen en Sarsven, oversteek van de Noordervaart middels de Niesakkerbrug naar Ospel (pauzeplaats) en daarna weer terug via oversteek van de Noordervaart (Leveroysebrug) naar het startpunt..
Startpunt: parkeerplaatsen van Stichting Eynderhoof, Milderspaat 1, Nederweert-eind.
Pauzemogelijkheid bij Café "De Prins", Onze Lieve Vrouwestraat 81 te Ospel. Tel. 0495-633 008 of 06-23546525. cafedeprins@live.nl
Nederweert-Eind (Limburgs: D'Indj) is een kleine kern, onderdeel van de gemeente Nederweert in de Nederlandse provincie Limburg.
In het dorp bevinden zich een bakkerij, twee cafés, een kerk, een boerderijwinkel, een mini-camping, een manege en een openluchtmuseum. In totaal wonen er circa 1600 mensen in Nederweert-Eind.
Het openluchtmuseum Eynderhoof is een door vrijwilligers gerund museum, waar het leven rond het begin van de 20e eeuw wordt uitgebeeld. De moderne kerk is gewijd aan St. Gerardus en was in de jaren 50 van de 20e eeuw een klein bedevaartsoord voor deze heilige.
In het dorp wordt tevens het grootste ambachtenfestival van Nederland gehouden op de tweede zondag van augustus. Dit festival heet Festeynder.
Openluchtmuseum Eynderhoof is een mooi en levendig Peeldorp waar je na het passeren van de ijzeren poort meteen terug gaat in de tijd van rond 1900. Eynderhoof is gelegen in de mooie landelijke en groene omgeving van het dorp Eind, gemeente Nederweert. Het museum wordt onderhouden, bemand en beheerd door vrijwilligers. Daarom heeft het museum een eigen gezicht, niet alleen qua cultuur en historie, maar ook in beheer en exploitatie.
In dit museum is veel te zien, te beleven en te ondernemen voor jong en oud. Een bezoek aan de mooie Peelregio is pas echt compleet na een bezoek aan dit limburgs Openluchtmuseum.
Het gebied Sarsven en de Banen is circa 1.600 hectare groot. Hiervan is 1.100 hectare cultuurgrond. Het project strekt zich uit vanaf de snelweg A2 in het westen, tot en met het natuurgebied de Zoom in het oosten. De natuurgebieden Grote en de Kleine Moost worden als extra gebieden meegenomen. Naast het Sarsven, de Banen, de Zoom en de Groote en de Kleine Moost, maken de natuurgebieden Schoorkuilen en de Leveroyse dijk onderdeel uit van de zogenaamde Peelrestanten. Deze keten van laaggelegen gebieden is het overgebleven gedeelte van wat ooit een groot moeras was.
Sarsven en de Banen is een gebied met een grote tegenstelling tussen natuur en landbouw. De zeer waardevolle natuur stelt hoge eisen aan water. De landbouw moet kunnen draineren en beregenen. Volgens de natuurbeschermingswet mag dat niet zonder een vergunning.
Het Sarsven en De Banen beslaat een oppervlakte van 173 hectare en is eigendom van de stichting Het Limburgs Landschap.
Sarsven en de Banen behoort tot de zeldzame ecologische categorie van "zwakgebufferde wateren". Dat heeft te maken met zowel de deels lemige ondergrond en invloed van de aanwezige beekloop Einderbeek. Men benoemt de vennen Sarsven, Banen, Schoorkuilen en andere ook wel als onderdelen van de keten van 'Peelvennen' met aparte eigenschappen qua waterhuishouding, bodem en flora.
Sterk verschillende vennen
Het gebied bevat drie vennen: het Sarsven, De Banen en de Schoorkuilen, met daarnaast verlandingszones, bossen en graslanden.
Het ven De Banen bevat dankzij een restauratie in 1992, waarbij de bodem werd opgeschoond, weer een natuurlijke, voedselarme waterhuishouding. Daardoor kreeg het weer een open karakter en werd opnieuw geschikt voor soorten van het oeverkruidverbond, zoals de zeer zeldzame drijvende waterweegbree. Enkele andere bijzondere soorten in dit gebied zijn moerashertshooi, zonnedauw en, op diverse plekken in de uitgestrekte wilgenstruwelen, Gagel.
Noordelijk van de Banen werd enkele jaren geleden een met moerasbos dichtgegroeid ven hersteld met de naam het hoefijzer.
Het Sarsven is echter nog een voedselrijk ven met veel mattenbies en brede rietkragen.
De Schoorkuilen zijn een deels gerealiseerd, deels in aanleg verkerend natuurontwikkelingsproject dat door rijkswaterstaat wordt uitgevoerd om redenen van natuurcompensatie. Daarbij wordt een vennengebied hersteld dat bij aanleg van het Kanaal Wessem-Nederweert (gereedgekomen in 1929) met vrijkomende grond werd gedempt. Het Schoorkuilenproject betreft gronden aan weerszijden van het kanaal: aan de westzijde langs de Schoordijk, aan de oostzijde langs de Kwegt.
Aangrenzend natuurgebied
Er is een aantal natuurrijke laagten die door ligging en waterhuishouding nauw met het Sarsven en de Banen verbonden zijn, maar geen deel van het natuurgebied uitmaken. Dat zijn in de eerste plaats het Vlakwater, een uitgestrekte grazige laagte ten zuiden van de Banendijk, verder de Leemkuilen direct ten zuiden van de kern Nederweert-Eind en oostelijk van die kern, in het dal van de Rietbeek de Braakpeel.
