Mooie rondwandeling in Nationaal Park De Maasduinen te Wellerlooi.
U start op de parkeerplaats bij de kerk in Wellerlooi aan de Catharinastraat.
Pauzemogelijkheid bij: Jachthut Op Den Hamer
Twistedenerweg 2
5856 CK, Wellerlooi, Limburg, Nederland
077-4731618
http://www.dejachthut.nl/
info@dejachthut.nl
Landgoed de Hamert
Tussen Wellerlooi en Arcen ligt Landgoed de Hamert, 1084 ha groot. Dit gebied, gesitueerd tussen Maas en Duitse grens, omvat een breed scala aan landschapstypen: de Maasweiden, droge loof- en naaldbossen, heidevelden, vennen, hoogveen, akkers en het snelstromende Geldernsch-Nierskanaal met zijn beekbegeleidende vochtige bos. Het landgoed maakt deel uit van Nationaal Park de Maasduinen, en zal de komende jaren na een natuurherstelproject op de Walbeckerheide naadloos verbonden zijn met ons reservaat de Dorperheide.
De eerste sporen van bewoning op de Hamert, grafheuvels, dateren van circa 2000 jaar voor Christus. Een grafveld met rond de 100 heuvels bevatte graven vanaf die tijd tot rond het begin van onze jaartelling. Het lag aan de zuidoostrand van de Hamert. Door ontginning en afgraving ging dit grafveld geheel verloren. Een grote, hoog en centraal in het natuurgebied gelegen grafheuvel, het zogenaamde Vorstengraf, stamt uit de oudste periode. Door de ligging en omvang van de grafheuvel [doorsnede 20 m en hoogte 3 m] vermoedt men dat een belangrijk persoon deze heuvel als laatste rustplaats heeft gekregen. In 1992 heeft de grafheuvel, waarschijnlijk de grootste in Nederland, een restauratie ondergaan. Bomen zijn verwijderd en de oorspronkelijke vorm van de heuvel, die door graafwerkzaamheden in de Tweede Wereldoorlog was aangetast, is in ere hersteld. Het graf is ongestoord gelaten. Andere duidelijk zichtbare sporen van de geschiedenis in het landschap zijn de wegen in het gebied. De huidige weg Venlo- Nijmegen was in elk geval al in de Romeinse tijd aanwezig. Langs deze weg lag ter hoogte van de Hamert de strategisch gelegen burcht De Stalbergh. Van dit kasteel uit de 15e eeuw is vrijwel niets meer over. Slechts enkele met zand opgevulde kelders en restanten van muren zijn behouden. Ook de huidige Twistedenerweg [nu een fietspad] is al lang in gebruik. Het vormt de verbinding met Kevelaer, dat sinds 1643 een belangrijk bedevaartsoord in de regio is. Tijdens de 20e eeuw heeft men de ontginning van de Hamert ter hand genomen. Het voor die tijd aanwezige landschap, heide en bos, was ontstaan door het extensieve landbouwkundige gebruik [begrazing, steken van plaggen, kappen in geriefhoutbosjes] in combinatie met een relatief goede bescherming van het gebied. Het behoorde namelijk bij de jachtterreinen van de kasteelheren van Heerlijkheid Well. Dat was een garantie voor de handhaving van het gebied als 'natuurgebied' met een rijke wildstand. In 1908 werd echter gestart met de ontginning van het Heerenveen. Het resultaat hiervan zijn de grote oppervlakten landbouwgrond tussen de Toeristenweg en het huidige landgoed. Sinds 2000 werkt Het Limburgs Landschap aan de terugkeer van dit Heerenveen, waarvan de eerste resultaten aan de oostzijde van de Hamert te zien zijn. Ook op de huidige Hamert trachtten de boeren ooit akkers aan te leggen. De meeste pogingen mislukten echter; de bodem was veel te arm om een goed boerenbedrijf op te kunnen zetten. Ook van dit stukje geschiedenis zijn sporen in het gebied te vinden. Op het zuidelijk deel van de Hamert heeft een boerderij gestaan, de Thissenshof. Van de boerderij is niets meer over. Twee grote lindes, bomen die van nature niet op de Hamert voorkomen, geven de plaats aan waar de gebouwen vroeger stonden. Ook veldnamen als Gertenkamp wijzen op een oud gebruik als akker. Een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van het landgoed wordt gemarkeerd door een eenvoudig houten kruis dat op de rand van heide en bos staat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is op deze plaats een aantal leiders van het Limburgse verzet geëxecuteerd. Nog jaarlijks worden hier op 4 mei tijdens de Nationale dodenherdenking de gefusilleerden herdacht. Een ander spoor uit de Tweede Oorlog zijn enkele metalen balken die naast het Geldernsch- Nierskanaal schuin in de richting van de Duitse grens uit de grond steken. Ze maakten deel uit van de verdedigingslinie tijdens de Duitse inval in 1940. In 1961 werden de eerste delen van het Landgoed de Hamert door Het Limburgs Landschap aangekocht. Dit ging echter niet zonder slag of stoot. Na het overlijden van de laatste particuliere eigenaar van het landgoed, F.J. ten Bos, een textielfabrikant uit Almelo, werd het gebied in 1959 op een openbare veiling verkocht. Natuurbeschermingsorganisaties verloren de eerste slag; de Deutsche Bauernsiedlung kocht de grond . Deze organisatie wilde de Hamert ontginnen en de grond toedelen aan Duitse boeren, die na de oorlog grond in Nederland waren kwijtgeraakt. Dit zorgde voor grote opschudding en de rijksoverheid verbood gedeeltelijk ontginning. Na onderhandelingen werden de gronden verkocht aan het Philipspensioenfonds dat als 'stroman' voor Het Limburgs Landschap fungeerde. Zo werden de eerste delen van het landgoed ten slotte toch overgedragen aan Het Limburgs Landschap, dat zo één van de mooiste grote Limburgse heidegebieden voor de toekomst veilig stelde.
