Mooie rondwandeling in een uithoek van Limburg tegen de Duitse grens, zonder deze overigens te passeren. Vanaf de startplaats in Brunssum wandelt u door het schutterspark langs het bote voetenpad en bosklimpark naar de Schinveldse bossen, naar het zweegvliegveld alwaar pauze kan worden gehouden. Via diezelfde bossen wandelt u weer terug, waarbij u ook langs en onder de nieuw aan te leggen buitenring Parkstad komt.
Startplaats: P-plaats Blote voeten park, Gnazepool 9 te Brunssum.
Pauzegelegenheid bij restaurant De Lier, Leiffenderhofweg 3 in Schinveld.
www.restaurantdelier.nl/ info@restaurantdelier.nl
Brunssum (Limburgs: Broenssem) is een stad en gemeente in het zuidoosten van Nederlands Limburg. De gemeente telt 28.914 inwoners (1 januari 2014, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 17,30 km².
Naast Brunssum, zijn de buurtschappen Rumpen, Treebeek, Bouwberg en De Kling of Onder-Merkelbeek in de gemeente Brunssum opgegaan.
Brunssum maakt deel uit van het bestuurlijke samenwerkingsverband Parkstad Limburg en ligt in de Oostelijke Mijnstreek. De partnergemeente van Brunssum is het Duitse Alsdorf.
Brunssumerheide
Brunssum ligt in de overgangszone tussen de Noordwest-Europese laaglanden en de Rijnse Schiefergebergte. Het reliëf bestaat uit kleine heuvels en ontstond door erosie van de aardlagen, waarvan het bovenste deel voornamelijk uit het late tertiair dateert en voor het grootste deel uit zand en lössleem bestaan. De oorspronkelijke vegetatie bestaat uit Atlantische Heide op de zandbodem en uit bos op het löss, een zeer vruchtbare kleibodem. In het noordwesten van Brunssum vindt men tegenwoordig, op plekken waar de vroegere bossen stonden, voornamelijk agrarische bedrijven. De Brunssummerheide, die onder de Vereniging Natuurmonumenten valt, ligt voornamelijk in het zuiden en in het westen van Brunssum.
In het oosten van Brunssum vloeit door het stadsgebied de Roode Beek, deels gekanaliseerd en zelfs overkluist, van zuid naar noord. De beek ontspringt in het zuiden op de Brunssummerheide, in het Landgraafse deel van de heide. Van hieruit stroomt de beek via de industriegebieden Hendrik en Bouwberg. Hierbij loopt de beek door Schutterspark. Vervolgens passeert de beek op de westoever de wijken De Egge en Oeloven om uiteindelijk via het gelijknamige gebied Rode Beek naar Schinveld over te gaan. Uiteindelijk gaat de Roode Beek over in de Geleenbeek die weer overgaat in de Maas.
De bovenste geologische laag bestaat uit Tertiaire en Kwartaire sedimenten (kiezel, zand en leem), deels afgezet door de oude lopen van de Rijn en Maas en deels van periglaciale en eolische processen. Tussen het zand, grind en klei bevindt zich in de sedimentlagen veel bruinkool, die in de 20e eeuw gefaseerd afgegraven is. Hiernaast treft men diverse soorten zand en klei aan die voor het fabriceren van bakstenen wordt gebruikt. Reeds in de prehistorie gebruikte de bandkeramische cultuur dit materiaal om kruiken en potten te fabriceren. De naam van de Brunssumse schouwburg D'r Brikke Oave (de steenoven) herinnert nog aan deze geschiedenis. Onder de losse sedimentlagen bevinden zich in noordelijke richting in steeds grotere diepte, kalk- en mergellagen uit het Krijt die aansluiten op steenlagen uit het Carboon. Deze lagen bevatten steenkool van soms wel twee meter dik. De belangrijkste lagen bestaan voornamelijk uit het gasrijke vetkool en liggen op zo’n 100 tot 900 meter diepte. Bruinkool daarentegen bevindt zich in de Tertiaire laag en daarmee net onder het aardoppervlak. Dit geldt ook voor de zilverzandafzetting. Van het zuidoosten naar het noordwesten van Brunssum loopt een belangrijke geologische breuk, de Feldbiss. Deze breuk is tektonisch nog actief en was een hindernis in de periode van de steenkoolmijnbouw. Ten westen van deze breuk zit bruinkool en zilverzand van miocene ouderdom. Ten oosten van de breuk liggen de grinden van de Kiezeloöliet Formatie van pliocene ouderdom, noordelijk overgaand in kleien met bruinkool. In oude classificaties werden de vroegste pliocene lagen het Brunssumien genoemd, tegenwoordig noemt men ze het Laagpakket van Brunssum. De Feldbissbreuk deelt Brunssum in twee delen, met het noordoostelijke deel gelegen in het Bekken van de Roode Beek en het zuidwestelijke deel op het Plateau van Doenrade.