Fauna
Bij het ven is een vogelkijkhut gevestigd, te bereiken via het pad langs de Rietbeek. Bijzondere vogelsoorten zijn onder (veel) meer de visarend, de grote zilverreiger en de geoorde fuut. Bovendien maakt dit gebied deel uit van het Europese natuurnetwerk Natura 2000.
Zoogdieren voor wie dit natuurgebied van belang is zijn bijvoorbeeld de das, die overigens in het gebied aan de zuidzijde van de Noordervaart relatief talrijk is, en het wild zwijn, ondanks het gegeven dat de soort officieel niet in deze omgeving wordt getolereerd.
De Tjongercultuur of Federmessercultuur is een cultuur uit het Laat-paleolithicum van ongeveer 10.000 tot 9.000 jaar geleden. De cultuur volgde op die van de rendierjagers van de Hamburgcultuur en trad op tijdens het Allerød-interstadiaal, toen het iets warmer werd en het toendralandschap veranderde in een berken- en dennenbos.
De cultuur komt onder verschillende benamingen voor op de Noord-Europese Laagvlakte van Noord-Frankrijk tot Polen (Tarnowian en Witowian).
De cultuur komt aan haar Nederlandse naam doordat de eerste vondsten in het dal van de Tjonger werden gedaan. Amateur-archeoloog Pieter Horjus ontdekte tussen 1925 en 1942 bij Oostermeer een belangrijke collectie laatpaleolithische artefacten behorend tot deze cultuur. Ze wordt gekenmerkt door invloeden vanuit Frankrijk (Azilien). Het was een cultuur van jagers, die echter een gevarieerder wildaanbod hadden dan hun voorgangers en opvolgers. Zo waren er edelherten, reeën en damherten.
Kenmerkend voor deze cultuur zijn bepaalde vuurstenen klingen, schrapers, spitsen en stekers.
De Noordervaart is een kanaal in Noord- en Midden-Limburg en is in 1808 aangelegd als deel van Napoleons Grand Canal du Nord. De lengte van de Noordervaart is 15 km waarvan 10 km bevaarbaar tot de rotonde tussen Meijel en Roggel.
In 1808 liet Napoleon een aanvang maken om een verbinding Schelde-Maas-Rijn te scheppen. Van dit kanaal werd echter enkel het "Nordkanal" tussen Viersen en Kaarst voltooid. Toen in 1810 Amsterdam en Rotterdam bij Frankrijk waren ingelijfd, was de nieuwe verbinding niet meer nodig. Het werk werd gestopt en duizenden arbeiders waren plotseling werkloos, voordat het kanaal voldoende vaardiepte had.
De aanwezigheid van turf zorgde ervoor dat de Noordervaart in 1854 op vaardiepte werd gegraven tot aan de vervolgens gegraven Helenavaart, het deel tot in Beringe volgde in 1865. Deze kanalen zorgden er immers voor dat het water uit de Peel weg kon en de turf uit Helenaveen en Deurne via de beide Peelkanalen kon worden afgevoerd.
De Noordervaart is aangelegd parallel aan de Zuid-Willemsvaart, daar waar ze bij Nederweert vanuit het zuidwesten afbuigt naar het noorden. Ook het kanaal Wessem-Nederweert begint hier. Vanaf hier loopt de Noordervaart in een rechte lijn naar het dorpje Beringe, om daar bij het haventje op te houden. Wel zijn er voorbij Beringe nog laagten te zien tot aan Blerick (alwaar de afgravingen als rijksmonument gelden), die erop wijzen dat men er kennelijk ook is begonnen aan een kanaal.
Ospel (Limburgs: D'Oospel is een dorp in het midden van de provincie Limburg en is een kerkdorp binnen de gemeente Nederweert. Het dorp had circa 4055 inwoners in (januari 2009), 4036 inwoners in (januari 2010) en 3400 in (januari 2011). Ospel ligt tussen Nederweert en Meijel, nabij het Nationaal Park "de Groote Peel". Ook ligt het dorp dichtbij de stad Weert, het dorp hoort dan ook onder het verzorgingsgebied van deze stad.
Ospel heeft zijn ontstaan te danken aan de veenexploitatie. Het is gelegen op hoge, zanderige grond, die als een schiereiland in de enorme Peelmoerassen uitstak. De naam Ospel zou afkomstig zijn van 'Ossepeel' (dialect: Oosepieël), omdat de turf uit de Peel vaak met ossenwagens werd vervoerd.
De neogotische R.K. Kerk O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen dateert uit 1866-1867 en werd ontworpen door Pierre Cuypers. Op het kerkhof bij de kerk staat een Heilig Hartbeeld van Albert Verschuuren.
In het dorp bevindt zich een beltmolen uit 1870 met de naam De Korenbloem, die in 1990 geheel gerestaureerd is.
Sinds 1986 vindt in Ospel jaarlijks het tweedaagse bluesfestival Moulin Blues plaats.
Sinds 2013 is er na circa 20 jaar weer een wielerronde in Ospel verreden, genaamd de EPO - Tour d'Oospel.
Galeria trasy
Mapa trasy i profil wysokości
Komentarze
GPS tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Karta trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download