Mooie gevarieerde rondwandeling in en rondom Maasbree, waarbij U o.a. wandelt langs de mooie visvijver Mortelsven, een voormalig gereformeerd kerkhof, langs een natuurbegraafplaats, over buurtschap Lange Heide, over Leeuwerik, Breukerheide en Houthei.
U start op de P-plaats tegenover café-restaurant Boszicht aan de N275 in Maasbree.
Pauzeplaats bij: café-rest. De Mok
Sevenumseweg 6
5993 NZ, Maasbree, Limburg, Nederland
077 851 8265 / 06-15180278
http://www.cafe-demok.nl/
info@cafedemok.nl
Maasbree (in de plaatselijke streektaal 'Bree') is een plaats en voormalige gemeente in Nederlands-Limburg. De plaats telt ongeveer 5000 inwoners (kern) en 1500 in het buitengebied. Maasbree maakt deel uit van de gemeente Peel en Maas.
Tot Maasbree worden ook 't Rooth, Dubbroek en Tongerlo gerekend.
In de Middeleeuwen behoorde Maasbree tot het graafschap Kessel, dat weer deel uitmaakte van het Overkwartier van Gelre of Spaans Opper-Gelre. Zoals overal in die tijd was ook in Baarlo landbouw en veeteelt het hoofdmiddel van bestaan. Tijdens de Spaanse Successieoorlog rond 1702 werd het gebied door Pruisische troepen bezet, en zo bleef het als deel van Pruisisch Opper-Gelre ongeveer een eeuw lang Duits.
Het dorp Bree wordt voor de eerste keer genoemd in een akte uit het jaar 1240 waarbij ene Diederik, Heer van Altena, vele rechten schonk aan de monniken van het pas gestichte klooster St. Elisabethsdal bij Nunhem. In Bree had heer Diederik bepaalde rechten die hij aan de kloosterlingen gaf, waaronder het recht om een persoon voor te dragen die in Bree het pastoorsambt mocht gaan bekleden. Uit deze oorkonde blijkt dus duidelijk, dat Bree in 1240 bestond als gemeenschap en dat er een kerk was.
Het bestuur van het dorp werd - tot de komst van de Fransen - gevormd door de Schepenbank. Aan het hoofd hiervan stond een schout, die door de Heer benoemd werd. Wat Bree betreft kwam dit recht, evenals de andere heerlijke rechten achtereenvolgens toe aan de graaf (later hertog) van Gelre, de hertog van Bourgondië en de koning van Spanje. In 1673 kocht de Heer van Arcen, die door erfenis in het bezit van Huis Bree gekomen was, deze rechten van de Spaanse koning.
Bijna alle bewoners voorzagen in hun levensonderhoud door te werken in de landbouw en veeteelt. Er lagen enkele grotere boerderijen in Bree, onder andere de Kerckenhof, hof Tongerlo, de hof aengen Eijnde, Baelshof, de grote en de kleine Westeringsehof en Haenenhof. Deze hoeven waren eigendom van adellijke heren of welgestelde burgers uit andere plaatsen en soms van kerken of kloosters. Ook hadden sommige inwoners een klein boerderijtje in eigendom, terwijl anderen als dagloner de kost moesten zien te verdienen. Natuurlijk waren er ambachtslieden, maar die hadden toch meestal ook een boerenbedrijfje.
Na 1794 bezette het Franse leger het gebied en een nieuwe bestuursorganisatie kwam tot stand. Gemeenten met minder dan 5000 inwoners werden bij elkaar gevoegd en zo vormden Blerick, Baarlo en Bree samen 'Mairie de Bree', later Maasbree genoemd. De gemeenteraad vergaderde in het Blerickse Raadhuis omdat Blerick het grootste dorp van die gemeente was. Sinds het einde van de negentiende eeuw heeft de stad Venlo verschillende pogingen ondernomen om Blerick uit de gemeente Maasbree los te weken en bij Venlo te voegen.
Toen in 1938 burgemeester Janssens aantrad, werd de discussie opnieuw aangezwengeld, ditmaal door het provinciaal bestuur. Ondanks veel tegenstand van de meeste Blerickse raadsleden en veel Blerickenaren, keerde het getij langzaam ten gunste van Venlo. Ondertussen brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. En tijdens het eerste oorlogsjaar viel voor Blerick het doek. Op 1 oktober 1940 gebeurde waartegen veel Blerickenaren zich jarenlang hadden verzet: de samenvoeging met Venlo.