Er zijn aanwijzingen dat in de prehistorie reeds sprake was van bewoning in het gebied om Brunssum. Dit geldt ook voor de buurgemeenten Heerlen en Landgraaf. Over deze bewoning is nog weinig bekend. Bodemvondsten en middeleeuwse vermeldingen wijzen op een ononderbroken bewoning van dit gebied in de laatste 2.000 jaar.
In de middeleeuwen werd er de landweer in het Schutterspark opgeworpen ter bescherming.
Heerlijkheid Brunssum is sinds 1150 bekend, en vormde met Schinveld en Jabeek een schepenbank. In 1609 werd de schepenbank van Brunssum, bestaande uit Brunssum, Schinveld en Jabeek, door de Spaanse regering verkocht aan Arnold III Huyn van Geleen. In 1664 ging deze heerlijkheid op in het graafschap Geleen en Amstenrade. Aan het einde van de Ancien Régime per 1794 werd Brunssum een zelfstandige gemeente.
De kerk in het centrum van Brunssum is de Heilige Gregoriuskerk. Noch van de schepenbank, noch van de parochie zijn zegels of zegelafbeeldingen bekend. Het wapen is daarom samengesteld uit het wapen van de familie Huyn en de parochieheilige.
In 1995 kreeg Brunssum landelijke bekendheid toen een Mariabeeld op miraculeuze wijze bloed zou zijn gaan huilen. Bij nader onderzoek bleek het te gaan om gesmolten lijm.
Mijnverleden
Tot het begin van de 20e eeuw was Brunssum een gehucht en leefden de bewoners voornamelijk van de landbouw. Na de oprichting van de staatsmijnen nam het aantal inwoners door vestiging van arbeiders uit andere delen van Nederland en gastarbeiders uit Zuid-Europa en Noord-Afrika snel toe. Brunssum werd een belangrijk centrum voor steen- en bruinkoolwinning. Ook werd in de nabijheid van Brunssum zilverzand afgegraven.
Voor Brunssum was in het bijzonder de staatsmijn Hendrik (1915 - 1963 / 1973), die de meeste Nederlandse mijnwerkers benodigde, het kloppend hart van stedelijke ontwikkeling. De Hendrik had de diepste mijn van Nederland. Schacht IV had een diepte van 1.058 meter.
Ook de staatsmijn Emma (1911 - 1973), in het huidige Treebeek, beïnvloedde ook de ontwikkeling van Brunssum. Tegenwoordig bevindt zich op het terrein van de Emma een immens natuurgebied met winkels, woningen, parken, een industriegebied en een verkeersader.
Steenkool
Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden knelpunten in de Nederlandse energieverzorging. Dit leidde ertoe dat Nederland een aantal staatsmijnen oprichtte. Op het gebied waar de staatsmijn Hendrik zou worden gebouwd begon men reeds in 1913 met het aanleggen van de eerste schachten. In 1917 kon men de eerste kolen delven.
Drie schachten (nummers I, II en IV) werden tussen de Brunssummerheide en de huidige wijk Rumpen opgericht. Een vierde (lucht)schacht werd op grondgebied van de gemeente Nieuwenhagen in de zuidelijke Brunssummerheide aangelegd. In de Hendrik werd namelijk het gasrijke vetkool gedolven, waarvan cokes werd gemaakt.