Lopend van west naar oost wordt een grote variatie aan terreintypen gepasseerd. Langs de Maas liggen graslanden. Afhankelijk van hoogteligging en grondsoort komen hier verschillende vegetaties tot ontwikkeling. Deze vegetaties zijn plaatselijk zeer soortenrijk, dankzij onder andere gewone agrimonie, kruisbladwalstro, jacobskruiskruid en heksenmelk, die zorgen voor een voornamelijk gele bloemenzee. Dit type, een goed ontwikkeld stroomdalgrasland, komt plaatselijk voor aan de noordwestzijde van het gebied. Aan de zuidwestrand van de Hamert ligt een brede grazige vlakte. Hier mondt de Roode Beek, die sinds 2010 weer in haar natuurlijke loop ligt, in de Maas uit. Dit terrein valt op door zijn variatie in reliëf. De beek en overstromingen van de Maas hebben hier in vele eeuwen een laagte in het terrein uitgesneden, die aan beide zijden wordt begrensd door stroomruggen. Er komen hier en daar bloemrijke vegetaties voor. Boven de beek vliegt een schaarse libel met de illustere naam glassnijder. In de winter verblijven er vele honderden grauwe en kolganzen die profiteren van het voor hen voedzame gras.
Het beheer [gallowaybegrazing] zal leiden tot spontane natuurontwikkeling,waardoor de vegetatie geleidelijk verandert in een afwisselendere, ruigere vegetatie met hier en daar struweel of een boom. Op de overgang van stroomdalgrasland naar bos komt een smalle struweelzone voor, waarin veel sleedoorn en wilde kardinaalsmuts groeien. De aanwezigheid van de gevlekte aronskelk in de ondergroei is opvallend. Sinds enkele jaren worden de stroomdalgraslanden en het aangrenzende bos begraasd door een kleine kudde galloways, die het gehele jaar in het gebied verblijft. Het bos groeit op tijdens de voorlaatste ijstijd opgestoven rivierduinen. De bodem is zeer arm aan voedingsstoffen, waardoor hier weinig planten kunnen leven. Nu bestaat het bos vooral uit aangeplante grove dennen, met ruwe berk en wilde lijsterbes in de struiklaag. De kruidlaag wordt gedomineerd door bochtige smele en de laatste jaren door de rankende helmbloem.
Aan de oostzijde van de weg maakt het bos een natuurlijkere indruk. Hier bestaat de boomlaag vrijwel geheel uit de hier thuis horende zomereik. Doordat ze vele eeuwen intensief als hakhout dienden en door hun groeiplaats op voedselarme bodem zijn deze eiken echter relatief dun en laag gebleven. Centraal op de Hamert ligt een grote oppervlakte droge heide met verspreid enkele bomen en boomgroepjes. De heidevegetatie bestaat vrijwel geheel uit struikheide, bochtige smele en op vochtiger delen pijpenstrootje. Af en toe geven muizenoor en tormentil meer kleur aan de vegetatie. Het is een uitstekend leefgebied voor veel insecten, zeker op plaatsen waar nog wat braamstruweel aanwezig is. Soorten uit de sprinkhanenfamilie zijn goed vertegenwoordigd, met onder andere de blauwvleugelsprinkhaan en de veldkrekel. Zeker langs de bosranden en op rijk gestructureerde delen van de heide leven ook veel vlinders, zoals verschillende zandoogjes en het heideblauwtje. De rijke insectenwereld vormt een belangrijke voedselbron voor de hazelworm, de levendbarende en de zandhagedis, die beide op de hei voorkomen. De gladde slang jaagt weer vooral op de hagedissen. Al deze soorten houden van een gevarieerde heide. Daarom is op de Hamert de afgelopen jaren op een groot aantal plaatsen kleinschalig geplagd: op enkele vierkante meters zijn alle planten en Strooisellaag weggehaald, zodat de plantengroei er opnieuw kan starten. Kale plekjes dienen voor allerlei dieren als plek om op te warmen. De omringende vegetatie biedt dekking tegen vijanden en al te felle zon. Voor deze heidespecialisten is nog meer specifiek beheer uitgevoerd. Zo zijn diverse heideterreinen met elkaar verbonden door stroken tussenliggend bos te kappen. Hagedissen en warmteminnende insecten kunnen deze smalle corridors gebruiken om contact te krijgen met soortgenoten elders. Door een schaduwrijk bos kunnen ze zich niet verplaatsten; het is er te koud. Nu is er meer variatie in het bos 'gekapt', wat goed is voor plant, dier en de recreërende mens. Op de open terreindelen liggen verscheidene vennen. Het