Het Dubbroek (125 ha) ligt in en bij een oude Maasbedding tussen Maasbree, Baarlo en Hout-Blerick. In de jaren '50 en '60 verdween veel elzenbroekbos en werd vervangen door aangeplante populieren. Ook werden zeer natte hooilanden met populierenproductiebos beplant. Er zijn archeologische bewijzen dat er zeker sinds de IJzertijd mensen wonen in de omgeving van het Dubbroek. Ongetwijfeld zal het toen een onherbergzaam, venig moerasbos zijn geweest dat hoogstens werd benut om hout te halen. Ook in de Romeinse tijd leefde de mens in het gebied. Aan de zuidkant zijn resten van een oude steenoven aangetroffen. Mogelijk is hout uit het Dubbroek gebruikt om de oven te stoken. Tot de Tweede Wereldoorlog werd het elzenbroekbos nog voor houtproductie gebruikt. Om de 8 à 10 jaar werden kaprijpe percelen broekbos geveild. De hoogste bieder kapte het bos en gebruikte het hout voor weipalen en ruiters. In de jaren vijftig en zestig werd veel elzenbroekbos vervangen door aangeplante populieren. Ook zeer natte hooilanden werden met populieren beplant. Zo kocht Het Limburgs Landschap de eerste delen van het Dubbroek van de gemeente Maasbree. Inmiddels zijn de populierenproductiebossen gekapt en omgevormd tot elzenbossen. Met financiële steun van beschermers zijn enkele fraaie rijbeplantingen met populieren van de gemeente aangekocht. In het Dubbroek ligt ook een oud kerkhof uit 1880. Hier zouden niet-katholieken begraven moeten worden uit Blerick, Baarlo en Maasbree, maar het is niet veel gebruikt. Toen het kerkhof na de Tweede Wereldoorlog in onbruik raakte, werd het langzaam maar zeker door groeiende bomen en struiken overwoekerd. Het Limburgs Landschap heeft de structuur van deze historische plaats weer herkenbaar gemaakt in het landschap. In de laagste delen van het Dubbroek, waar vrijwel permanent water boven of dicht bij het maaiveld staat [bijvoorbeeld in de zogenaamde Diepe Kuil], groeit elzenbroekbos gedomineerd door zwarte elzen. In het vroege voorjaar is de kruidlaag hier soms helemaal lichtpaars van de vele pinksterbloemen met daarin gele dotterbloemen. Andere karakteristieke plantensoorten zijn onder andere zeven zeggensoorten, holpijp, grote boterbloem, kleine valeriaan, gele lis en wateraardbei. Als het elzenbroekbos iets uitdroogt, vindt verruiging plaats met bramen en ruigtesoorten als moerasspirea. Koningsvaren kan zich in zulke situaties lang handhaven. Het populierenbos kent een relatief arme fauna maar is interessant voor wielewaal en spechtensoorten. Op de overgang van de natte naar de droge gronden groeit essen-eikenbos met vooral zomereik en gewone es. De struiklaag is soortenrijk met onder andere Gelderse roos en gewone vogelkers. De bossen op de enkele meters hoge steilrand aan de zuidwestzijde van het Dubbroek bestaan voornamelijk uit zomereik en ruwe berk. In singels van hardhout staan essen en elzen. Valse salie geeft wat kleur aan de van nature soortenarme kruidlaag. Verspreid door het gebied liggen graslanden, rietveldjes met kleine karekieten en rietgorzen, en een moerasje omringd met wilgenstruweel waar dodaars, wintertaling en waterral tot broeden komen. Eind jaren '90 zijn hier plaatselijk wilgen en riet verwijderd en is de waterbodem tot op de veenlaag afgegraven om enkele verdroogde broekbossen weer natter te maken. Een zeer geleidelijke verhoging van het grondwaterpeil en het af en toe laten droogvallen tijdens de zomer is optimaal voor zeldzame plantensoorten. Vooral dotterbloem en holpijp gingen onmiddellijk vooruit. In het zuidwesten van het Dubbroek ligt het brongebied van de Springbeek die ter hoogte van de watermolen van Hout-Blerick via de Romeinenweerd in de Maas uitkomt. Tegenwoordig is het stromende beekwater geheel geïsoleerd van het stilstaande water in het Dubbroek. Behalve rijk aan vogels is het Dubbroek rijk aan insecten. Er zijn 18 soorten dagvlinders gezien waaronder eikenpage, boomblauwtje en kleine vuurvlinder. Ook elf soorten sprinkhanen zijn waargenomen. Zoogdieren als das, wezel, bunzing, eekhoorn en waterspitsmuis leven in het gebied. De grote soortenrijkdom komt door de variatie in biotopen en de relatieve rust.
De visvijver 't Mortelsven ligt diep verborgen in een bos bij Maasbree. Ver van lawaai en overlast. Het is een zeer natuurlijk en aantrekkelijke visvijver met een oppervlakte van 1,5 ha.
Echter juist deze natuur zorgt voor grote problemen. Wild groei en verval maakt het vrijwel onmogelijk hier op een veilige manier je hengel uit te werpen. Voor de liefhebber van rust en natuur, is 't Mortelsven een echte aanrader.
Gereformeerd kerkhof
Kerkhof aan de Hoverhofweg in Hout-Blerick op de grens met het Dubbroek. Op het Gereformeerde kerkhof zouden in vroeger eeuwen onder meer zelfmoordenaars en niet-geïdentificeerde lijken zijn begraven. In feite was het geen Gereformeerd kerkhof, maar een algemene begraafplaats. In 1880 nam de gemeente Maasbree het opnieuw als zodanig in gebruik. Er werd een lijkenhuisje gebouwd en het geheel werd omzoomd met een doorn- en ligusterhaag. Na 1925 vonden er geen begrafenissen meer plaats. Wel kregen tijdens de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde Duitse soldaten er een tijdelijk graf. In 1994 gaf alleen de heg nog de plaats aan van de voormalige dodenakker.
Bron:
Blerickclopedie
Vindplaats:
Gemeentearchief Venlo
Further information at
http://www.cafe-demok.nl/Galeria trasy
Mapa trasy i profil wysokości
Komentarze
GPS tracks
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
Karta trasy (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download