Door ontsnappend mijngas, technische mankementen en menselijk falen vonden in de Hendrik de meeste ongelukken van alle Nederlandse mijnen plaats. Het zwaarste ongeluk was op 24 maart 1947 en kostte 13 mensen het leven.
In het jaar 1963 fuseerden de staatsmijn Emma en de staatsmijn Hendrik. De samenwerking werd Emma-Hendrik genoemd. In 1973 stopte de mijnbouw in Brunssum. Op het voormalige mijnterrein werd de AFCENT legerbasis ingericht.
Bruinkool- en zilverzandgroeven tussen de Feldbiss en de Breuk van Heerlerheide
In de regio Brunssum bevonden zich meerdere dagbouw afgravingen. Naast bruinkool werd hier ook zand, grind en klei gedolven. Het hoogtepunt van de bruinkolenwinning lag in de jaren 50 van de 20e eeuw. Een belangrijke ontwikkeling van de bruinkolenwinning in Brunssum was de snel gestegen nationale behoefte aan primaire energiebronnen op grond van de teruggelopen import uit Engeland en Duitsland.
In 1911 werd de N.V. Bergerode, Maatschappij tot Exploitatie van Mineralen in Brunssum opgericht. De N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Bruinkolenvelden "Carisborg" was in Heerlerheide actief en was de belangrijkste firma op het gebied van de Nederlandse bruinkolenwinning. Deze werd op 22 september 1917 opgericht.
Het Vijverpark in het centrum van Brunssum is een overblijfsel van de voormalige dagbouw van de bruinkoolconcessie Brunahilde II die door de firma Bergerode geëxploiteerd werd. Hier werd direct onder het aardoppervlak een bruinkoollaag afgegraven. Na het stilleggen van de afgraving vulde het gat zich met water. De vijver die hierdoor ontstond is nu het middelpunt van het Vijverpark.
Ook in het oosten, nabij de wijk Schuttersveld, werd bruinkool aangetroffen in de concessie Brunahilde I, maar deze is nooit tot ontginning gebracht.
De Koffiepoel op de Brunssummerheide is ook het restant van een bruinkoolontginning, namelijk de concessie Energie van de firma Bergerode.
Zand en grind
Aan de rand van de Brunssummerheide wordt door de bouwstoffenindustrie nog altijd zilverzand en grind afgegraven. Grote delen van deze voormalige afgravingsgebieden staan tegenwoordig onder natuurbescherming en verwilderen tot natuurgebieden, een gedeelte werd omgevormd tot Golfclub Brunssummerheide.
NAVO-basis
Op het terrein van de voormalige staatsmijn Hendrik is sinds 2004 het hoofdkwartier van Allied Joint Force Command Headquarters Brunssum (JFC HQ Brunssum) gevestigd. Dit hoofdkwartier is de voortzetting van het voormalige HQ AFCENT en RHQ AFNORTH.
Geschiedenis Hoofdkwartier
Na het besluit van Frankrijk in 1966 om niet meer mee te doen aan de geïntegreerde militaire commando structuur van de NAVO en na sluiting van de Staatsmijnen in Zuid-Limburg, werd door Nederland de staatsmijn Hendrik, de voormalige Staatsmijn Emma en de Tapijn Kazerne aangeboden als locatie voor de vestiging van het hoofdkwartier AFCENT (Allied Forces Central Europe), dat voorheen in Fontainebleau gevestigd was. Op 1 juni 1967 werd het hoofdkwartier weer officieel in gebruik genomen in Brunssum. Inmiddels zijn de staatsmijn Emma en de Tapijn Kazerne niet meer in gebruik als deel van het JFC HQ Brunssum hoofdkwartier. Alle activiteiten van dit hoofdkwartier zijn nu geconcentreerd in Brunssum.