meest westelijke, het Westmeerven, is relatief voedselrijk van karakter en wordt omzoomd door een gordel van mattenbies. Oostelijk ervan ligt een gedeelte van het oorspronkelijke Heerenven. Het is aan de randen begroeid met pijpenstrootje, en goed te zien vanaf het uitzichtpunt op de Dikkenberg. In de omgeving van deze twee [herstelde] vennen komt vochtige heide voor met dopheide en klokjesgentiaan. Hier zijn in 2001 en 2004 grote gedeeltes geplagd om de grazige vegetatie te veranderen in een bloemrijke, vochtige heidevegetatie. In het zuidelijk deel van de Hamert ligt het Pikmeeuwenwater, ingesloten door een hoge rug van stuifduinen. Hier groeit een restant van ooit in Nederland veel voorkomend hoogveen. Op de drijvende mat van veenmossoorten leven planten als lavendelheide, kleine veenbes en verschillende zeggensoorten. De afwisseling van water en land levert altijd grote aantallen libellen en waterjuffers op. Alle vennengebieden op de Hamert zijn van groot belang voor de rijke amfibieënfauna die het gebied heeft: maar liefst 12 soorten zijn er waargenomen, een zeer groot deel van de hele Nederlandse amfibieënfauna. In 1999 is gestart met de restauratie van het oorspronkelijke enorm grote Heerenveen, door het afgraven van de voedselrijke bovenlaag van laaggelegen graslanden en akkers. Nu ligt hier, zeker in de winter, aan beide zijden van de Heerenvenweg een grote oppervlakte open water met oevers die geleidelijk oplopen en dus interessante plas-drassituaties vertonen. Flora en fauna reageerden meteen. In het water groeit duizendknoopfonteinkruid, witte waterranonkel en vlottende bies. Heikikkers en rugstreeppadden planten zich er massaal voort. Van zo'n rijkdom aan amfibieën profiteren ook allerlei waadvogels, waaronder zeldzame soorten. Zwarte ooievaar, kleine en grote zilverreiger zijn er jaarlijks enige tijd te gast tussen de tientallen blauwe reigers. Op de kale oevers van de nieuwe plassen broeden kleine plevieren. In voor- en najaar duiken er allerlei andere steltlopers op, die profiteren van de slikkige oevers. Ook eendensoorten als zomer- en wintertaling zoeken naar voedsel tussen de kletsnatte vegetatie. In de droge zomers ziet het gebied er heel anders uit. Delen van het vengebied vallen dan droog. Ten zuiden van de Twistedenerweg maakt het landschap een veel weelderigere indruk. Op de relatief voedselrijke en vochtige gronden langs het Geldernsch-Nierskanaal staan grote zomereiken en zwarte elzen. In de struiklaag komen gewone vogelkers, rode kornoelje en wilde kardinaalsmuts regelmatig voor. Het kanaal, rond 1770 gegraven, voert water uit Duitse landbouwgebieden af naar de Maas. Het 'kanaal' ziet er zeker niet uit als een kanaal. Op Nederlands grondgebied mag het water zelf zijn weg zoeken. Door de natuurlijke hoogteverschillen van zo'n 7 meter heeft dit geresulteerd in een snel stromende, meanderende beek met steile oevers. Dit is het ideale leefgebied voor de azuurblauw- en oranjegekleurd ijsvogel. Ook een vogel van snelstromende wateren als de waterspreeuw is er gezien. In de afgesneden meanderbochten staat het water nagenoeg stil en is plaatselijk roestrood van kleur. Dit betekent dat er ijzerrijk grondwater [kwelwater] aan de oppervlakte komt. Zulke omstandigheden zijn geschikt voor dotterbloemen die er in april massaal tot bloei komen. Richting de Duitse grens ligt de voormalige grindgroeve Blok. Deze groeve heeft zich ontwikkeld tot een reliëfrijk natuurgebied met eikenberkenbos en grove dennen. Er zijn diverse steilranden begroeid met heidevegetatie. De nog aanwezige betonnen constructies langs de Twistedenerweg zijn de restanten van de oude grindwasserij en zeefinstallaties en dus een industrieel monument. Ten zuiden van het Geldernsch-Nierskanaal heeft de Stichting meerdere akkers en het bosgebied Roobeek in eigendom. Dit gebied grenst aan de Walbeckerheide.
Further information at
http://limburgs-landschap.nl/gebieden/landgoed-de-hamertGaleria trasy
Mapa trasy i profil wysokości
Komentarze
GPS tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Karta trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download