De militairen en burgers die op het hoofdkwartier werken vertegenwoordigen 25 van de 28 NAVO-lidstaten:
Albanië, België, Bulgarije, Canada, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Economie
Op het International militaire hoofdkwartier, JFC HQ Brunssum, werken ongeveer 630 mensen. Met alle ondersteuning, inclusief NAPMA (NATO AWACS Programme Management Agency), NCSA Sector Brunssum, de nationale delegaties en de International School zijn dit ongeveer 1700 mensen. De internationale gemeenschap in Brunssum telt ongeveer 4000 mensen, die allen geïntegreerd wonen in de regio. Het hoofdkwartier en de internationale gemeenschap geven jaarlijks ca. € 100 miljoen uit in de regio Zuid-Limburg.
De NAVO-basis ontwikkelde zich sinds de sluiting van de mijnen tot de belangrijkste economische factor in Brunssum.
In het Duitse Teveren, in de gemeente Geilenkirchen, ligt de NAVO-luchtmachtbasis NAEWF met een aantal AWACS-vliegtuigen. In Brunssum en het nabij gelegen Schinveld demonstreert de Vereniging STOP awacs tegen de geluidsoverlast die door deze vliegtuigen wordt veroorzaakt.
Talen
De meest gesproken taal in Brunssum is het Nederlands, gevolgd door het Engels en het Limburgs. Het Limburgs wordt minder gesproken dan in de andere Limburgse gemeenten. Dit komt door de vestiging van inwoners van verschillende Nederlandse streken in Brunssum ten tijde van de mijnbouw. Het Engels wordt door ongeveer 3.000 mensen gesproken, de meeste van hen zijn bij het JFC HQ van de NAVO in Brunssum gevestigde buitenlandse militairen. Brunssum kent sinds de Tweede Wereldoorlog een Poolse gemeenschap. Vrije Polen die na de Tweede Wereldoorlog niet terug konden keren naar Polen vonden hier veelal emplooi in de mijnen.
Folkloristische Parade
De Parade is een vierjaarlijks festival en vindt zijn oorsprong in 1953. Uit solidariteit met de slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland wordt het Carnaval dat jaar afgelast. Als alternatief vindt in de zomer een bescheiden driedaags folkloristisch festival plaats. In de loop van de jaren is dit initiatief uitgegroeid tot het grootste werelddansfestival in Nederland en één van de grootste in Europa. De 10de Internationale Folkloristische Parade in 1992 is zelfs het grootste CIOFF-festival ter wereld (ruim 35 deelnemende landen).
Met de eerste CIOFF Wereld Folkoriade in 1996 wordt een nieuw hoogtepunt bereikt. Hiervoor komen in totaal 75 groepen uit 60 verschillende landen naar Brunssum om gedurende 10 dagen samen te zingen, dansen en muziek te maken. In 2004 sloeg de Parade een nieuwe weg in door naast de traditionele elementen ook aandacht te schenken aan de hedendaagse dans- en muziekcultuur met de thema's Salsa en Flamenco. In 2012 gaat de Parade terug naar haar "roots", met een vijfdaags festival waarin veel aandacht is voor verbroedering en het thema "digging & dancing": een verwijzing naar het Zuid-Limburgse mijnverleden.
Sinds 30 en 31 oktober 2004 vindt jaarlijks het Brunssums Oktoberfeest plaats. De eerste drie jaren gebeurde dit in zaal D'r Brikke Oave. Na de feesten van 2006 stapte vrijwel het volledige bestuur op. Onder leiding van een nieuw bestuur werd in 2007 het feest georganiseerd in een grote tent op het Lindeplein in het centrum van Brunssum. Tevens werd het in plaats van een tweedaags evenement een driedaags evenement op de vrijdag, zaterdag en zondag. Dit bleek een gouden zet. Zowel in 2007 als 2008 was de zaterdagavond volledig uitverkocht. In 2008 trok het evenement bijna 4.000 bezoekers. De Brunssumse Oktoberfeesten vinden ieder jaar plaats in het laatste weekend van oktober. Vooral veel bekende en grote artiesten uit het Zillertal, een dal in de Oostenrijkse provincie Tirol, staan altijd op het programma. De vrijdagavond is vooral regionaal gericht. In 2009 stond een grote internationale artiest op het programma: DJ Ötzi.
Schinveld (Limburgs: Sjilvend) is een landelijk gelegen dorp in de gemeente Onderbanken in Nederlands-Limburg. Het dorp ligt tegen de Duitse grens. In Schinveld bevindt zich het gemeentehuis van de gemeente Onderbanken. Wat bewinkeling betreft is het de belangrijkste kern in de gemeente. Het dorp telt een kleine 5000 inwoners en is de grootste kern van Onderbanken (ruim 8000 inwoners). Ook de meeste voorzieningen zijn in dit dorp te vinden.
In 1609 werd de schepenbank van Brunssum, bestaande uit Brunssum, Schinveld en Jabeek, door de Spaanse regering verpand aan Arnold III Huyn van Geleen en verheven tot de heerlijkheid Brunssum. In 1664 ging deze heerlijkheid op in het graafschap Geleen en Amstenrade.
Per 1796, aan het einde van de Ancien Régime, werd Schinveld een zelfstandige gemeente, die op 1 januari 1982 opging in de gemeente Onderbanken.
Schinveld was vanouds een klein dorp, maar de steenkoolwinning, met name de bedrijvigheid van nabijgelegen Staatsmijn Hendrik te Brunssum, zorgde voor sterke uitbreiding. Schinveld groeide uit tot de belangrijkste kern van de huidige gemeente Onderbanken.Schinveld ligt in het Bekken van de Roode Beek op een hoogte van ongeveer 60 meter. Ten noorden van Schinveld, ongeveer samenvallend met de Duits-Nederlandse grens, loopt de Roode Beek met natuurgebied Bekken van de Roode Beek. In het oosten en deels in het zuiden ligt het natuurgebied Schinveldse Bossen, een bosgebied met enkele voormalige kleigroeven.
De Roode Beek stroomt door Schinveld en neemt de Merkelbekerbeek daar in zich op. Ten zuidoosten van Schinveld ligt het natuurgebied Rüschergroeve, een voormalige kleigroeve.
Schinveld ligt onder de aanvliegroute van AWACS-vliegtuigen naar Geilenkirchen. In december 2005 werd een deel van de Schinveldse Bossen in deze aanvliegroute door actievoerders van GroenFront! bezet om de kap van bomen tegengegaan; in januari 2006 werd dit deel van het bos ontruimd en gekapt.
Op 18 juli 2007 heeft de Raad van State de bezwaarmakers rond de bomenkap in het gelijk gesteld. In de bezwaarprocedure die onder meer de gemeente Onderbanken en de Vereniging STOP awacs tegen het Ministerie van VROM hadden aangespannen. De Raad oordeelde dat in 2006 ten onrechte de NIMBY-procedure is toegepast. Daarmee werd de gemeente buitenspel gezet en kon 6 hectare bos worden gekapt. Volgens de Raad was er geen noodzaak om deze procedure uit te voeren. Bovendien heeft de Minister haar besluit onzorgvuldig voorbereid. De uitspraak houdt ook in dat er geen enkele boom meer mag worden gekapt. Er is geen beroep mogelijk.
In het natuurgebied van Schinveld bevindt zich sinds 1974 de zweefvliegclub Eerste Limburgse Zweefvliegclub (ELZC).
In Schinveld bestaat al meer dan 60 jaar de traditie van de Denne-strijd. Meivereniging "De Jonkheid" en vereniging "De Getrouwden" leveren twee weken lang een dynamische "strijd" om de meiboom in hun bezit te krijgen. Op 30 April om 12 uur is de winnaar bekend en gezamenlijk wordt om 21 uur de mei-den opgezet op "De Platz".
Galerija izletov
Zemljevid in višinski profil izleta
Komentarji
Poti GPS
Trackpoints-
GPX / Garmin Map Source (gpx) download
-
TCX / Garmin Training Center® (tcx) download
-
CRS / Garmin Training Center® (crs) download
-
Google Earth (kml) download
-
G7ToWin (g7t) download
-
TTQV (trk) download
-
Overlay (ovl) download
-
Fugawi (txt) download
-
Kompass (DAV) Track (tk) download
-
List z izleti (pdf) download
-
Original file of the author (gpx) download